ECLI:NL:RBNHO:2013:12422

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2013
Publicatiedatum
13 december 2013
Zaaknummer
2400535
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding met aanhangwagen

Op 26 november 2013 vond in het openbaar een zitting plaats voor de behandeling van een beroep in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie van 20 september 2012, die een administratieve sanctie had opgelegd wegens een snelheidsovertreding van 6 km/h op autosnelwegen. De overtreding was op 14 juni 2012 geconstateerd door middel van een foto, waarop alleen de aanhanger met kenteken zichtbaar was, maar niet het trekkende voertuig.

Betrokkene stelde dat het voertuig met het kenteken dat op de foto zichtbaar was, sinds 11 juni 2012 op een sloopterrein stond en niet meer kon rijden. Hij vermoedde dat de aanhangwagen door iemand anders werd gebruikt met een ander trekkend voertuig. De officier van justitie was van mening dat het aan betrokkene was om aan te tonen dat hij de overtreding niet had begaan, maar de kantonrechter oordeelde dat een aanhangwagen geen eigen aandrijvende kracht heeft en dus niet zelfstandig kan rijden. Hierdoor kon de overtreding niet aan betrokkene worden toegeschreven.

De kantonrechter concludeerde dat het beroep gegrond was, omdat niet kon worden vastgesteld welk voertuig de overtreding had begaan. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de opgelegde sanctie werd teruggedraaid. Betrokkene kreeg de zekerheidstelling en administratiekosten terugbetaald. De uitspraak werd op 13 december 2013 gedaan, en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 2400535 \ WM VERZ 13-3803
CJIB-nummer: [nummer]
CVOM-nummer: [nummer]
Beschikking betreffende de op 26 november 2013 in het openbaar gehouden terechtzitting voor de behandeling van beroepzaken in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) inzake het beroep van:
naam [betrokkene]
adres [adres]
woonplaats [woonplaats]
verder te noemen betrokkene,
tegen de beslissing van de officier van justitie van 20 september 2012.
Tegenwoordig: kantonrechter mr. J.J. Dijk
griffier K. Stiemsma
Ter zitting is verschenen:
A. Kooij, namens het Openbaar Ministerie
.
Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De gedraging -waarvoor de in deze procedure bedoelde administratieve sanctie is opgelegd- luidt, kort omschreven, als volgt: overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 6 km/h.
Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift – dat zich bij de stukken bevindt – is vermeld.
De officier van justitie heeft op dat beroep beslist. Betrokkene heeft daartegen vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter en daartoe aangevoerd hetgeen in het tweede beroepschrift -dat zich eveneens bij de stukken bevindt- is vermeld.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.
De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak beëindigd en aangegeven later schriftelijk uitspraak te doen.
Motivering van de beslissing
De overtreding waarvoor aan betrokkene een sanctie is opgelegd, betreft de overschrijding van de maximum snelheid op autosnelwegen met 6 km/h. Deze overtreding, gepleegd op 14 juni 2012, is langs elektronische weg geconstateerd en vastgelegd. De vastlegging is geschied door het maken van een foto. Daarop is alleen een aanhanger met het kenteken [kenteken] te zien. Het trekkende voertuig is op de foto niet te zien, laat staan het kenteken dat door het trekkende voertuig wordt gevoerd.
Betrokkene heeft aangevoerd dat het voertuig dat kenteken [kenteken] voerde door hem op 11 juni 2012 in zijn bedrijfsvoorraad is opgenomen en sedertdien op het sloopterrein staat. Er was sprake van een doorgezakte achtervering en met het voertuig viel niet meer te rijden. Dat is sinds 11 juni 2012 ook niet meer gebeurd. Kortom, het voertuig met kenteken [kenteken] is niet het voertuig waarmee de overtreding heeft plaatsgevonden. Betrokkene vermoedt dat degene die zijn sloopauto bij hem heeft ingebracht, zijn aanhangwagen met kentekenplaten heeft gehouden en daar nog mee rijdt terwijl die aanhanger wordt getrokken door een voertuig met een ander kenteken.
De officier van justitie heeft erkend dat het trekkende voertuig op de foto niet zichtbaar is, maar is van mening dat het aan betrokkene is om aannemelijk te maken dat hij de overtreding niet heeft begaan, hetgeen betrokkene volgens de officier van justitie onvoldoende heeft gedaan.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Een aanhangwagen beschikt niet over een eigen aandrijvende kracht en kan dus uitsluitend worden voortbewogen met behulp van een voertuig dat wel zelfstandig kan rijden. Dat betekent dat met uitsluitend de aanhanger de betreffende overtreding (overschrijding van de maximum snelheid) niet kan worden gemaakt. De sanctie behoort dan ook uitsluitend te worden opgelegd aan de
bestuurder / kentekenhouder van het trekkende voertuig. Op basis van deze foto kan echter niet worden vastgesteld welk kenteken door het trekkende voertuig wordt gevoerd. Zeker nu, zoals door de officier van justitie ter zitting ook is erkend, de witte kentekenplaten op een aanhanger onbeperkt verkrijgbaar zijn, valt geenszins uit te sluiten dat de aanhanger wordt getrokken door een voertuig met een ander kenteken. Anders dan door de officier van justitie is aangevoerd, is het onder deze omstandigheden niet aan betrokkene om aannemelijk te maken dat hij de overtreding niet heeft begaan.
De conclusie is dan ook dat het beroep gegrond is.

Beslissing:

De kantonrechter:
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt de initiële beschikking en de beslissing van de officier van justitie. Bepaalt dat het bedrag der zekerheidstelling en de administratiekosten worden terugbetaald.
Een afschrift van deze beschikking is aan [betrokkene] en aan de officier van justitie en aan het CJIB toegezonden op:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,-- bedraagt of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, Afdeling Privaatrecht, Sectie Kanton, locatie Haarlem, Jansstraat 81, 2011 RW Haarlem (postadres: Postbus 1621, 2003 BR Haarlem) en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn/haar gemachtigde te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd, waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.