ECLI:NL:RBNHO:2013:11100
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hennepteeltzaak na onvoldoende bewijs
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is de verdachte aangeklaagd voor deelname aan een organisatie die zich bezighield met hennepteelt en andere gerelateerde misdrijven. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk telen en verhandelen van hennep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de openbare terechtzittingen op 26 en 27 juni 2013 heeft de officier van justitie, mr. C. van Venrooij, gerekwireerd tot een veroordeling, terwijl de raadsman van de verdachte, mr. E. Boskma, pleitte voor vrijspraak.
Na het horen van de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte betrokken was bij de hennepteelt en de organisatie die zich hiermee bezighield. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en vond plaats op 11 juli 2013.