ECLI:NL:RBNHO:2013:2191
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst wegens onvoldoende aannemelijkheid van bedrijfseconomische redenen en verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak heeft de Stichting "Blijf van m’n Lijf Den Helder" op 17 januari 2013 een voorwaardelijk verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, die sinds 1 juli 2011 als maatschappelijk werker bij de Stichting werkzaam was. De Stichting stelde dat de arbeidsovereenkomst per 20 september 2012 van rechtswege zou eindigen en dat er bedrijfseconomische redenen en een verstoorde arbeidsverhouding ten grondslag lagen aan het verzoek tot ontbinding. De werknemer betwistte deze redenen en vorderde doorbetaling van haar loon en wedertewerkstelling.
De kantonrechter heeft de zaak op 26 februari 2013 behandeld, waarbij beide partijen werden bijgestaan door hun advocaten. De rechter heeft vastgesteld dat de Stichting onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van bedrijfseconomische redenen voor het verzoek tot ontbinding. De Stichting had niet onderbouwd dat de administratieve taken waren ondergebracht bij een andere organisatie en dat er onvoldoende werk was voor drie medewerkers.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de gestelde verstoorde arbeidsverhouding niet voldoende was onderbouwd. De Stichting kon niet aantonen dat er een vertrouwensbreuk was ontstaan die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is op 12 maart 2013 in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter L. van der Heijden.