Op 20 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De minderjarigen verblijven al enkele maanden in een gezinshuis, nadat een eerdere netwerkplaatsing bij de grootouders als onvoldoende is beoordeeld. De kinderen hebben sindsdien geen schoolverzuim meer vertoond, wat voorheen een probleem was. Terugplaatsing bij de grootouders is uitgesloten, en ook een thuisplaatsing bij de moeder is momenteel niet mogelijk, omdat zij geen eigen woonruimte heeft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat systeemtherapie voor het hele gezin wenselijk is om de familiebanden te herstellen.
De kinderrechter heeft de procedure opgestart na een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar. Tijdens de zitting op 20 februari 2025 waren de moeder, de GI, de opa en de oma aanwezig, terwijl de vader niet verscheen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft de mening van [minderjarige 1] gehoord, die zijn gedachten in een brief heeft verwoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van de kinderen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 7 maart 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder eveneens verlengd tot dezelfde datum. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de kinderen omgang blijven houden met hun moeder en grootouders, en dat alle betrokken partijen zich moeten inspannen om conflicten te vermijden.