ECLI:NL:RBNHO:2013:9340

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 oktober 2013
Publicatiedatum
10 oktober 2013
Zaaknummer
599263
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging agentuurovereenkomst en klantenvergoeding tussen BeteS Kantoorinnovatie VOF en Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 oktober 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen BeteS Kantoorinnovatie VOF en Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V. BeteS vorderde betaling van verschillende bedragen op basis van een agentuurovereenkomst die zij met Konica had. De procedure begon met een dagvaarding op 8 april 2013, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 26 juni 2013. De kern van het geschil draaide om de beëindiging van de agentuurovereenkomst en de vraag of deze beëindiging als onregelmatig kon worden gekwalificeerd. BeteS stelde dat Konica de overeenkomst onregelmatig had opgezegd, terwijl Konica betwistte dat er sprake was van een agentuurovereenkomst en stelde dat de beëindiging in onderling overleg had plaatsgevonden.

De feiten wezen uit dat BeteS sinds 2006 als agent voor Konica had opgetreden en dat er een e-mailwisseling had plaatsgevonden waarin de beëindiging van de samenwerking werd besproken. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst voldeed aan de eisen van een agentuurovereenkomst volgens artikel 7:428 BW, en dat de beëindiging van de overeenkomst op 6 maart 2012 in onderling overleg had plaatsgevonden. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van een onregelmatige opzegging door Konica.

BeteS had ook aanspraak gemaakt op een klantenvergoeding op basis van artikel 7:442 BW, maar de kantonrechter oordeelde dat BeteS niet had aangetoond dat de overeenkomsten met door haar aangebrachte klanten aanzienlijke voordelen voor Konica opleverden. Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van BeteS af en veroordeelde haar in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 599263 \ CV EXPL 13-4343
datum uitspraak: 2 oktober 2013

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake
de vennootschap onder firma BeteS Kantoorinnovatie VOF
te Hilversum
eisende partij
hierna te noemen BeteS
gemachtigde mr. M.R. Maathuis
tegen

de besloten venootschap met beperkte aansprakelijkheid

Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V.
te Badhoevedorp
gedaagde partij
hierna te noemen Konica
gemachtigde mr. R.C. van Holthe (bedrijfsjurist)

De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van8 april 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewezen en op 26 juni 2013 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 4 september 2013 gehouden comparitie van partijen en de op die zitting door de gemachtigde van BeteS in het geding gebrachte akte met producties.

De feiten

BeteS heeft sedert 2006 afdrukapparatuur ingekocht bij Konica en op eigen naam verkocht aan diverse eindgebruikers.
In het kader van die in- en verkoop sloot BeteS in naam van Konica onderhoudscontracten tussen Konica en de onder a bedoelde eindgebruikers.
Voor haar bemiddeling bij de totstandkoming van die onderhoudscontracten ontving BeteS van Konica zogenoemde “credits”. Deze “credits” werden verrekend met nieuwe aankopen van apparatuur door BeteS bij Konica.
Per e-mailbericht van 8 maart 2012 heeft Konica het volgende aan BeteS geschreven:
“Als gevolg van ons gesprek dinsdag 6 maart, hebben we gezamenlijk geconstateerd dat er geen basis bestaat voor continuering van het Partnerschap tussen Konica Minolta en Betes VOF.
In tegenstelling tot (contractuele) afspraken willen wij tot een eenmalige afrekening komen van de huidige en toekomstige borderel facturen met als doel de samenwerking tot beider tevredenheid af te wikkelen.
Status huidige borderel facturen euro 3.918,16 per 1 oktober 2011
Toekomstige borderel maximaal euro 1.000,-
Tezamen euro 4.918,16
Finale afwikkeling, per direct uit te betalen door Konica Minolta euro 2.459,08
(…)”
Konica heeft het in het e-mailbericht van 8 maart 2012 genoemde bedrag van € 2.459,08 aan BeteS betaald.
Per e-mailbericht van 30 mei 2012 heeft BeteS aan Konica geschreven dat zij niet akkoord gaat met het bedrag van € 2.459,08 als een finale kwijting.
Per e-mailbericht van 31 mei 2012 heeft Konica aan BeteS geantwoord bij haar standpunt te blijven.

