ECLI:NL:RBNHO:2013:8617
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen wegens verband met opzegverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap G. NOOR B.V. en een werknemer, aangeduid als [werknemer]. De verzoekende partij, G. NOOR B.V., heeft op 6 december 2012 een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden, met als argument dat de bedrijfseconomische situatie van de onderneming zodanig verslechterd was dat het noodzakelijk was om arbeidsplaatsen te laten vervallen. De werknemer, die sinds 3 februari 2003 in dienst was, was sinds juni 2012 arbeidsongeschikt door ziekte. Noor stelde dat de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende financiële problemen de reden waren voor het verzoek tot ontbinding.
De werknemer heeft verweer gevoerd en betoogd dat er geen bedrijfseconomische redenen waren voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hij stelde dat zijn functie als Grondwerker niet tot de functies behoorde die zouden vervallen en dat het verzoek van Noor verband hield met zijn ziekte. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Noor voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de bedrijfseconomische situatie slecht was, maar dat het verzoek tot ontbinding niet los kon worden gezien van het opzegverbod dat gold vanwege de arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de werknemer daadwerkelijk de functie van Machinist mobiele kraan had vervuld, en dat de twijfel over de functie voor rekening van de werkgever kwam. Daarom werd het verzoek tot ontbinding afgewezen en werd Noor veroordeeld in de proceskosten van de werknemer. De uitspraak benadrukt het belang van goed werkgeverschap en de bescherming van werknemers in geval van ziekte.