Uitspraak
RECHTBANK TE ALKMAAR
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
woensdag 7 augustus 2013, voor akte aan beide zijden met betrekking tot het vermelde onder 2.10.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland te Alkmaar is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een aanbestedingsrechtelijke procedure tussen P.C. VAN DER WIEL B.V. en DE GEMEENTE DEN HELDER. De procedure is gestart door de eisers, P.C. VAN DER WIEL B.V. en Huiberts V.O.F., die worden vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M. Vijverberg. De gedaagde partij is de gemeente Den Helder, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J.L. van Ee. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 14 november 2012 besloten dat beide partijen ieder één deskundige moeten aanwijzen, die samen een derde deskundige moeten aanwijzen. Dit besluit is genomen om een evenwichtige samenstelling van het team van deskundigen te waarborgen en om een onpartijdig deskundigenrapport te verkrijgen.
In het tussenvonnis van 5 juni 2013 heeft de rechtbank de partijen verzocht om hun deskundigen voor te dragen. De gemeente heeft de heer [deskundige 1] voorgedragen, terwijl de Combinatie de heer [deskundige 2] heeft voorgesteld. Beide deskundigen zijn bereid om samen met een derde deskundige een rapport uit te brengen. De rechtbank heeft de partijen de tijd gegeven om een derde deskundige voor te dragen en hen verzocht om verslag te doen van hun zoektocht indien dit niet zou lukken. De rechtbank heeft benadrukt dat de deskundigen onpartijdig moeten zijn en niet financieel afhankelijk mogen zijn van een organisatie die betrokken is bij de certificeringsystemen.
De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor akte aan beide zijden met betrekking tot de voorgestelde derde deskundige en heeft iedere beslissing aangehouden in afwachting van deze akten. De rechtbank heeft de partijen een termijn van twee maanden gegeven om de derde deskundige voor te dragen. Dit tussenvonnis is openbaar uitgesproken op 5 juni 2013 door mr. drs. J. Blokland.