ECLI:NL:RBNHO:2013:8632

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2013
Publicatiedatum
24 september 2013
Zaaknummer
C/14/147798/KG ZA 13-254
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van vonnis in kort geding tussen eiseres en EDR Incasso

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis. Eiseres, Marina Josefine, had verzocht om wijziging van het griffierecht dat haar door EDR Incasso was opgelegd. Eiseres stelde dat het griffierecht van € 1.836,-- onterecht was en dat dit verlaagd diende te worden naar € 589,--. EDR Incasso, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. van de Kreeke, heeft in een brief aangegeven dat er geen sprake was van een kennelijke fout en dat het bedrag van € 1.836,-- correct was, aangezien dit bedrag door hen was voldaan. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van eiseres en EDR Incasso zorgvuldig afgewogen. Hij concludeerde dat er geen sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis van 29 augustus 2013. De voorzieningenrechter verwees naar de reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken die op 1 april 2013 in werking is getreden, en stelde vast dat het griffierecht voor EDR Incasso correct was vastgesteld op € 1.836,--, gezien de aard van de vordering en de datum van de dagvaarding. Eiseres had een geldvordering ingesteld, wat betekende dat het hogere griffierecht van toepassing was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van eiseres om verbetering van het vonnis dan ook afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Alkmaar
DJHB/JB
zaaknummer / rolnummer: C/14/147798 / KG ZA 13-254
Vonnis van 24 september 2013
in de zaak van
Marina Josefine [eiseres],
wonende te Heerhugowaard,
eiseres,
advocaat mr. A.R. van Dolder te Heerhugowaard,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEBT RECOVERY AGENCY B.V.,
Handelend onder de naam EDR INCASSO,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. J. van de Kreeke te Spijkenisse.
Partijen zullen hierna [eiseres] en EDR Incasso genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 3 september 2013 is namens [eiseres] de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 29 augustus 2013 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het door [eiseres] te betalen griffierecht van EDR Incasso wordt gewijzigd in een bedrag van € 589,-- in plaats van € 1.836,--.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft EDR Incasso in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Bij brief van 19 september 2013 heeft mr. Van de Kreeke namens EDR Incasso aan de voorzieningenrechter bericht dat volgens haar geen sprake is van een kennelijke verschrijving, nu het bedrag aan griffierecht van € 1.836,-- door de rechtbank bij EDR Incasso in rekening is gebracht en door EDR Incasso is voldaan. Van de Kreeke heeft daarnaast aangegeven geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben, indien het verschil tussen het door EDR Incasso betaalde griffierecht van € 1.836,-- en het bedrag van € 589,-- aan EDR Incasso wordt teruggestort.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis van 29 augustus 2013 geen sprake is van een kennelijke fout. Daartoe wordt als volgt overwogen.
2.2.
Op 1 april 2013 (Stb. 2013, 119) is de reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken (Stb. 2013, 92) in werking getreden. Met deze reparatiewet is de Wet griffierechten burgerlijke zaken gewijzigd, voor zover hier van belang in die zin, dat geldvorderingen tot een bedrag van € 25.000,00 niet langer vallen onder “het lage tarief”.
2.3.
Ingevolge de thans geldende bijlage bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken bedraagt het griffierecht bij de rechtbank voor andere zaken dan kantonzaken voor niet natuurlijke personen in zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan € 100.000,-- : € 1 836,--.
2.4.
Blijkens het petitum van de dagvaarding, zoals verwoord onder 3.1 van het vonnis van 29 augustus 2013, heeft [eiseres] - naast ongedaanmaking van een negatieve vermelding in de kredietdatabank - gevorderd EDR Incasso te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 121,60. [eiseres] heeft aldus niet alleen een vordering van onbepaalde waarde ingesteld, maar tevens een geldvordering.
2.5.
De dagvaarding is uitgebracht op 9 augustus 2013 en dus na 1 april 2013. Bij EDR Incasso, zijnde een rechtspersoon, is daarom het juiste bedrag aan griffierecht in rekening gebracht. [eiseres] is in het vonnis van 29 augustus 2013 veroordeeld tot betaling van de proceskosten van EDR Incasso, die op het juiste bedrag zijn begroot. De voorzieningenrechter zal het verzoek van [eiseres] dan ook afwijzen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
wijst het verzoek om verbetering van het op 29 augustus 2013 tussen [eiseres] en EDR Incasso gewezen vonnis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. Blokland, voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2013 in tegenwoordigheid van mr. D.J.H. Best, griffier.