In deze zaak gaat het om een ontslag op staande voet dat door BCC (Elektro-Speciaalzaken) B.V. aan werknemer [eiser] is gegeven op 30 november 2012. De werkgever stelde dat [eiser] op 23 november 2012 agressief gedrag vertoonde door een beker warme koffie in het gezicht van een collega te gooien. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden rondom het ontslag beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel het gedrag van [eiser] verwijtbaar was, dit niet voldoende was om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelde dat BCC onvoldoende had gedaan om [eiser] te begeleiden en dat eerdere waarschuwingen niet meer relevant waren voor de beoordeling van het ontslag. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet nietig verklaard en BCC veroordeeld tot doorbetaling van het loon van [eiser] vanaf de datum van ontslag tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. F.J.P. Veenhof op 1 augustus 2013.