In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een aanbesteding voor leerlingenvervoer in West-Friesland, heeft Connexxion Taxi Services B.V. (hierna: Connexxion) een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Hoorn (hierna: de Gemeente) en Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (hierna: ZCN). De Gemeente had op 1 maart 2013 een Europese openbare aanbesteding aangekondigd voor het leerlingenvervoer, waarbij ZCN de gunning had verkregen. Connexxion betwistte deze gunning en vorderde dat de Gemeente zou worden verboden de opdracht aan ZCN te gunnen, en dat de inschrijvingen opnieuw beoordeeld zouden worden door een nieuw beoordelingsteam. Connexxion stelde dat ZCN niet had moeten worden toegelaten tot de aanbesteding, omdat er sprake was van een ernstige beroepsfout, namelijk een boete opgelegd door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) wegens overtreding van het kartelverbod.
De Gemeente verweerde zich door te stellen dat de boete niet als een ernstige beroepsfout kon worden aangemerkt en dat zij alle relevante omstandigheden had afgewogen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente voldoende had gemotiveerd waarom ZCN niet was uitgesloten van deelname aan de aanbesteding. De rechter concludeerde dat Connexxion niet had aangetoond dat de Gemeente in strijd had gehandeld met de aanbestedingsregels en dat er geen reden was om de gunning aan ZCN te heroverwegen. De vordering van Connexxion werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van het geding. ZCN's vordering om de Gemeente te veroordelen tot het sluiten van de overeenkomst werd eveneens afgewezen, omdat de Gemeente had aangegeven de opdracht aan ZCN te willen gunnen.