Uitspraak
- die [slachtoffer] een of meermalen tegen het hoofd geslagen en/of gestompt en/of
- vervolgens, toen die [slachtoffer] ten val was gekomen en op de grond lag) een of meermalen (met volle voet) op het hoofd gestampt en/of
- een of meermalen de keel van die [slachtoffer] dichtgedrukt (door daar met zijn, verdachte's, vuisten met volle gewicht op te duwen) en/of
- vervolgens) die [slachtoffer] een of meermalen met een mes, althans een steekvoorwerp in de halsstreek gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Evenals de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de aan verdachte ten laste gelegde moord niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daarom dient verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 augustus 2012, dossierpagina 98 tot en met 99;
- een schriftelijk bescheid, te weten een Interdisciplinair Forensisch Onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in IJmuiden op 4 augustus 2012, opgesteld op 21 mei 2013;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2013, dossierpagina 697 tot en met 698;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal bevindingen d.d. 18 januari 2013, dossierpagina 699 tot en met 701;
- het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van uitwerken telefoonopnames d.d. 18 januari 2013, dossierpagina 704 tot en met 707;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd.
Verdachte heeft op zeer gewelddadige wijze [slachtoffer] door haar te slaan, te stompen en met zijn voeten vol op haar hoofd te stampen van het leven beroofd en heeft haar vervolgens achtergelaten in de bossages aan de Heerenduinweg te IJmuiden. Dit misdrijf, het benemen van iemands leven, is de meest ernstige en onomkeerbare aantasting van het hoogste rechtsgoed, te weten het recht op leven, en wordt in ons strafrechtstelsel beschouwd als een van de ernstigste misdrijven.
De deskundigen komen tot de conclusie dat bij verdachte sprake is geweest van een cumulatie van opgekropte boosheid en frustraties waardoor de daardoor ontstane psychische belasting hem teveel werd. Als hiervoor overwogen acht de rechtbank met de deskundigen verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar.