ECLI:NL:RBNHO:2013:9439

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 augustus 2013
Publicatiedatum
14 oktober 2013
Zaaknummer
AWB 11/826
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
  • C.E. Heyning-Huydecoper
  • L. Beijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bouwvergunning en ontheffing voor vergroting bergingen, procesbelang vervalt na verlening vergunning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is het beroep van eisers La Residenza B.V. en Gilesta de Manege B.V. tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort om een ontheffing en lichte bouwvergunning te verlenen voor de gedeeltelijke vergroting van bergingen aan de orde. De rechtbank heeft op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan. De eisers hadden bezwaar gemaakt tegen het besluit van 6 augustus 2010, waarin de vergunning was geweigerd. Dit bezwaar werd door de gemeente op 4 januari 2011 ongegrond verklaard, waarna eisers beroep instelden. Tijdens de zitting op 20 september 2012 werd duidelijk dat de gemeente voornemens was alsnog een bouwvergunning te verlenen. Dit gebeurde uiteindelijk op 15 november 2012, waarbij het eerdere besluit werd ingetrokken en de vergunning alsnog werd verleend.

De rechtbank oordeelde dat door de verlening van de bouwvergunning het procesbelang van eisers bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep was komen te vervallen. De eisers konden niet aannemelijk maken dat er nog procesbelang aanwezig was, waardoor de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eisers, vastgesteld op € 1.180,-, en diende het griffierecht van € 302,- aan eisers vergoed te worden. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 11/826

uitspraak van de meervoudige kamer van 21 augustus 2013 in de zaak tussen

Cocarde V.O.F.e.a.,

La Residenza B.V.
Gilesta de Manege B.V.
alle te Zandvoort, eisers
(gemachtigde: mr.drs. Th.F. Roest),
en

het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, verweerder,

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [naam derde partij], te [woonplaats].

Procesverloop

Bij besluit van 6 augustus 2010, verzonden op 9 augustus 2010, heeft verweerder geweigerd om ontheffing en lichte bouwvergunning te verlenen voor het gedeeltelijk vergroten van bestaande bergingen op het perceel [perceel].
Bij besluit van 4 januari 2011 heeft verweerder het hiertegen door eisers gemaakte bezwaar, onder aanpassing van de motivering, ongegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder verwezen naar het advies van de commissie voor de bezwaarschriften.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 11 februari 2011 beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 20 september 2012, alwaar eisers zijn vertegenwoordigd door R. de Biase, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door S.A. Sandbergen en T. van der Kleij, beiden werkzaam bij de gemeente Zandvoort. De derde partij is verschenen, vergezeld van zijn echtgenote en dochter.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst, nu verweerder op zitting heeft aangegeven voornemens te zijn alsnog bouwvergunning te verlenen.
Bij besluit van 15 november 2012 heeft verweerder het tegen het primaire besluit van 6 augustus 2010 gemaakte bezwaar van eisers alsnog gegrond verklaard en het besluit van 4 januari 2011 ingetrokken, het primaire besluit herroepen en alsnog een lichte bouwvergunning verleend ter legalisatie van het gedeelte van de bergingen dat in afwijking van de bouwvergunning van 16 februari 2006 is gerealiseerd. De derde partij heeft daartegen beroep ingesteld, welk beroep is geregistreerd onder procedurenummer AWB 12 - 5833.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voortgezet op 8 januari 2013, alwaar eisers zijn vertegenwoordigd door R. de Biase, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door T. van der Kleij en M. de Vries, beiden werkzaam bij de gemeente Zandvoort. De derde partij is verschenen, vergezeld van zijn echtgenote en dochter. Het beroep is gelijktijdig behandeld met de beroepen AWB 12 - 5833, 11 - 2726 en 11 - 229.

Overwegingen

1.
Het bouwplan ziet op het (reeds gerealiseerde) gedeeltelijk vergroten van de bergingen, behorende bij het eerder vergunde en gerealiseerde appartementencomplex op het perceel [perceel]. De bergingen zijn in afwijking van de eerder verleende bouwvergunning van 16 februari 2006 voor het appartementencomplex verschoven in oostelijke richting, richting de tuinen van de [locatie].
2.
Aanvankelijk heeft verweerder geweigerd bouwvergunning te verlenen ter legalisatie van het in afwijking van de bouwvergunning van 16 februari 2006 gebouwde. Verweerder heeft evenwel alsnog bij besluit 15 november 2012 bouwvergunning verleend. Daarbij is tevens het bezwaar tegen het primaire besluit van 6 augustus 2010 gegrond verklaard en dit primaire besluit herroepen. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee het procesbelang van eisers bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep komen te vervallen. Op zitting hebben eisers desgevraagd niet aannemelijk gemaakt dat nog procesbelang aanwezig is. De rechtbank zal het beroep derhalve niet-ontvankelijk verklaren.
3.
Er bestaat voorts aanleiding voor een proceskostenveroordeling ten aanzien van verweerder, nu verweerder eerst na het instellen van beroep door eisers volledig is tegemoetgekomen. De proceskosten worden aan de hand van het Besluit proceskosten bestuursrecht gesteld op € 1.180,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en 0,5 punt voor het verschijnen ter nadere zitting, met een waarde per punt van € 472,- en een wegingsfactor 1) voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten tot een bedrag van in totaal € 1.180,-, te betalen door verweerder aan eisers;
- gelast dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht van € 302,- aan hen vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzitter, mr. C.E. Heyning-Huydecoper en mr.drs. L. Beijen, leden, in aanwezigheid van R.I. ten Cate, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2013.
griffier voorzitter
afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.