Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
[curator minderjarige], bijzondere curator.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 16 januari 2013 uitspraak gedaan over de ontkenning van het vaderschap van een man met betrekking tot een minderjarig kind. De man, die gehuwd was met de moeder van het kind, verzocht de rechtbank om het vaderschap te ontkennen, omdat hij niet de biologische vader zou zijn. De moeder had tijdens hun huwelijk een IVF-behandeling ondergaan met haar partner, wat leidde tot de geboorte van het kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, terwijl zij gehuwd was met de man, een IVF-behandeling onderging met haar partner, wat de juridische status van de man als vader op de geboorteakte in twijfel trok. De rechtbank heeft de verklaringen van de IVF-arts en de medische documenten in overweging genomen, waaruit bleek dat de man niet de verwekker van het kind was. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van de man gegrond was, aangezien er voldoende bewijs was dat hij niet de biologische vader was en dat de ontkenning van het vaderschap niet onrechtmatig was. De beslissing werd genomen in het belang van het kind, waarbij de juridische werkelijkheid in overeenstemming werd gebracht met de biologische werkelijkheid. De rechtbank droeg de griffier op om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, onder voorwaarde dat er geen hoger beroep werd ingesteld binnen de gestelde termijn.