ECLI:NL:RBNHO:2013:9339

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2013
Publicatiedatum
10 oktober 2013
Zaaknummer
590973
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling door Fa-med B.V. wegens onduidelijke declaratie van kaakchirurg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Fa-med B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Fa-med vorderde betaling van een bedrag van € 69,40, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, van de gedaagde, die een factuur van de kaakchirurg M. Fathi niet had voldaan. De vordering was gebaseerd op een consult dat de gedaagde op 24 maart 2012 had gehad bij de kaakchirurg, die een broer is van de tandarts F. Fathi, bij wie de gedaagde onder behandeling was. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat er geen sprake was van een declarabel consult, omdat de kaakchirurg geen onderzoek had verricht tijdens de afspraak.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de verklaringen van partijen. De rechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende was geïnformeerd over de kosten van het consult, gezien de familierelatie tussen de tandarts en de kaakchirurg en het feit dat zij in dezelfde praktijkruimte werkten. De kantonrechter concludeerde dat er op 24 maart 2012 geen sprake was van een volledig consult dat afzonderlijk in rekening kon worden gebracht, en dat de kosten van deze afspraak gedekt waren door de betaling van een later consult.

Daarom heeft de kantonrechter de vordering van Fa-med afgewezen en de proceskosten aan de zijde van de gedaagde vastgesteld op € 25,00 voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 590973 \ CV EXPL 13-1658
datum uitspraak: 25 september 2013

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake
de besloten vennootschap Fa-med B.V.
te Amersfoort
eisende partij
hierna te noemen Fa-med
gemachtigde Bosveld Gerechtsdeurwaarders & Incasso's B.V.
tegen
[gedaagde]
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
procederende in persoon

De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van21 januari 2013, met één productie,
  • het proces-verbaal van de zitting van 13 februari 2013 houdende de mondelinge conclusie van antwoord,
  • de schriftelijke aanvulling op de mondelinge conclusie van antwoord, met producties,
  • de door de kantonrechter tussen partijen gewezen en op 27 februari 2013 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek, met producties,
  • de conclusie van dupliek, met producties,
  • de door de kantonrechter tussen partijen gewezen en op 3 juli 2013 uitgesproken rolbeschikking.
[gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek nog producties in het geding gebracht. Hoewel
Fa-med bij rolbeschikking van 3 juli 2013 in de gelegenheid was gesteld op die producties te reageren, heeft zij daar geen gebruik van gemaakt.

De feiten

[gedaagde] is onder behandeling geweest bij de tandarts F. Fathi in Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.
In verband met het plaatsen van een implantaat bij [gedaagde] heeft tandarts F. Fathi voor [gedaagde] een afspraak gemaakt bij de kaakchirurg M. Fathi, een broer van de genoemde tandarts die praktijk houdt in dezelfde ruimte als de tandarts F. Fathi.
De kaakchirurg heeft aan [gedaagde] een factuur gezonden voor het bedrag van € 31,78, welk bedrag door [gedaagde] onbetaald is gelaten.

De vordering

Fa-med vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om aan Fa-med tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 69,40, vermeerderd met de wettelijke rente over € 31,78 vanaf 10 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Fa-med heeft het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd:
[gedaagde] is op 24 maart 2012 op consult geweest bij de kaakchirurg M. Fathi, verbonden aan ‘Kaakchirugie Floriande’ in Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.
[gedaagde] is in gebreke gebleven de factuur voor dit consult van 7 april 2012 voor het bedrag van € 31,78 aan ‘Kaakchirugie Floriande’ te voldoen.
‘Kaakchirurgie Floriande’ heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Fa-med.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Fa-med genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven. Fa-med heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van € 37,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Fa-med te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend tot
10 december 2012, € 0,62.

Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.

