Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
De procedure
De feiten
“verkopen buiten de kassa om”.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een werknemer van HMSHost, en zijn werkgever, de besloten vennootschap Horeca Exploitatiemaatschappij Schiphol B.V. [eiser] was sinds mei 1993 in dienst bij HMSHost en werd op 25 juni 2013 op staande voet ontslagen wegens vermeende frauduleuze handelingen. De werkgever had een extern onderzoeksbureau, Interseco, ingeschakeld om een observatieonderzoek uit te voeren, waarbij video-opnamen werden gemaakt van [eiser] tijdens zijn werkzaamheden. De werkgever stelde dat [eiser] zich niet aan de kassiersovereenkomst hield en dat hij verkopen buiten de kassa om had uitgevoerd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2013 heeft de kantonrechter de video-opnamen bekeken en partijen gehoord. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet onverwijld was gegeven, aangezien het onderzoek door Interseco tijdrovend was en het ontslag pas na de bespreking van de onderzoeksresultaten met [eiser] was aangezegd. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever onvoldoende bewijs had geleverd voor de beschuldigingen van fraude en dat de eerdere waarschuwing uit 2003 te lang geleden was om nog relevant te zijn voor de beoordeling van het ontslag.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] tot wedertewerkstelling toegewezen, omdat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was. Daarnaast werd HMSHost veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en de proceskosten. De kantonrechter benadrukte het belang van het dienstverband van [eiser] en de noodzaak voor HMSHost om hem weer in dienst te nemen, gezien de lange duur van zijn dienstverband en de economische situatie.