In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen het slaan van een meerpaal en het aanmeren van een drijvend dok door een derde-partij in openbaar water. De rechtbank Noord-Holland heeft op 19 juli 2013 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek om handhaving werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. Dit besluit was gebaseerd op het Handhavingsbeleidsplan 2012-2015, waarin werd gesteld dat vanwege capaciteitsproblemen niet handhavend zou worden opgetreden tegen overtredingen met een lage prioriteit. De rechtbank oordeelde echter dat deze consequentie van het beleid niet redelijk was, aangezien een burger uitzicht moet hebben op handhaving binnen de looptijd van een beleidsplan. De rechtbank verwierp ook het beroep van verweerder op het gelijkheidsbeginsel, omdat dit niet voldeed aan de eisen van consistent en doordacht bestuursbeleid. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en gaf de derde-partij de gelegenheid om alsnog een omgevingsvergunning aan te vragen voor de meerpaal. Tevens werd verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van de uitspraak. Eiser kreeg het betaalde griffierecht vergoed.