ECLI:NL:RBNHO:2013:11168

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 november 2013
Publicatiedatum
21 november 2013
Zaaknummer
2224982 cv expl 13-3076
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een auto en non-conformiteit met betrekking tot gebreken

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], naar aanleiding van de aankoop van een Opel Corsa diesel op 16 mei 2012. Eiser heeft de auto voor € 625,- gekocht, maar na de aankoop bleek de auto niet te voldoen aan de overeenkomst. Eiser heeft de auto kort na de aankoop naar Duitsland gereden, waar deze stil kwam te staan. De auto is vervolgens door de ADAC en ANWB naar Nederland vervoerd en teruggebracht naar gedaagde. Eiser heeft de koopovereenkomst op 13 mei 2013 buitengerechtelijk ontbonden en vordert terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding van € 600,-, vermeerderd met rente en kosten.

Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de auto bij aflevering in goede staat verkeerde. Hij heeft de auto na de terugbrenging onderzocht en geconstateerd dat de distributiesnaar niet gebroken was, maar dat de motor oververhit was geraakt door een gebrek aan koelvloeistof. Gedaagde heeft verklaard dat er geen lekkage in het koelsysteem was en dat de auto kort voor de verkoop was gekeurd. Eiser stelt dat op grond van artikel 18 lid 2 van Boek 7 BW het vermoeden bestaat dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst voldeed, omdat het gebrek zich binnen zes maanden na aflevering voordeed.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser terecht een beroep doet op het bewijsvermoeden van artikel 18 lid 2 van Boek 7 BW. Gedaagde dient tegenbewijs te leveren. Gedaagde heeft echter voldoende bewijs geleverd dat het gebrek aan de auto te wijten was aan een gebrek aan koelvloeistof en dat dit gebrek niet bestond op het moment van aflevering. Eiser heeft de stellingen van gedaagde niet gemotiveerd betwist en geen bewijsaanbod gedaan. De vordering van eiser is daarom afgewezen en eiser is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 2224982 / CV EXPL 13- 3076
Uitspraakdatum: 20 november 2013

Vonnis in de zaak van:

Toev. [nummer]
[naam eiser]te [plaats eiser]
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard
tegen

[naam gedaagde], handelend onder de naam [B] te [plaats gedaagde]

gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

Het procesverloop

[eiser] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 16 juli 2013.
[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 18 oktober 2013, in aanwezigheid van partijen en de echtgenoot en de gemachtigde van eiseres.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

De vaststaande feiten

1.
[eiser] heeft van [gedaagde] op 16 mei 2012 een Opel Corsa diesel gekocht voor
€ 625,-. Direct na de aankoop heeft [eiser] een kleine beurt aan de auto laten verrichten door Garage [X].
2.
Een aantal uren na de aankoop is [eiser] met haar echtgenoot met de auto naar Duitsland vertrokken. Daar is de auto tot stilstand gekomen. De auto is toen door de ADAC respectievelijk ANWB naar Nederland vervoerd en afgeleverd bij [gedaagde].
3.
Bij brief van 13 mei 2013 heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding gevorderd.

