Op 13 september 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, mr. A.C. Terwiel-Kuneman, een mondelinge uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. Verzoekster, een alleenstaande moeder met twee kinderen, had verzocht om een voorlopige voorziening om na 17 september 2013 in het Algemeen Opvangcentrum Purmerend (AOP) te mogen blijven. Dit verzoek was geregistreerd onder zaaknummer HAA 13/3847. Daarnaast had verzoekster bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een urgentieverklaring voor een woning in Purmerend, geregistreerd onder zaaknummer HAA 13/3878.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de gemeente verschillende mogelijkheden kende voor verzoekster om aan vervangende huisvesting te komen. De voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen voor de duur van twee maanden, waardoor verzoekster en haar kinderen in de opvang kunnen blijven. Dit betekent dat er geen spoedeisend belang meer is bij de voorlopige voorziening betreffende de urgentieverklaring.
De voorzieningenrechter heeft het primaire besluit van 4 september 2013 geschorst met ingang van 17 september 2013 en verweerder opgedragen om verzoekster en haar kinderen gedurende deze periode opvang te bieden in het AOP. Tevens is verweerder gelast het door verzoekster betaalde griffierecht van € 44,-- aan haar te vergoeden. Het verzoek om proceskostenveroordeling is afgewezen, omdat de omstandigheden van verzoekster pas ter zitting duidelijk zijn geworden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.