ECLI:NL:RBNHO:2013:3268
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden en geschil over opzegtermijn
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 april 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en de vennootschap onder firma Mammoet Tuinmeubel. De werknemer, aangeduid als [werknemer], had een arbeidsovereenkomst die oorspronkelijk was aangegaan voor de duur van zes maanden, met een verlenging tot 17 oktober 2012. Op 29 mei 2012 heeft de werknemer een brief gestuurd waarin zij haar ontslag per 31 mei 2012 aankondigde. De werkgever, Mammoet Tuinmeubel, heeft echter gesteld dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd per 31 mei 2012, zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van één maand.
De werknemer vorderde betaling van haar salaris over de periode van 1 juni 2012 tot 1 juli 2012, omdat zij van mening was dat de arbeidsovereenkomst pas op 1 juli 2012 was geëindigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer op 29 mei 2012 haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en dat Mammoet Tuinmeubel hiermee heeft ingestemd. De kantonrechter oordeelde dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor de werkgever om de werknemer aan een opzegtermijn te houden, en dat de arbeidsovereenkomst op 31 mei 2012 is geëindigd.
De vordering van de werknemer werd afgewezen, en de proceskosten werden voor rekening van de werknemer gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenstemming tussen partijen bij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst, evenals de gevolgen van een eenzijdige opzegging zonder instemming van de werkgever.