Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beslissing
Gronden van de beslissing
mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van
P.M. van der Pol, griffier.
Rechtbank Noord-Holland
Op 12 augustus 2013 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak van verzoekers die een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvraag voor een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. drs. E.M. Bosscher, hadden bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 2 juli 2013, waarin hun aanvraag voor bijstand was afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat verzoeker niet alle gewerkte uren tijdig had doorgegeven, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat verzoeker op meer dagen had gewerkt dan hij had opgegeven, wat leidde tot de conclusie dat zijn verklaring over niet-betaalde voorbereidingswerkzaamheden niet opging. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer was, aangezien verweerder had verklaard dat de nieuwe Wwb-aanvraag van verzoekers zou worden gehonoreerd en er al een voorschot was betaald. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukte dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.