De beoordeling

1.
[gedaagde] weigert de nota van de kaakchirurg te voldoen, daartoe stellende dat de kaakchirurg geen onderzoek heeft verricht tijdens de eerste afspraak die door diens broer was gemaakt. Volgens de stelling van [gedaagde] heeft de kaakchirurg het nodige onderzoek pas bij een latere afspraak verricht, welk onderzoek ook is gefactureerd en wel is betaald.
2.
Het is een feit van algemene bekendheid dat voor een consult betaald moet worden. Beoordeeld moet daarom worden of de onderhavige afspraak als een te declareren consult kan worden beschouwd. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend.
3.
Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter niet zal uitgaan van datgene wat [gedaagde] ter zitting van 13 februari 2013 (blijkens de daarvan gemaakte aantekeningen) zou hebben verklaard. Uit de schriftelijke aanvulling blijkt immers dat [gedaagde] zich niet vrij heeft gevoeld te verklaren zoals de zaak volgens hem in werkelijkheid lag. Daarom zal als uitgangspunt hebben te gelden wat [gedaagde] in zijn schriftelijke aanvulling uiteen heeft gezet en de reactie daarop van Fa-med.
4.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Fa-med niet voldoende overtuigend het verweer van [gedaagde] weerlegd. [gedaagde] heeft namelijk aangevoerd dat bij de onderhavige afspraak geen sprake was van een medische behandeling omdat
“de tandarts juist kort voor deze afspraak een controle heeft gedaan en vanuit zijn oogpunt reeds had geconstateerd dat er geen redenen waren om geen implantaat te plaatsen. Ten tweede is dat specifieke onderzoek (…) na deze kennismakingsafspraak alsnog uitgevoerd en in rekening gebracht als dossier onderzoek, waarbij op basis van reeds beschikbare röntgenfoto’s, het behandelplan voor de implantaat is vastgesteld.”
5.
De reactie van Fa-med houdt in dat de kaakchirurg op 24 maart 2012 in de mond van [gedaagde] heeft gekeken en dat er dus sprake was van een consult. Daarmee gaat Fa-med evenwel voorbij aan het op die dag werkelijk verrichte onderzoek, dat volgens [gedaagde] niet heeft plaatsgevonden. Het enkel in de mond kijken is daarvoor niet voldoende, omdat immers later bleek dat ook foto’s moesten worden en zijn bekeken en een behandelplan moest worden en is opgesteld. Uit de reactie van Fa-med en de daarin overgelegde producties blijkt niet onomstotelijk dat dit alles op 24 maart 2013 is gedaan.
6.
Onder de gegeven omstandigheden komt de kantonrechter tot de conclusie dat op
24 maart 2012 geen sprake was van een (volledig) consult dat afzonderlijk in rekening kon worden gebracht. De kosten van deze afspraak moeten geacht worden te zijn gedekt door de betaling van het latere consult. Dit geldt temeer omdat de afspraak was gemaakt door de tandarts bij diens broer in dezelfde praktijkruimte en voorts gesteld noch gebleken is dat aan [gedaagde] is meegedeeld dat voor deze afspraak afzonderlijke kosten in rekening zouden worden gebracht. In beginsel is een dergelijke mededeling niet vereist, maar in dit geval wel gelet op de familierelatie tussen de tandarts en de kaakchirurg en het feit dat zij in dezelfde ruimte praktijk houden. Eén en ander kan tot een onduidelijke situatie als de onderhavige aanleiding geven. Het ligt dan op de weg van de tandarts en/of de kaakchirurg hier volledig duidelijk over te zijn.
7.
Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.
8.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
9.
Fa-med zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat [gedaagde] zich niet door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan, komen op grond van het bepaalde bij artikel 238 Rv, afgezien van de hier niet aan de orde zijnde noodzakelijke verletkosten, voor vergoeding slechts de noodzakelijke reis- en verblijfkosten in aanmerking. Gebleken is dat [gedaagde] in persoon op de zitting van
13 februari 2013 is verschenen. Daarom zullen zijn noodzakelijke reis- en verblijfkosten op € 25,00 worden vastgesteld.

Beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Fa-med in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden vastgesteld op € 25,00 wegens noodzakelijke reis- en verblijfkosten.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.
Coll.