ECLI:NL:RBNHO:2013:10940

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 november 2013
Publicatiedatum
14 november 2013
Zaaknummer
434378 CV EXPL 13-1238
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan glazen deur na aanrijding door klant

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is de vraag aan de orde of de gedaagde aansprakelijk is voor de schade aan een glazen deur van een winkelpand. De eisende partij, Zuyderborgh Vastgoed B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 4 juli 2012, toen de gedaagde, terwijl hij de weg vroeg, tegen een gesloten glazen deur aanliep, wat resulteerde in zowel lichamelijk letsel als schade aan de deur.

Zuyderborgh Vastgoed vorderde een schadevergoeding van € 2.153,90, vermeerderd met rente en kosten, en stelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade omdat hij tegen de deur was aangelopen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de esthetische uitstraling van de entree van het winkelpand, die bijdraagt aan het risico op ongelukken, niet automatisch leidt tot aansprakelijkheid van de gedaagde. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren die de aansprakelijkheid van de gedaagde konden rechtvaardigen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de entree van het winkelpand een glazen pui met twee openslaande deuren omvatte, waarvan er op het moment van het ongeval één open en één gesloten was. De rechter oordeelde dat, hoewel de gedaagde mogelijk gehaast was, dit op zichzelf niet voldoende was om hem aansprakelijk te stellen voor de schade aan de deur. De vordering van Zuyderborgh Vastgoed werd dan ook afgewezen, en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten.

Dit vonnis, uitgesproken op 13 november 2013, benadrukt de noodzaak van bijzondere omstandigheden voor het vaststellen van aansprakelijkheid in gevallen van ongevallen die voortvloeien uit de inrichting van een winkelpand.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 434378 \ CV EXPL 13-1238 WD
Uitspraakdatum: 13 november 2013

Vonnis in de zaak van:

de besloten vennootschap
ZUYDERBORGH VASTGOED B.V.,gevestigd althans kantoorhoudende te Horn (gemeente Leudal),
eisende partij,
verder ook te noemen: Zuyderborgh Vastgoed,
gemachtigde: mr. C.M.J.E.P. Meerts,
tegen

[naam], wonende te [woonplaats],

gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

Het procesverloop

Zuyderborgh Vastgoed heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 26 februari 2013.
[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 5 juni 2013, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

De vaststaande feiten

Zuyderborgh Vastgoed is eigenaar en verhuurder van het winkelpand aan de [adres].
Op 4 juli 2012 is [gedaagde] het winkelpand binnengegaan om de weg te vragen. Nadat de daar aanwezige winkelmedewerkers [gedaagde] hadden geholpen is [gedaagde] in plaats van door de geopende deur te lopen, tegen de gesloten glazen deur aangelopen. Hierdoor is [gedaagde] gewond geraakt, waardoor een bezoek aan het ziekenhuis noodzakelijk was. Ook is de deur/ pui beschadigd geraakt.

Het geschil

Zuyderborgh Vastgoed vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad € 2.153,90, te vermeerderen met rente en kosten.
Zuyderborgh Vastgoed stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. [gedaagde] is aansprakelijk voor de schade aan de deur, omdat hij is aangelopen tegen de deur, die was voorzien van stickers en een grote deurgreep en waarvoor aan de buitenzijde van het pand meubilair was geplaatst.
[gedaagde] voert verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

De beoordeling

De centrale vraag in dit geding is voor wiens rekening de schade aan de deur dient te komen. De kantonrechter overweegt als volgt.
Uit de foto waarop beide partijen een beroep doen, blijkt dat de entree van het winkelpand bestaat uit een glazen pui met daarin twee openslaande glazen deuren. Zuyderborgh Vastgoed heeft aangevoerd dat ten tijde van het ongeval één deur open was en één deur gesloten. Nu dit ook het geval is op de door Zuyderborgh Vastgoed ingebrachte foto, kan worden aangenomen dat dit gangbaar is gedurende de openingstijden van de winkel.
Vastgesteld kan worden dat deze entree bijdraagt aan een door de uitbater van de winkel/ eigenaar van het pand gewenste esthetische uitstraling. Niet in geschil is dat deze vormgeving op zichzelf het risico op ongelukken herbergt. Immers, minder goed zichtbaar is waar de pui eindigt en de deur begint. Eveneens is minder goed waarneembaar of/ welke van de deuren open of gesloten zijn. Het risico wordt vergroot doordat de uitgang van de winkel enkel kan worden bereikt via een “trapje naar beneden”, zoals blijkt uit de overgelegde foto. De twee deurgrepen op de deuren doet aan dit alles niet af. Gebleken is namelijk dat ook voor het ongeval van [gedaagde] zich vergelijkbare incidenten hebben voorgedaan.
Niet voor niets is Zuyderborgh Vastgoed op zeker moment overgegaan tot het plakken van een sticker op de glazen deur en het op straat plaatsen van meubilair voor de normaliter gesloten glazen deur. In het midden kan worden gelaten of Zuyderborgh Vastgoed al deze voorzorgsmaatregelen al voor het ongeval van [gedaagde] had getroffen, hetgeen in geschil is.
Hoewel niet ontkend kan worden dat deze voorzorgsmaatregelen de kans op ongelukken vermindert, kan niet worden gezegd dat de risico’s hierdoor geheel zijn weggenomen. De kantonrechter baseert zich hierbij op de overgelegde foto, waaruit dit voldoende duidelijk kan worden opgemaakt.
De situatie is daarmee aldus dat een met de door de uitbater van de winkel/ eigenaar van het pand gewenste uitstraling van het winkelpand een risico met zich brengt en dat dit risico zich op 4 juli 2012 heeft verwezenlijkt, met [gedaagde] als voornaamste slachtoffer. Dit enkele gegeven brengt op zichzelf niet mee [gedaagde] aansprakelijk kan worden gehouden voor de materiële schade aan de deur/ pui. Hiervoor zijn bijzondere omstandigheden vereist, bijvoorbeeld roekeloosheid aan zijn kant. Hiervoor heeft Zuyderborgh Vastgoed onvoldoende gesteld. Dat [gedaagde], zoals Zuyderborgh Vastgoed stelt, gehaast is geweest is in dat kader onvoldoende.
Gezien het voorgaande ligt de vordering voor afwijzing gereed.
Zuyderborgh Vastgoed dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Verwijst Zuyderborgh Vastgoed in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 november 2013 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter