In het onderhavige geschil staat de vraag centraal of [X. cs] gebonden zijn aan de NDR, en zo ja, of dit betekent dat hun aanspraken op grond van het Protocol zijn komen te vervallen.
2.
Vast staat dat de regeling inzake nachttoeslag zoals neergelegd in de NDR, minder gunstig uitvalt voor [X. cs] dan de huidige regeling op grond van het Protocol. Weliswaar bevat onderdeel I van de NDR een afbouwregeling die voorziet in een Persoonlijke Toeslag tot het oude niveau gedurende geruime tijd (en in ieder geval minimaal 5 jaar), het onderscheid zit met name in het feit dat deze Persoonlijke Toeslag, anders dan de nachttoeslag op grond van het Protocol, niet wordt geïndexeerd.
3.
Partijen hebben ter zitting verklaard dat de NDR integraal deel uitmaakt van de CCAO en daarin is opgenomen. Dat betekent ten aanzien van de
gebondenwerknemers, dat de NDR als onderdeel van de nieuwe CAO (bepalingen) automatisch op grond van de artikelen 12 en 13 Wet CAO, als
minimumis gaan gelden. Nu gesteld noch gebleken is dat partijen hebben beoogd om de NDR het karakter te geven van een
standaardregeling,is het gevolg dat het Protocol voor zover dit gunstiger bepalingen behelst, gewoon van toepassing blijft.
4.
Ten aanzien van de
ongebondenwerknemers kan de vraag naar de eventuele algemeen verbindend verklaring van de NDR in het midden blijven, nu de toeslag krachtens het Protocol een primaire arbeidsvoorwaarde betreft die geïncorporeerd is in de individuele arbeidsovereenkomsten en daarvan deel uitmaakt. Vast staat voorts, dat de arbeidsovereenkomsten van [X. cs] geen eenzijdig wijzigingsbeding bevatten, terwijl [X. cs] evenmin omstreeks juli 2012 hebben ingestemd met de toepasselijkheid van de (nieuwe onderdelen van) de CCAO. Het feit dat in de arbeidsovereenkomsten is opgenomen dat de CCAO van toepassing is, betekent niet automatisch dat [X. cs] daarmee met elke toekomstige wijziging van de CAO hebben ingestemd.
6.
Aldus ligt de vraag voor, of de
eenzijdige wijzigingdie KCS beoogt met de NDR de toets van Stoof Mammoet kan doorstaan. In de eerste plaats dient onderzocht te worden of de werkgever een goede aanleiding heeft voor het doen van een wijzigingsvoorstel, en of dat voorstel als redelijk kan worden aangemerkt. Hierbij is een aantal gezichtspunten relevant, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld harmonisatie bij fusie, bedrijfseconomische omstandigheden, de aard en ingrijpendheid van het voorstel, wel of geen afbouwregeling bij salarisvermindering), de overige belangen van de werkgever en de onderneming, en de positie van de werknemer en diens belang bij ongewijzigde instandhouding van de arbeidsvoorwaarden.
In de tweede plaats dient onderzocht te worden of van de werknemer, mede in aanmerking genomen zijn persoonlijke omstandigheden, in redelijkheid gevergd kan worden het voorstel te aanvaarden.
7.
De kantonrechter is van oordeel dat het antwoord op deze vragen bevestigend dient te luiden en overweegt daartoe als volgt. In de Considerans bij de NDR ligt de aanleiding voor het wijzigingsvoorstel besloten:
“A. Vanaf de toetreding van KCS tot de CAO voor de Contractcateringbranche (CCAO) op 1 oktober 1993, zijn KCS en de Ondernemingsraad het erover eens dat de hierin voorkomende relevante artikelen over arbeidstijden, met name belastende uren, niet of moeilijk toepasbaar zijn op de tot dusverre gebruikelijke dienstroosters van KCS.