De vordering

BeteS vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1.
Konica zal veroordelen aan BeteS te betalen:
i. € 1.459,00, zijnde het verschil tussen de door Konica zelf vastgestelde hoogte van de provisie en de daadwerkelijk uitbetaalde provisie,
ii. € 1.300,32, terzake de schadevergoeding voor onregelmatige opzegging ex artikel 7:441 BW,
iii. € 2.600,63, terzake de klantenvergoeding ex artikel 7:442 BW,
vermeerderd met de wettelijke handelsrente over die bedragen vanaf 1 oktober 2011, dan wel 8 maart 2012, althans een in goede justitie te bepalen andere datum, tot en met die der algehele voldoening;
2.
Konica zal veroordelen in de kosten van dit geding en nakosten voor het geval gedaagde na veertien dagen na betekening van het vonnis in gebreke blijft met het voldoen daarvan.
BeteS heeft het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd:
BeteS heeft sinds 2006 opgetreden als agent van (de rechtsvoorgangers van) Konica. Door de tussenkomst van BeteS zijn onderhoudscontracten gesloten met meer eindgebruikers van Konica afdrukapparatuur, waarvan er thans nog vier voortduren:
- C.W.A. De Kroes Toeleveringsbedrijven B.V.,
- Profin Financiële & Assurantie Adv. B.V.,
- Mediamonks B.V. en
- De Nederlandse Wijnbeurs B.V.
De overeenkomst tussen partijen kwalificeert zich als een agentuurovereenkomst in de zin van artikel 7:428 BW.
Konica verstrekte van tijd tot tijd overzichten waarin de opgebouwde provisie staat vermeld. Deze provisie heeft BeteS in de loop der jaren kunnen gebruiken o.a. bij de aanschaf van nieuwe apparatuur, in welk geval korting werd verleend op de door Konica gebruikte verkoopprijzen. Daarnaast werd deze provisie van tijd tot tijd ook per bank aan BeteS uitbetaald.
Begin 2012 heeft Konica BeteS geïnformeerd de samenwerking eenzijdig te willen beëindigen.
Onregelmatige opzegging
De overeenkomst kan op grond van artikel 7:437 BW slechts met een opzegtermijn van zes maanden tegen het einde van de kalendermaand worden beëindigd.
Met de beëindiging van de overeenkomst op 6 maart 2012 met onmiddellijke ingang heeft Konica artikel 7:437 BW geschonden. Krachtens artikel 7:439 BW is Konica daardoor schadeplichtig geworden jegens BeteS.
Op grond van artikel 7:441 BW dient Konica een schadevergoeding te betalen ter hoogte van de beloning over de tijd dat de agentuurovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren.
Klantenvergoeding
Daarnaast maakt BeteS aanspraak op de in artikel 7:442 BW genoemde klantenvergoeding.
Specificatie van de vordering
Status per 1 oktober 2011:
Per e-mailbericht van 8 maart 2012 heeft Konica medegedeeld dat per 1 oktober 2011 sprake was van een borderel voor een totaalbedrag van € 3.918,16.
Niettemin heeft Konica slechts € 2.459,08 betaald, zodat het verschil van € 1.459,00 nog moet worden betaald.
Onregelmatige beëindiging
Over de jaren 2006-2011 heeft BeteS gemiddeld per jaar € 2.600,64 aan provisie ontvangen.
Daarom heeft zij op grond van het bepaalde bij artikel 7:441 BW recht op betaling van een vergoeding van 50% daarvan, te weten: € 1.300,32.
Klantenvergoeding
Op basis van de gemiddelde provisie over de jaren 2006-2011 heeft BeteS, gelet op het bepaalde bij artikel 7:442 BW, recht op een klantvergoeding van € 2.600,63.
Voorts is Konica de wettelijke handelsrente verschuldigd geworden.

Het verweer

Konica betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
Verkeerde procespartij
BeteS daagt niet de juiste leverancier. De leverancier van BeteS was Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V. of haar rechtsvoorgangster.
Om die reden moet de vordering worden afgewezen.
Kwalificatie van de overeenkomst
Konica beschikt niet over een schriftelijk stuk van de overeenkomst tussen partijen. BeteS was een relatie van de rechtsvoorgangster van Konica.
Konica heeft, in navolging van haar rechtsvoorgangster, met andere partijen wel schriftelijke afspraken gemaakt over wat er gebeurt bij de verkoop van Konica Minolta apparatuur. Deze afspraken bevatten de volgende belangrijke zinsnede:
“Er worden geen kreditbedragen uitgekeerd. Deze worden verrekend met nieuwe aankopen.”
Dit is ook aan BeteS gemeld en tijdens de bespreking in maart 2012 ook erkend door BeteS.
Niet ontkend wordt dat BeteS in zes jaar tijd bij een enkel bedrijf in Nederland apparatuur van Konica heeft geplaatst (in een enkel geval op initiatief van of door toedoen van Konica).
Het betreft:
  • C.W.A. de Kroes Toeleveringsbedrijven B.V. (2006), contract is al enige tijd afgelopen,
  • Mediamonks B.V. (2006), contract was voor drie jaar en is al afgelopen,
  • De Nederlandse Wijnbeurs B.V. (2006/2008), contract was voor 60 maanden en is vrijwel afgelopen,
  • Profin Financiële & Assurantie Adv. B.V., (2010) contract was voor 60 maanden.
Door Konica is aan BeteS medegedeeld dat zij niet kon rekenen op nog enige uitbetaling van creditbedragen nu BeteS voornemens was geen nieuwe orders meer te plaatsen bij Konica.
Het staat zeker niet vast dat er tussen partijen een agentuurovereenkomst was gesloten, dan wel een overeenkomst die zo gekwalificeerd zou moeten worden. Uit alle overgelegde facturen blijkt dat er nergens gesproken wordt over provisie. Sterker nog, uit twee facturen blijkt juist dat BeteS alleen maar kon verrekenen.
Ook staat vast dat door Konica nimmer overzichten zijn verstrekt waarop opgebouwde provisie is weergegeven.
Zo er al van een agentuurovereenkomst sprake zou kunnen zijn is door beide partijen al sedert eind 2010 en concreet sedert september 2011 gesproken over beëindiging van het partnerschap en is er dus ruimschoots rekening gehouden met een eventuele opzegtermijn van zes maanden.
Er was geen sprake van een plotseling opzeggen, laat staan van een eenzijdig opzeggen. Het was een gemeenschappelijke beslissing van partijen.
Konica heeft een voorstel gedaan om € 2.459,08 ineens uit te betalen; de berekening van dat bedrag is per e-mailbericht van 8 maart 2012 medegedeeld. Hierbij werd rekening gehouden met toekomstige borderel en met het feit dat het verrekend moest worden met een order.
Konica meent dat zij een zeer redelijk voorstel heeft gedaan.