Het geschil en de beoordeling daarvan

4.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst en vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot terugbetaling van de koopsom en daarnaast een bedrag aan schade van € 600,- , te vermeerderen met rente en kosten.
5.
[eiser] stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. De auto is op de dag van aankoop stil komen te staan. De hulpverlener van de ADAC heeft aangegeven dat waarschijnlijk een gebroken distributiesnaar de oorzaak hiervan was, en dat op basis daarvan ervan uit gegaan moest worden dat de auto total-loss is. Op grond van artikel 18 lid 2 van boek 7 BW wordt de afgeleverde zaak vermoed reeds bij aflevering niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord, indien het gebrek zich binnen zes maanden na aflevering voordoet, hetgeen hier het geval is.
6.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser] en voert hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende aan. Nadat de ANWB de auto bij hem op de zaak heeft afgeleverd, heeft hij in het bijzijn van [Y] (die eerder de APK keuring deed) de auto op de brug gezet en onderzocht. Zij hebben geconstateerd dat de distributiesnaar niet gebroken was, maar dat de motor oververhit is geraakt doordat er geen koelvloeistof meer in het koelsysteem zat. Bij nader onderzoek is echter géén lekkage in het koelsysteem geconstateerd. Kort daarna heeft [gedaagde] aan [eiser] mondeling medegedeeld wat [gedaagde] bij dit onderzoek heeft vastgesteld. Daarna heeft [gedaagde] bijna een jaar lang niets meer van [eiser] vernomen, op een brief na die hij in juli 2010 ontving, maar die onbegrijpelijk was.
7.
Daarnaast voert [gedaagde] aan dat de auto door Autobedrijf [Y] APK is gekeurd kort voor de aflevering van de auto aan [eiser]. [gedaagde] heeft een verklaring van [y] hierover in het geding gebracht. [y] verklaart:
Tijdens de keuring is de procedure dat er ook een roetmeting plaats moet vinden. Tijdens deze procedure is het nodig om het koelsysteem visueel te controleren op lekkage ed. Dit is noodzakelijk omdat de omstandigheden, zoals bedrijfstemperatuur en onbelast volgas, er voor kunnen zorgen dat er motorschade kan optreden als er mankementen zijn aan het koelsysteem. U kunt er van uit gaan dat deze zaken gecontroleerd en goed bevonden zijn, voor de procedure.Daarnaast heeft [gedaagde] een verklaring in het geding gebracht van [Z], die de auto aan hem had verkocht, en die eveneens verklaart dat de auto en het koelsysteem in orde waren.
8.
[gedaagde] wijst erop dat [eiser] de auto door garage [X] heeft laten beoordelen voordat zij tot aankoop overging. [X] is de vaste garage voor de taxi’s van de echtgenoot van [gedaagde]. [eiser] heeft bovendien de auto direct na aankoop naar garage [X] gebracht voor een kleine beurt. Uit productie 4 van [eiser] blijkt dat [X] kosten heeft gemaakt in verband met de koelvloeistof. Naar zijn overtuiging heeft [X] een fout gemaakt bij de beurt, en waarschijnlijk bij het verversen van de koelvloeistof achterwege gelaten deze ook weer bij te vullen.
9.
[eiser] heeft aangevoerd dat het – gezien het hiervoor genoemde bewijsvermoeden – op de weg van [gedaagde] ligt om te bewijzen dat hij niet is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De brief van 10 juli 2012 bevatte volgens [eiser] een ingebrekestelling, maar van de brief is destijds geen kopie gemaakt. Het zou kunnen dat [eiser] het voorbeeld dat zij van het Juridisch Loket kreeg heeft doorgestuurd en niet heeft ingevuld.
10.
De kantonrechter overweegt dat [eiser] terecht stelt dat artikel 18 lid 2 van boek 7 BW van toepassing is op de onderhavige kwestie en dat op grond daarvan inderdaad, nu de auto kort na aankoop onbruikbaar bleek, ervan uitgegaan moet worden dat de auto bij aflevering al niet aan de overeenkomst voldeed. [gedaagde] dient daarvan tegenbewijs te leveren. [gedaagde] heeft in dat kader gesteld dat het feit dat de auto op de dag van aankoop stil is komen te staan te wijten is aan een gebrek aan koelvloeistof. [gedaagde] heeft gesteld dat er bij aflevering geen sprake was van een lekkage in het koelsysteem of van onvoldoende koelvloeistof, gezien de kort voor aankoop in zijn opdracht verrichte APK keuring. Hij heeft dit onderbouwd met verklaringen van [y] en [z]. Deze verklaringen zijn niet gemotiveerd betwist door [eiser]. Verder heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij direct nadat de auto bij hem werd teruggebracht een onderzoek heeft gedaan en dat hij [eiser] van de uitkomsten daarvan op de hoogte heeft gesteld. Dit is niet betwist door [eiser]. [eiser] stelt slechts dat de oorzaak van het feit dat de auto thans total loss is, haar niet bekend is. Het had op haar weg gelegen, nadat [gedaagde] de uitkomsten van zijn onderzoek had medegedeeld, hier toen al direct gemotiveerd tegen in het geweer te komen, bijvoorbeeld door zelf een onderzoek in te laten stellen. Tenslotte staat vast dat [eiser] direct na aankoop werkzaamheden aan de auto heeft laten verrichten door een derde partij, garage [X], en dat [X] werkzaamheden aan het koelsysteem heeft verricht. Dit alles overwegende acht de kantonrechter [gedaagde] geslaagd in het bewijs van zijn stelling dat de oorzaak van het gebrek aan de auto is terug te voeren op een gebrek aan koelvloeistof, en dat dit gebrek niet bestond op het moment van aflevering. [eiser] heeft de onderbouwde stellingen van [gedaagde] niet gemotiveerd betwist en nu geen bewijsaanbod is gedaan, ligt de vordering tegen deze achtergrond voor afwijzing gereed.
11.
[eiser] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Verwijst [eiser] in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 20 november 2013 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter