5.2De beoordeling
Op 17 november 2010 heeft de verbalisant [naam], financieel deskundige, buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij de Financiële Recherche te Alkmaar, een rapport opgesteld betreffende het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel.
Bij het rapport zijn diverse bijlagen gevoegd, ontleend aan het dossier met betrekking tot de
onderliggende strafzaak tegen veroordeelde.
Voorts betrekt de rechtbank bij de beoordeling de verklaringen die veroordeelde kort na haar aanhouding bij de politie heeft afgelegd. Deze verklaringen bevatten details die veroordeelde uit eigen wetenschap heeft verteld en niet is gebleken dat deze verklaringen door haar onder druk of niet in vrijheid zijn afgelegd. De omstandigheid dat veroordeelde in latere verklaringen anders heeft verklaard, maakt haar verklaringen bij de politie niet onbetrouwbaar of niet bruikbaar.
Veroordeelde heeft op 19 augustus 2009 verklaard dat zij in 2006 hooguit zeven maanden
aan het werk is geweest in de [adres] in Almere om hennep te verwerken en dat het net zo ging als bij haar thuis in Opperdoes. Op de zolder was een knipruimte ingericht. Eens per twee of drie weken moest de gebrachte hennep worden verwerkt. Per keer werden 400 à 500 hennepplanten gebracht.Zij heeft echter ook verklaard dat het knippen op deze locatie in de zomer van 2006 plaatsvond. Het werk stopte omdat er was ingebroken.
Nu de zomer in klimatologische zin – Bron: Dikke van Dale – de maanden juni, juli en augustus betreft gaat de rechtbank uit van een knipperiode van drie maanden.
Veroordeelde heeft op 18 augustus 2009 verklaard dat bij haar thuis in Opperdoes 400 à 500
hennepplanten, maar ook wel eens 300 hennepplanten per dag verwerkt werden. Zij ontving
€ 1,00 per verwerkte plant.
[medeveroordeelde], de partner van veroordeelde, heeft verklaard dat in Opperdoes per
keer 600 à 800 planten werden gebracht.
Ten voordele van veroordeelde zal de rechtbank uitgaan van 500 planten per dag.
Op grond van voorgaande verklaringen gaat de rechtbank er ten aanzien van de kniplocatie
aan de [adres] in Almere vanuit dat in een periode van 12 weken eens per 3
weken een dag is gewerkt. Ook gaat de rechtbank uit van 500 planten per dag en van de
opbrengst van € 1,00 per verwerkte plant.
Aldus komt de rechtbank tot de volgende berekening:
4 dagen x 500 planten per dag x € 1,00 per plant = € 2.000,00.
Opperdoes, [adres] (feit 4)
Veroordeelde heeft op 18 augustus 2009 verklaard dat zij gedurende anderhalf à twee jaar hennep heeft verwerkt in haar woning in Opperdoes. Zij is hiermee begonnen in september 2007. Eens in de twee à drie weken werden de hennepplanten gebracht. Zij ontving € 1,00 per verwerkte plant. De ene keer kreeg zij 400 euro en de andere keer 500 euro per knipbeurt en het is ook wel eens 300 euro geweest.
In haar tweede verhoor op 19 augustus 2009 heeft veroordeelde verklaard dat zij eind 2008 is gestopt met deze werkzaamheden in haar huis.
[medeveroordeelde] kreeg in maart 2007 een relatie met [veroordeelde] en is in juni 2008 met haar gaan samenwonen in de woning aan de [adres] in Opperdoes. [medeveroordeelde] heeft verklaard dat in Opperdoes per keer 600 à 800 hennepplanten werden gebracht.
Op grond van voorgaande verklaringen gaat de rechtbank er vanuit dat in een periode van 68 weken één keer in de drie weken hennepplanten werden verwerkt. Aldus is sprake van 22 dagen. Voorts gaat de rechtbank uit van een gemiddelde van 500 planten per keer.
Dat brengt de volgende berekening met zich mee:
22 dagen x 500 planten per dag x € 1,00 per plant = € 11.000,00.
Heerhugowaard, [adres] (feit 5)
Veroordeelde heeft op 19 augustus 2009 verklaard dat zij ook in Heerhugowaard
hennepplanten heeft verwerkt en dat zij ook hier 1 euro per verwerkte plant kreeg. Toen de
politie veroordeelde confronteerde met de diverse dagen tussen 7 februari 2008 en 21
augustus 2008 waarop zij volgens haar telefoon in Heerhugowaard is geweest, heeft
veroordeelde verklaard dat het verwerken van hennepplanten de enige reden voor haar
aanwezigheid in Heerhugowaard was.
Onderzoek van de historische gegevens van de mobiele telefoon van veroordeelde wees uit
dat deze telefoon zich in 2008 op 16 dagen via zendmasten in de buurt van de
hennepkwekerij in Heerhugowaard bevond.
Veroordeelde heeft verklaard dat er in Opperdoes 400 à 500 hennepplanten, maar ook wel
eens 300 hennepplanten per dag verwerkt werden.
[medeveroordeelde], de partner van veroordeelde, heeft verklaard dat in Opperdoes per
keer 600 à 800 planten werden gebracht.
Nu uit de verklaringen niet is gebleken hoeveel planten per dag in Heerhugowaard door
veroordeelde werden verwerkt, gaat de rechtbank ook hier uit van 500 planten per
dag.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de volgende berekening:
16 dagen x 500 planten per dag x € 1,00 per plant = € 8.000,00.
De raadsman heeft ter terechtzitting van 7 oktober 2013 betoogd dat veroordeelde telkens met haar eigen auto naar Heerhugowaard is gereden en dat de in dat verband gemaakte kosten voor aftrek op het verkregen voordeel in aanmerking komen. De raadsman heeft verzocht 480 kilometer à € 0,19 per kilometer te berekenen en aldus € 91,20 (bij 8x Heerhugowaard zijnde het standpunt van veroordeelde) of € 182,40 (bij 16 x Heerhugowaard zijnde het standpunt van de officier van justitie) in mindering te brengen.
De officier van justitie heeft zich niet verzet tegen aftrek van voornoemde kosten.
De rechtbank zal de raadsman volgen en, uitgaande van 16 werkdagen, een bedrag van
€ 182,40 op de wederrechtelijk verkregen opbrengsten in mindering brengen.
De rechtbank komt tot de volgende eindberekening:
Opbengsten
Almere, [adres]: € 2.000,00
Opperdoes, [adres]: € 11.000,00
Heerhugowaard, [adres]: € 8.000,00
Aftrek kosten
Autokosten Heerhugowaard: € 182,40
---------------
Totaal: € 20.817,60