ECLI:NL:RBNHO:2013:12611

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
C/14/149593 / HA RK 13-124
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter mr. J.J. van der Valk wegens vermeende partijdigheid

Op 18 december 2013 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Alkmaar, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.W.M. Zegers. Dit verzoek was gericht tegen mr. J.J. van der Valk, de behandelend rechter in een aanhangige civiele zaak. Het wrakingsverzoek was het tweede verzoek van verzoeker, na een eerdere afwijzing op 29 oktober 2013 wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Tijdens de zitting op 16 december 2013 heeft verzoeker aangevoerd dat de rechter niet had aangegeven lid te zijn van een lokale rotaryclub, wat volgens verzoeker een schending van de wet zou zijn. De rechter erkende zijn lidmaatschap, maar betwistte dat hij dit in het nevenfunctieregister had moeten vermelden. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet voldoende feiten had aangedragen om de vrees voor partijdigheid objectief te rechtvaardigen. De enkele verwijzing naar het lidmaatschap van de rotaryclub was niet genoeg om aan te tonen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Gezien het ontbreken van een gedegen onderbouwing heeft de wrakingskamer besloten het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Wrakingskamer
zaaknummer: C/14/149593 / HA RK 13-124
Datum uitspraak : 18 december 2013
BESLISSINGop het mondeling verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:

Mr. B.W.M. Zegers,

kantoorhoudende te Edam,
handelend in zijn hoedanigheid als advocaat van [verzoeker],
hierna te noemen: verzoeker.
1 PROCESVERLOOP
Ter zitting van 16 december 2013 heeft verzoeker een verzoek gedaan tot wraking van
mr. J.J. van der Valk (hierna te noemen: de rechter) als behandelend rechter in de bij deze rechtbank, sectie kanton locatie Zaandam, aanhangige zaak met zaaknummer 2151 CV EXPL 13-4552.
De griffier heeft proces-verbaal opgemaakt van de zitting (een zogenoemde comparitie van partijen).
De rechter heeft niet berust in de wraking en heeft het door zijn griffier in het proces-verbaal weergegeven verzoek in handen gesteld van de griffier van de wrakingskamer.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK

Verzoeker heeft deze rechter bij schriftelijk verzoek van 14 oktober 2013 gewraakt. Dat verzoek is door de wrakingskamer bij beslissing van 29 oktober 2013 buiten behandeling gesteld wegens kennelijk niet-ontvankelijkheid van verzoeker. Vervolgens is een comparitie van partijen gelast en de datum van die zitting bepaald op 16 december 2013.
Het onderhavige verzoek is dus het tweede verzoek van verzoeker tegen deze rechter
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een procespartij partijdig is, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Het (subjectieve) standpunt van verzoeker daarover is belangrijk, maar niet doorslaggevend; de vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn.
Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt dat verzoeker heeft aangevoerd dat de rechter niet in het nevenfunctieregister heeft aangegeven dat hij lid is van een lokale rotaryclub en dat hij dat wel had moeten doen. De rechter voldoet daarmee niet aan de wet.
De rechter heeft hierop gereageerd door te erkennen dat hij lid is van een rotaryclub, maar dat hij niet vindt dat hij dat in het register had moeten doen opnemen.
De wrakingskamer merkt op dat voor haar niet vaststaat dat bedoeld lidmaatschap door de rechter vermeld had moeten worden in het register nevenfuncties voor leden van de rechterlijke macht. Dat kan echter verder in het midden blijven in verband met het volgende.
Een verzoek tot wraking dient gemotiveerd te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten en omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of niet onafhankelijk zal zijn.
Door de enkele verwijzing door verzoeker naar het lidmaatschap van de rechter van de rotaryclub heeft verzoeker niet aan dit vereiste voldaan. Immers, zonder nadere onderbouwing valt niet in te zien dat het lidmaatschap van bedoelde club zou kunnen leiden tot het oordeel dat er een objectief gerechtvaardigde vrees is voor partijdigheid.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1. in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/ Organisatie/ Rechtbanken/ Rechtbank Noord-Holland/ Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

3.BESLISSING

De rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, en uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.E. van den Bergh, griffier, ter openbare terechtzitting van
18 december 2013.