ECLI:NL:RBNHO:2013:7781
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Liefting-Voogd
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek studiefinanciering op basis van te late indiening en rechtsmiddelenclausule
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiser had een verzoek om studiefinanciering ingediend, dat was afgewezen door de minister. De eiser had in januari 2011 studiefinanciering aangevraagd, maar de minister stelde vast dat hij vanaf april 2011 geen recht had op studiefinanciering omdat hij niet (meer) voltijd studeerde. De eiser verzocht om studiefinanciering vanaf april 2011, maar dit verzoek werd bij het primaire besluit van 9 januari 2012 afgewezen. Het bezwaar van de eiser tegen dit besluit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 13 april 2012.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser tegen het bericht van 26 februari 2011, waarin zijn recht op studiefinanciering werd vastgesteld, niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. De eiser stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was omdat de rechtsmiddelenclausule ontbrak in het bericht. De rechtbank oordeelde echter dat de informatie in het bericht niet voldeed aan de vereisten van een rechtsmiddelenclausule, maar dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat er wel degelijk een rechtsmiddelenclausule op de achterzijde van het bericht stond. Hierdoor was de termijnoverschrijding niet verschoonbaar.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek van de eiser om studiefinanciering vanaf april 2011 terecht was afgewezen, omdat het verzoek te laat was ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.