Uitspraak
Mr. B.W.M. Zegers,
2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK
Naar het oordeel van de wrakingskamer dient het verzoek wegens kennelijke
niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te worden gesteld.
De hierboven genoemde bladzijden zijn hem in die zin bekend dat verzoeker deze reeds eerder in het kader van een andere procedure heeft getoond. De rechter vermoedt dat het stuk is opgesteld door een werkgroep die actief was in de jaren ‘90 van de vorige eeuw.
Verzoeker heeft aan dit vereiste niet voldaan. Immers, door de enkele verwijzing naar enkele pagina’s uit een niet nader omschreven stuk dat blijkens de inhoud betrekking heeft op procedures die omstreeks twintig jaar geleden zijn gevoerd, heeft verzoeker hieraan niet voldaan. Verzoeker heeft evenmin de moeite genomen om te onderbouwen dat en op welke grond een of meer van die in de vorige eeuw gevoerde procedures enig verband zouden kunnen hebben met de onderhavige zaak. Ook kennisneming van de in bedoeld stuk genoemde namen van partijen en procesvertegenwoordigers leidt niet tot de slotsom van enig mogelijk verband.
Het verzoek mist dan ook iedere onderbouwing, zodat het zich niet leent voor inhoudelijke beoordeling.
3.BESLISSING
29 oktober 2013.