Uitspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 ten laste is gelegd en moet zij daarvan worden vrijgesproken.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 september 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij het witwassen van grote geldbedragen op de luchthaven Schiphol. De verdachte had op 30 mei 2013, samen met medeverdachten, een totaalbedrag van 290.000 euro in contanten bij zich, waarvan zij wisten dat dit afkomstig was uit misdrijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van witwassen, omdat zij een faciliterende rol vervulde in het transport van het geld. De rechtbank overwoog dat het onttrekken van opbrengsten van misdrijven aan het zicht van de autoriteiten de integriteit van het financiële verkeer aantast en dat het handelen van de verdachte het plegen van delicten bevorderde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging van het aanwezig hebben van verdovende middelen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat zij op de betreffende datum cocaïne in haar bezit had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf afgewezen, omdat het bewezen verklaarde feit een andersoortig delict betrof en de proeftijd pas kort geleden was ingegaan.