Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
BESCHIKKING BENOEMING DESKUNDIGE (artikel 7:304 lid 2 BW)
HOTEL & BEACHCLUB RICHE ONTWIKKELING B.V.
Het verloop van de procedure
De feiten
“(…) Maar goed om toch iets neer te leggen kom ik met het volgende voorstel: een huurprijs tussen de € 2000 en € 2500 per maand een contract voor 5 jaar met 5 optiejaren. (…)”
4 september 2013 niet positief zou zijn gereageerd, een verzoek ex artikel 7:304 BW zou worden ingediend.
Beoordeling van het verzoek
Voor zover Jump Out en[eiser 2] wel ontvankelijk zouden zijn, kan Riche zich niet verenigen met benoeming van Duijn Horecamakelaars, maar verzoekt zij benoeming van AWHoreca Makelaars te Amersfoort of Adhoc Horecamakelaars te Gouda.
Jump Out en[eiser 2] houden voorts vast aan benoeming van Duijn Makelaars, maar hebben voorts geen bezwaar tegen een door de kantonrechter uit te kiezen deskundige voor zover deze voorheen zitting had in de Bedrijfshuuradviescommissie (BHAC).
“De wetgever heeft met art. 7:304 BW beoogd partijen te stimuleren om zonder tussenkomst van de rechter tot aanpassing van de huurprijs te komen, zo nodig op basis en van een advies van een door partijen gezamenlijk (…) benoemde deskundige. Voorts is beoogd de rechter direct te doen beschikken over een deskundigenadvies indien partijen niet tot overeenstemming komen (…). Uitgaande van deze bedoeling moet art. 7:304 lid 2 BW aldus worden verstaan dat voor ontvankelijkheid van de verzoeker in zijn verzoek is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijk te benoemen deskundige. (…) Opmerking verdient dat aan de inhoud van het overleg dat tussen partijen dient plaats te vinden, geen hoge eisten zijn te stellen. Voldoende en ook noodzakelijk is dat serieus en – gelet op het belang van degene in wiens voordeel de mogelijke huurprijswijziging is – zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. (…) Opmerking verdient voorts dat de rechter op grond van art. 7:303 lid 4 BW bevoegd is een andere ingangsdatum voor de nieuwe huurprijs vast te stellen dan de dag waarop de in art. 7:303 lid 1 BW bedoelde vordering is ingesteld of het in art. 7:304 BW lid 2 BW bedoelde verzoek is ingediend. (…)”