5.2De beoordeling
Op 9 november 2010 heeft de verbalisant [naam], financieel deskundige, buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij de Financiële Recherche te Alkmaar, een rapport opgesteld betreffende het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit rapport zal hierna worden aangehaald als de ontnemingsrapportage.
Bij het rapport zijn diverse bijlagen gevoegd, ontleend aan het dossier met betrekking tot de
onderliggende strafzaak tegen veroordeelde.
Voorts betrekt de rechtbank bij de beoordeling de verklaringen die de medeveroordeelde
[medeveroordeelde] kort na haar aanhouding bij de politie heeft afgelegd. Deze verklaringen
bevatten details die [medeveroordeelde] uit eigen wetenschap heeft verteld en niet is gebleken dat deze
verklaringen door haar onder druk of niet in vrijheid zijn afgelegd. De omstandigheid dat
[medeveroordeelde] in latere verklaringen anders heeft verklaard, maakt haar verklaringen bij de politie
niet onbetrouwbaar of niet bruikbaar.
De rechtbank gaat voorbij aan het door de raadsman gevoerde verweer dat de door [medeveroordeelde]
afgelegde verklaring niet voor het bewijs kan worden gebezigd, nu er - gelet op het overlijden van [medeveroordeelde] - geen gelegenheid is geweest om [medeveroordeelde] nader te horen. De rechtbank overweegt daartoe dat deze verklaring ondersteuning vindt in de verklaring van [medeveroordeelde] en voorts dat op de schatting van het ontnemingsvoordeel het in de hoofdprocedure geldende bewijsrecht niet van toepassing is.
Heerhugowaard, [adres] (feit 9 primair)
Veroordeelde heeft op 16 juli 2009 verklaard dat hij in 2008 één dag van 8 uur in deze
hennepkwekerij in Heerhugowaard heeft gewerkt. Hij kreeg € 20,00 per uur en ontving dus
een totaal bedrag van € 160,00.
Groningen, [adres] (feit 8 subsidiair)
Veroordeelde heeft op 16 juli 2009 verklaard dat hij in 2008 twee dagen in deze
hennepkwekerij in Groningen heeft gewerkt om de boel op te ruimen nadat de kwekerij was
opgeheven. Hij heeft daar 20 uur gewerkt tegen € 20,00 per uur en ontving dus een totaal
bedrag van € 400,00.
Opperdoes, [adres] (feit 7 primair)
[medeveroordeelde] heeft op 18 augustus 2009 verklaard dat veroordeelde zakken met
hennepplanten naar haar woning in Opperdoes heeft gebracht die geknipt moesten worden.
De hennepplanten werden gemiddeld een dag per twee weken geknipt. Eind december 2008
is zij gestopt met het knippen van henneplanten in Opperdoes.
[medeveroordeelde] heeft op 18 augustus 2009 verklaard dat hij samenwoonde met [medeveroordeelde]
in de woning aan de [adres] te Opperdoes en dat in deze woning
hennepplanten werden geknipt. Nadat [medeveroordeelde] een keer was gepakt met ongeveer
30 kilo hennep, werden de hennepplanten door veroordeelde naar deze woning gebracht.
In de ontnemingsrapportage is gerelateerd dat [medeveroordeelde] op 6 mei 2008 met ongeveer
36,5 kilo hennep is aangehouden.
De rechtbank volgt de ontnemingsrapportage in de conclusie dat over de periode vanaf 6 mei
2008 tot eind december 2008 15 keer hennepplanten door veroordeelde naar de kniplocatie in
de woning in Opperdoes zijn gebracht.
Ook volgt de rechtbank de ontnemingsrapportage in de conclusie dat veroordeelde op grond
van zijn verklaringen met betrekking tot Heerhugowaard, Groningen en Lelystad kennelijk
€ 20,00 per uur verdiende.
Ten aanzien van het aantal door veroordeelde gewerkte uren volgt de rechtbank het door de raadsman ingenomen standpunt, welk standpunt door de officier van justitie bij conclusie van repliek is overgenomen.
De rechtbank acht aannemelijk dat het aantal gewerkte uren per keer 2 uur en 1 kwartier is geweest bestaande uit de reistijd tussen Almere en Opperdoes (totaal 2 uur) en het afleveren van de zakken met hennep ( 1 kwartier).
Het voorgaande brengt mee dat veroordeelde 15 x 2,25 x € 20,00 = € 675,00 voor zijn werkzaamheden met de betrekking tot de kniplocatie in Opperdoes heeft ontvangen.
Lelystad, [adres] (feit 2 subsidiair)
Veroordeelde heeft op 16 juli 2009 verklaard dat hij in de periode tussen 2004 en 2006 deze
hennepkwekerij in Lelystad samen met [medeveroordeelde] heeft opgebouwd. Veroordeelde
heeft met betrekking tot deze opbouw 90 uren werkzaamheden verricht en heeft € 1.800,00
aan urengeld ontvangen.
Lelystad, [adres] (zaak 12)
Veroordeelde heeft op 16 juli 2009 verklaard dat hij in de periode 2004-2005 voor zijn
werkzaamheden met betrekking tot deze kniplocatie in Lelystad urengeld kreeg vergoed.
Zijn echtgenote [medeveroordeelde] , die in dit pand knipwerkzaamheden verrichtte, heeft hij naar dit
pand gereden. Hij verrichtte zelf drie uur werkzaamheden op zo’n dag en ontving € 20,00 per
uur.
Uitgaande van de verklaring van [medeveroordeelde] is er op deze kniplocatie 20 keer geknipt.
Dit betekent dat veroordeelde 20 dagen x 3 uur per dag x € 20,00 per uur = € 1.200,00
heeft ontvangen.