Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vonnis in de zaak van:
Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam, gevestigd te Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) een vordering ingesteld tegen de ouders van een minderjarig kind, [naam kind], voor onbetaalde tandheelkundige behandelingen. De behandelingen vonden plaats op 18 september en 29 oktober 2012, waarbij de moeder aanwezig was. ACTA heeft facturen gestuurd aan [naam kind], die onbetaald zijn gebleven. De ouders, [moeder] en [vader], zijn in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van [naam kind] aangesproken voor de betaling van de zorgkosten, die in totaal € 185,00 bedragen, plus rente en incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [moeder] niet is verschenen en dat verstek is verleend. De vordering tegen [moeder] is toegewezen, omdat zij de vordering niet heeft betwist. Wat betreft [vader] heeft de kantonrechter geoordeeld dat hij ook hoofdelijk aansprakelijk is voor de kosten, ondanks zijn verweer dat hij geen opdracht had gegeven voor de behandelingen. De rechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst met ACTA uitsluitend in naam van [naam kind] is gesloten, en dat beide ouders als wettelijk vertegenwoordigers aansprakelijk zijn voor de kosten van de zorg.
De kantonrechter heeft de vordering van ACTA tegen [vader] toegewezen voor het bedrag van € 185,00, maar heeft de rente en incassokosten afgewezen, omdat [vader] niet in verzuim was. De proceskosten zijn ook voor rekening van beide ouders gesteld. De uitspraak is gedaan door mr. W.A. Swildens op 23 september 2013.