De beoordeling

De juiste procespartij

1.
Door BeteS is ter comparitie een uittreksel uit het Handelsregister overgelegd met betrekking tot de juiste naam van Konica. Daaruit blijkt dat het standpunt van Konica correct is. Niettemin hoeft dit niet tot afwijzing van de vordering te leiden. De kantonrechter zal namelijk ambtshalve (omdat BeteS heeft verzuimd om rectificatie te verzoeken) de dagvaarding rectificeren met betrekking tot de juiste naam van Konica, zoals hierboven bij de aanduiding van de partijen in de kop van het vonnis is vermeld. Konica is daardoor niet geschaad in haar belangen. Zij heeft immers voldoende gelegenheid gekregen en benut om inhoudelijk verweer tegen de vordering te voeren.
Agentuurovereenkomst
2.
Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet de overeenkomst tussen partijen met betrekking tot de onderhoudscontracten aan de vereisten die artikel 7:428 BW stelt voor het aannemen van een agentuurovereenkomst. Immers, BeteS verleende bemiddeling bij de totstandkoming van onderhoudscontracten tussen Konica en de eindgebruikers van de onderhavige apparatuur en ontving daarvoor een beloning. De kantonrechter neemt, nu het tegendeel is gesteld noch gebleken, daarbij aan dat aan die bemiddeling een opdracht van Konica ten grondslag lag.
3.
Dat de beloning via “credits” werd verrekend en niet in contanten werd uitbetaald, doet daar niet aan af. Dat betreft immers alleen de wijze van betaling van de overeengekomen beloning voor de bemiddeling.
Onregelmatige opzegging
4.
Tussen partijen staat vast dat zij op 6 maart 2012 met elkaar hebben gesproken over de voortzetting of beëindiging van de overeenkomst. Ter comparitie is namens BeteS verklaard dat zij het volgende bij dat gesprek naar voren heeft gebracht: BeteS opereert merkonafhankelijk, BeteS ontving sedert september 2011 geen “credits” meer, BeteS vroeg zich af of het nog zin had met elkaar door te gaan en had een voorkeur voor een ander dan Konica.
5.
Na het gesprek van 6 maart 2012 heeft Konica het bedrag, genoemd in het e-mailbericht van 8 maart 2012, aan BeteS betaald.
6.
Vervolgens heeft BeteS per e-mailbericht van 30 mei 2012 aan Konica bericht het niet eens te zijn met de beëindiging.
7.
De kantonrechter is van oordeel dat Konica, gelet op de verklaring van BeteS tijdens het gesprek op 6 maart 2012 en de betaling van het onderhavige bedrag er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd en ook mocht vertrouwen dat de overeenkomst in onderling overleg was beëindigd. Als BeteS het daar niet mee eens was, had zij eerder dan 30 mei 2012 van haar ongenoegen moeten laten blijken.
8.
Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een beëindiging in onderling overleg en niet van (onregelmatige) opzegging door Konica.
Klantenvergoeding
9.
BeteS heeft verzuimd te stellen en bij bestrijding te bewijzen aangeboden dat, zoals artikel 7:442 BW vereist, de overeenkomsten met door haar aangebrachte klanten of de overeenkomsten met bestaande klanten die door haar aanzienlijk zijn uitgebreid, Konica nog aanzienlijke voordelen opleveren.
10.
Los van de vraag of de gevorderde vergoeding, gelet op het reeds door Konica betaalde bedrag, billijk is (zoals ook door artikel 7:442 BW wordt vereist) zal de vordering dus reeds moeten worden afgewezen omdat niets is gesteld en/of gebleken over de in artikel 7:442 BW genoemde aanzienlijke voordelen voor Konica.
Slotsom
11.
Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.
12.
BeteS zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

Beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt BeteS in de proceskosten, aan de zijde van Konica tot op heden vastgesteld op € 500,00 aan salaris gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.