ECLI:NL:RBNHO:2013:9065
Rechtbank Noord-Holland
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift tegen de afwijzing van de rechter-commissaris voor nader onderzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 september 2013 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen de beslissing van de rechter-commissaris, die op 16 augustus 2013 een verzoek tot nader onderzoek had afgewezen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.L. Louwerse, had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, met het argument dat er sprake was van een tunnelvisie aan de zijde van het openbaar ministerie en dat er belangrijke getuigen waren die gehoord dienden te worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend en dat de bezwaarde in zijn bezwaarschrift ontvankelijk was.
De rechtbank heeft de standpunten van zowel de verdediging als de officier van justitie gehoord. De verdediging stelde dat het horen van getuigen en het verrichten van nader onderzoek noodzakelijk was voor een goede verdediging, terwijl de officier van justitie zich verzette tegen het horen van bepaalde getuigen, omdat hun verklaringen volgens hem niet relevant zouden zijn voor de zaak. De rechtbank heeft vervolgens de argumenten van beide partijen gewogen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er voldoende verdedigingsbelang was bij het horen van medeverdachte [medeverdachte] en getuige [getuige 1]. De rechtbank heeft het bezwaarschrift in zoverre gegrond verklaard. Voor de overige verzoeken tot nader onderzoek, zoals het horen van andere getuigen en het onderzoeken van tickets en telefoons, heeft de rechtbank geoordeeld dat deze niet konden bijdragen aan de beslissing in de zaak, en heeft deze verzoeken ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de beslissing van de rechter-commissaris in die zin bevestigd, dat de afwijzing van de overige onderzoekshandelingen in redelijkheid was genomen.