Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 december 2012
- de akte na tussenvonnis van [eisers]
- de antwoordakte van Kortmann.
2.De verdere beoordeling
Kortmann heeft de rechtbank bij antwoordakte verzocht dat oordeel te heroverwegen. Daartoe voert zij – samengevat – aan dat pas wanneer vaststaat (1) wat de waarde is van een schilderij, (2) wat de aan restauratie verbonden kosten zullen zijn en (3) wat de eventuele minderwaarde is van dat schilderij na restauratie zal kunnen worden beoordeeld of het schilderij als verloren moet worden beschouwd, waarbij tevens als criterium heeft te gelden of de oorspronkelijke schilder bereid is aan de restauratie mee te werken. Om die reden wenst Kortmann aan de door de rechtbank voorgestelde vragen aan de deskundige toe te voegen de vraag naar de restauratiemogelijkheden en een eventuele minderwaarde van het schilderij.
3.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna een daartoe strekkend betalingsverzoek van de griffie,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl>Procedures>Landelijke regelingen>Civiel recht>Leidraad deskundigen) of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,