B. Sindsdien verschillen KCS en de Ondernemingsraad ook van mening over de uitleg over en gevolgen van deze bepalingen (…).
C. Ter oplossing van dit meningsverschil hebben KCS en de Ondernemingsraad, onder andere met inschakeling van vakorganisaties, de Vakraad voor de Contractcateringbranche en een gezamenlijk aangezochte rechterlijke instantie tevergeefs geprobeerd te komen tot een eenduidige gezamenlijke uitleg die leidt tot een gezamenlijk gedragen toepassing van vooral artikel 12 lid 1 en artikel 16 CCAO.
D. KCS en de Ondernemingsraad zijn daarna (…) tot deze Nachtdienstregeling gekomen (..) die
a. het meningsverschil definitief beëindigt;
b. de juiste balans vindt tussen de volgende belangen: marktpositie, tegemoetkoming voor belasting tijdens nachtelijke uren en een eenduidige uitleg over vergoeding van deze arbeid, rust.
E (…)
In verband met de door KCS voorgenomen beëindiging van artikel 5 Protocol (…) zijn eveneens de vakorganisaties betrokken.
F. Van meet af aan zijn een beëindiging van artikel 5 Protocol met bijbehorende afbouw voor de huidige betrokken werknemers en het tot stand komen van een nieuwe Nachtdienstregeling onlosmakelijk met elkaar verbonden.
G. De volledige inhoud van de Nachtdienstregeling is eveneens intensief besproken met de 3 betrokken vakorganisaties en KCS, FNV Catering, CNV Vakmensen en De Unie hebben in de maand mei 2012 overeenstemming bereikt (…).
8.
KCS heeft aldus een gerechtvaardigd belang bij harmonisering van haar arbeidsvoorwaarden waar het de nachtdiensttoeslag betrof en de begrijpelijke wens tot invoering van een algemene nachtdiensttoeslag die voor alle werknemers van KCS geldt wanneer zij in nachtdiensten werken. KCS heeft zowel met de Ondernemingsraad als met de vakbonden een zorgvuldig, uitgebreid en langdurig onderhandeltraject gevolgd. Het feit dat zowel de Ondernemingsraad als de bonden hebben ingestemd met deze wijziging vormt een zwaarwegende aanwijzing dat de inhoud van het wijzigingsvoorstel redelijk is.
Voor zover [X. cs] betogen dat de bonden de belangen van de betreffende groep van 37 werknemers “hebben geofferd” voor het grotere geheel, geldt het volgende. De kantonrechter is van oordeel dat ook wanneer de wijziging op individueel niveau wordt bezien, deze de redelijkheidstoets van Stoof/Mammoet kan doorstaan. NDR behelst een zeer langdurige en geleidelijke afbouwregeling. Uit de overgelegde individuele overzichten per werknemer blijkt, dat gedurende een periode variërend tussen de 5 jaar en 12 jaar, gerekend vanaf 1 juli 2012, de toeslag krachtens het Protocol wordt afgebouwd naar de nieuwe toeslag krachtens de NDR. Het gevolg hiervan is dat het inkomensniveau van [X. cs] gedurende lange tijd (nagenoeg) ongewijzigd blijft, en daarna zeer langzaam wordt teruggebracht. Dit geeft [X. cs] voldoende tijd om op deze wijziging te anticiperen. Hoewel onmiskenbaar sprake is van een voor [X. cs] nadelige wijziging van hun arbeidsvoorwaarden, behoren in het licht van de hiervoor geschetste omstandigheden de belangen van KCS bij de eenzijdige wijziging zwaarder te wegen.
Hierbij weegt ook de nadien door KCS toegevoegde toezegging mee dat [X. cs] de toeslagen behouden wanneer zij op initiatief van KCS worden overgeplaatst.
9.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van [X. cs] zullen worden afgewezen. De kantonrechter ziet in de aard van de zaak aanleiding om de proceskosten te compenseren.