ECLI:NL:RBNHO:2013:11519

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 oktober 2013
Publicatiedatum
2 december 2013
Zaaknummer
HAA 13/4184
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake Wwb-uitkering voor jongere zonder opleiding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, jonger dan 27 jaar, had een Wwb-uitkering aangevraagd, maar deze was per 1 september 2013 ingetrokken door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De reden hiervoor was dat verzoekster een opleiding zou gaan volgen waarvoor recht op studiefinanciering bestaat. Verzoekster had een brief overgelegd waaruit bleek dat zij per september 2014 met de opleiding kon beginnen, maar zij had niet aangetoond dat de opleiding in september 2013 al vol was. Hierdoor kon de voorzieningenrechter niet oordelen dat het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen had.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster op 27 juni 2013 een scholingsadvies had ontvangen, waaruit bleek dat zij toelaatbaar was voor een BOL-opleiding in de richting beveiliging, maar zij had zelf gekozen voor een BBL-opleiding. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat verzoekster niet tijdig de benodigde documenten had ingeleverd, wat leidde tot de intrekking van haar uitkering. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de opmerking dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat. De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, in aanwezigheid van griffier P.M. van der Pol.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: HAA 13/4184
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter ter zitting van 22 oktober 2013 in de zaak tussen

[verzoekers]

wonende te [woonplaats],
verzoekers,
gemachtigde mr. M.Th.A.M. Mes
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 26 september 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder het recht van [verzoekster] (hierna: verzoekster) op een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) per 1 september 2013 ingetrokken, omdat verzoekster jonger is dan 27 jaar en een opleiding gaat volgen waarvoor recht op studiefinanciering bestaat. Bij hetzelfde besluit heeft verweerder de Wwb-uitkering van [verzoeker] (hierna: verzoeker) per 1 september 2013 herzien naar een uitkering naar de norm van een alleenstaande.
Over de maand september 2013 heeft verweerder aan verzoeker een bedrag van € 444,06 uitbetaald.
Verzoekers hebben tegen het primaire besluit en voormelde uitbetaling bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter voorts verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2013. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. S. Dijkman Dulkes-Wan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende naar voren gekomen. Vaststaat dat verzoekster jonger is dan 27 jaar. Op 27 juni 2013 heeft het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) over verzoekster een scholingsadvies uitgebracht. Volgens dit advies is verzoekster toelaatbaar op de BOL2-opleiding in de richting beveiliging. Verzoekster verkiest echter zelf de BBL.
3.
Bij besluit van 16 juli 2013 heeft verweerder aan verzoekers een Wwb-uitkering toegekend. Vervolgens heeft verweerder op 14 augustus 2013 aan verzoekster een brief gestuurd. In deze brief heeft verweerder verzoekster erop gewezen dat zij zich tijdig, voor 1 september 2013, moet inschrijven voor een opleiding of studie en dat zij studiefinanciering moet aanvragen in de maand voorafgaand aan de start van de opleiding. Voorts heeft verweerder verzoekster er in deze brief op gewezen dat zij uiterlijk op 23 augustus 2013 bij verweerder moet inleveren: een bewijs van inschrijving voor een opleiding of studie en een bewijs van het aanvragen van studiefinanciering. Als verzoekster geen informatie verstrekt, kan haar uitkering beëindigd worden.
4.
Vaststaat dat verzoekster voormelde stukken op 23 augustus 2013 nog niet had ingeleverd. Verweerder heeft verzoekster vervolgens bij brief van 30 augustus 2013 in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen uiterlijk op 6 september 2013. Voorts heeft verweerder de betaling van de uitkering opgeschort.
5.
Op 3 september 2013 heeft verweerder van verzoekster twee stukken ontvangen: een bevestiging van haar aanmelding bij het ROC van Amsterdam en de aanvraag studiefinanciering. Verweerder heeft vervolgens op 26 september 2013 het primair besluit genomen. Op dat moment was bij verweerder nog niet bekend dat verzoekster niet met de opleiding was begonnen.
6.
In het kader van de bezwaarprocedure is naar voren gekomen dat het voor verzoekster niet mogelijk is om in 2013 de beoogde opleiding te volgen, omdat deze opleiding vol zou zijn. In de door verzoekster overgelegde brief van het ROC van Amsterdam staat dat verzoekster is aangemeld voor de opleiding Luchthavenbeveiliger binnen de leerweg BOL VT, startend in augustus 2014. Uit deze brief kan niet worden opgemaakt dat deze opleiding in 2013 vol is, zoals verzoekster heeft aangevoerd.
7.
Bij de huidige stand van zaken kan niet worden geoordeeld dat het bezwaar van verzoekers een redelijke kans van slagen heeft. Ter zitting heeft verweerder echter verklaard wel geïnteresseerd te zijn in de vraag of verzoekster in 2013 aan de beoogde opleiding had kunnen deelnemen, als zij zich voor 23 augustus 2013 bij het ROC zou hebben aangemeld. Ook is van belang dat verzoekster voor zover nodig toelicht waarom niet van haar kon worden gevergd dat zij een andere dan de beoogde opleiding zou gaan volgen.
8.
Het voorgaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afwijst. Zij deelt tot slot mede dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van P.M. van der Pol, griffier, op 22 oktober 2013.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op: