ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ1035

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
c-14-142906-KG ZA 13-7
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gelding non-concurrentiebedingen toegewezen tegen (oud) werknemers en concurrerend bedrijf waar deze werknemers werkzaam zijn of in dienst willen treden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 februari 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Advanced Valve Solutions B.V. (hierna: AVS) en de besloten vennootschap Valveco - The Valve Company B.V. (hierna: Valveco) met betrekking tot de geldigheid van concurrentie- en relatiebedingen. AVS vorderde dat de voorzieningenrechter Valveco zou verbieden om [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in dienst te nemen, omdat zij gebonden zijn aan concurrentie- en relatiebedingen die hen verbieden om bij een gelijksoortig bedrijf te werken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] in dienst waren bij AVS en dat zij kennis hadden van vertrouwelijke informatie die hen in een bevoorrechte positie zou kunnen brengen bij Valveco. De voorzieningenrechter oordeelde dat de concurrentiebedingen geldig zijn en dat Valveco onrechtmatig handelt door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in dienst te nemen, aangezien dit zou leiden tot directe concurrentie met AVS. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van AVS toegewezen en Valveco verboden om [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in dienst te nemen of hen te laten werken voor Valveco, op straffe van dwangsommen. Tevens zijn de kosten van het geding aan Valveco c.s. opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
CVZ/AS
KG nummer: C/14/142906/KG ZA 13-7
datum: 7 februari 2013
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADVANCED VALVE SOLUTIONS B.V.,
statutair gevestigd en kantoor houdende te Heerhugowaard,
EISERES IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
VERWEERSTER IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
advocaat mr. R.C. Moed te Amsterdam,
tegen:
1. [naam gedaagde sub 1],
wonende te Anna Paulowna,
2. [naam gedaagde sub 2],
wonende te Neede,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VALVECO - THE VALVE COMPANY- B.V.
statutair gevestigd en kantoor houdende te Barendrecht,
GEDAAGDEN IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
EISERS IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
advocaat mr. E.T. Oonincx-Vreeburg te Rotterdam.
Partijen zullen verder worden genoemd eiseres "AVS" en gedaagden gezamenlijk "Valveco c.s." dan wel ieder afzonderlijk "[gedaagde sub 1]" respectievelijk "[gedaagde sub 2]". respectievelijk "Valveco".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 22 januari 2013 zijn verschenen namens AVS de heren[naam 1] (directeur), [naam 2] en [naam 3] vergezeld van mr. Moed voornoemd alsmede namens Valveco c.s. mevrouw [gedaagde sub 2], de heer [gedaagde sub 1] en namens Valveco de heer [naam 4], vergezeld van mr. Oonincx voornoemd.
AVS heeft in conventie gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Valveco c.s. hebben de vordering bestreden en een eis in reconventie ingesteld. AVS heeft verweer gevoerd tegen de vordering.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van AVS de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
in conventie en in reconventie
2.1 Zowel AVS als Valveco is actief in de markt van verkoop van diverse soorten afsluiters, kleppen, kranen en dergelijke voor technische installaties. Deze markt is onder te verdelen in de markt voor standaard afsluiters (meestal uit voorraad leverbaar), niet standaard afsluiters (standaard afsluiters die enige aanpassing behoeven voor de gewenste toepassing) en afsluiters die speciaal voor een toepassing worden gebouwd.
2.2 AVS houdt zich naast de levering van standaard afsluiters vooral bezig met verkoop van niet standaard afsluiters en afsluiters die speciaal gebouwd moeten worden.
2.3 Valveco houdt zich voornamelijk bezig met de verkoop van standaard afsluiters en houdt zich daarnaast op kleinere schaal bezig met verkoop van niet standaard afsluiters. Verder houdt Valveco zich bezig met reconditioning, waarbij voornamelijk afsluiters uit het hoogste marktsegment worden gereviseerd.
2.4 In juli 2012 heeft Valveco AVS laten weten dat zij het bedrijf van AVS wenste over te nemen, onder meer omdat Valveco voornemens was haar activiteiten uit te breiden naar de high-end industrial en offshore markt. AVS was niet geïnteresseerd in een overname.
2.5 [gedaagde sub 2] is per 1 september 2009 in dienst getreden van AVS, aanvankelijk voor bepaalde tijd, maar met ingang van 1 september 2010 voor onbepaalde tijd. Deze laatste omzetting was reeds op 7 april 2010 schriftelijk vastgelegd.
2.6 In de arbeidsovereenkomst, gedateerd 25 augustus 2009, zijn onder meer de volgende bedingen opgenomen:
"Artikel 12 Geheimhouding
Werknemer zal tegenover derden, daaronder begrepen personeel van werkgever, tijdens en na de dienstbetrekking strikte geheimhouding betrachten omtrent alles wat bij de uitoefening van zijn functie te zijner kennis komt in verband met de zaken en belangen van werkgever. Deze geheimhoudingsverplichting omvat eveneens alle gegevens, waarvan werknemer uit hoofde van zijn functie van cliënten of andere relaties van werkgever kennis neemt.
(...)
Artikel 14: Concurrentiebeding
Het is de werknemer verboden binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van de dienstbetrekking zelf, binnen Nederland in enigerlei vorm een bedrijf, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever te vestigen, te drijven of te doen drijven, of daarin of daarvoor op enigerlei wijze betaald of onbetaald werkzaam te zijn, zonder voorafgaande instemming van de werkgever.
Artikel 15: Relatiebeding
Partijen komen overeen dat werknemer bij einde van het dienstverband met werkgever geen cliënten of relaties van werkgever zal mogen meenemen dan wel direct of indirect benaderen, hetgeen betekent dat werknemer voor geen van de cliënten van werkgever direct of indirect werkzaamheden zal mogen verrichten zonder voorafgaande schriftelijke [naam 4]temming van werkgever."
2.7 [gedaagde sub 2] heeft zich voor AVS heeft voornamelijk bezig gehouden met het actief benaderen en bezoeken van klanten voor de verkoop van afsluiters. Door deze werkzaamheden is zij bekend met het klantenbestand van AVS, de gehanteerde prijzen, contacten met de leveranciers en de marges waarmee gewerkt wordt. Met ingang van 1 april 2012 is de klantenkring die door [gedaagde sub 2] benaderd werd voor AVS uitgebreid met contractors en installatiebedrijven. Hierbij ging het voornamelijk om pakketverkoop van standaard en niet-standaard afsluiters.
2.8 Bij brief van 26 juni 2012 heeft [gedaagde sub 2] haar arbeidsovereenkomst met AVS opgezegd, teneinde met ingang van 1 augustus 2012 bij Valveco in dienst te kunnen treden als medewerker buitendienst. In deze brief heeft zij onder meer het volgende vermeld:
"(...) Ik zou het prijs stellen als u mij de gelegenheid geeft een nieuwe functie te aanvaarden bij Valveco b.v. te Barendrecht.
(...)
Ik stel het zeer op prijs dat u mij niet zal houden aan het concurrentiebeding.
Ondanks mijn ervaring in de afsluiter techniek heb ik bij AVS toch weer veel bijgeleerd.
(...)."
2.9 AVS heeft ingestemd met de indiensttreding van [gedaagde sub 2] bij Valveco onder de voorwaarde dat [gedaagde sub 2], zoals zij zelf had aangegeven, zich uitsluitend bezig zou houden met de verkoop van standaard ANSI afsluiters. De directeur van AVS, de heer [naam 1], heeft hieromtrent de volgende schriftelijke verklaring afgelegd.
"Eind juni 2012 had ik een gesprek met [gedaagde sub 2](voorzieningenrechter: [gedaagde sub 2]). [gedaagde sub 2] heeft mij bevestigd dat zij naar Valveco ging en daar een "niet concurrerende lijn standaard ANSI afsluiters" zou gaan opzetten. Ik heb haar ontslag onder deze voorwaarde aanvaard en bevestigd middels de mail van 29 juni 2012, waarin zij [naam 4]temming krijgt maar wel specifiek wordt gewezen op haar concurrentiebeding, haar relatiebeding en haar geheimhoudingsbeding."
2.10 [gedaagde sub 2] heeft na haar indiensttreding bij Valveco tenminste [gedaagde sub 1] en [naam 2], beide werknemers van AVS, benaderd met de vraag of zij wilden overstappen naar Valveco. [naam 2] is hierop niet ingegaan.
2.11 [gedaagde sub 1] is sinds 1 november 2005 in dienst bij AVS, aanvankelijk voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is stilzwijgend omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst van [gedaagde sub 1] zijn hetzelfde geheimhoudings-, concurrentie- en relatiebeding opgenomen als hiervoor onder 2.6 vermeld. [gedaagde sub 1] vervulde de functie van verkoper binnendienst en heeft uit dien hoofde veelvuldig contact gehad met klanten en leveranciers van AVS.
2.12 [gedaagde sub 1] heeft begin december 2012 zijn arbeidsovereenkomst met AVS opgezegd tegen 1 februari 2013. Hij is voornemens in dienst te treden bij Valveco als verkoper binnendienst. Hij heeft aangegeven dat hij samen met [gedaagde sub 2] bij Valveco een nieuwe verkoopgroep voor afsluiters in de high-end industrial en offshore markt zal gaan opzetten.
2.13 AVS heeft [gedaagde sub 1] er mondeling en bij brief van 6 december 2012 op gewezen dat hij, indien hij bij Valveco in dienst zal treden, zijn concurrentiebeding en mogelijk zijn relatiebeding overtreedt AVS heeft [gedaagde sub 1] verzocht schriftelijk te bevestigen dat hij niet bij Valveco in dienst zal treden. Hieraan heeft [gedaagde sub 1] geen gevolg gegeven. Vervolgens is [gedaagde sub 1] op non-actief gesteld.
2.14 Bij brief aan [gedaagde sub 2] van 7 december 2012 heeft AVS haar nogmaals gewezen op haar geldige concurrentiebeding. Deze brief houdt voor zover hier van belang het volgende in:
"(...) Het was jou op grond van dit non-concurrentiebeding dus niet toegestaan om in dienst te treden bij Valveco. Voor je in dienst trad bij Valveco heb je AVS laten weten dat je je als medewerker in de buitendienst bij Valveco (uitsluitend) zou bezighouden met een nieuwe lijn ANSI-kleppen.
Ofschoon ook dan nog het non-concurrentiebeding geldt, het is voor ons immers mogelijk te constateren of je je niet toch met concurrerende werkzaamheden bezighoudt, hebben wij vanwege het feit dat AVS vrijwel geen ANSI-kleppen levert en AVS dus in beginsel geen nadeel zou moeten ondervinden van jouw indiensttreding bij Valveco, jou toegestaan bij Valveco in dienst te treden. Dit ook vanwege de gedachte dat AVS je niet in je toekomstige carrièremogelijkheden wenst te belemmeren. Om deze redenen heeft AVS jou destijds [naam 4]temming gegeven om bij Valveco te gaan werken, maar uitsluitend voor werkzaamheden in de buitendienst bij Valveco ten aanzien van een nieuwe standaard lijn ANSI-kleppen.
AVS heeft vernomen dat je, in weerwil van onze afspraken, nu je werkzaamheden voor Valveco uitbreidt naar onder meer de high-end industrial en offshore markets. AVS heeft jou hier geen [naam 4]temming voor gegeven en daarmee vervalt onze [naam 4]temming om überhaupt bij Valveco werkzaam te zijn.
Wij hebben vernomen dat je bij Valveco actief betrokken bent bij het opzetten van een verkoopgroep voor de high-end industrial en offshore markets. Een marktsegment waarin AVS zeer actief is. Met de kennis en ervaring die je bij AVS hebt opgedaan kan jij als medewerker buitendienst in het high end industrial en offshore markets van Valveco AVS dus aanzienlijke schade toebrengen.
Om onze bedrijfsbelangen te beschermen houden we je aan het non-concurrentiebeding, hetgeen betekent dat je geen werkzaamheden mag verrichten voor een bedrijf dat gelijk, gelijksoortig of aanverwant is aan AVS. (...)"
2.15 Op diezelfde 7 december heeft AVS eveneens Valveco schriftelijk benaderd. Deze brief houdt voor zover hier van belang het volgende in:
"(...)
De heer[gedaagde sub 1] heeft op 5 december jl. zijn arbeidsovereenkomst opgezegd bij
AVS en AVS heeft vernomen dat de heer [gedaagde sub 1] voornemens is om per 1 februari
2013 bij Valveco B.V. (Valveco) in dienst te treden in de functie van technisch
commercieel medewerker.
De heer [gedaagde sub 1] is (onder andere) gebonden aan een geheimhoudingsbeding, een non
concurrentiebeding en een relatiebeding. Het non-concurrentie- en relatiebeding
verbieden de heer [gedaagde sub 1], kort gezegd, om zonder voorafgaande schriftelijke
[naam 4]temming, bij een gelijk, gelijksoortig of aanverwant bedrijf werkzaam te zijn
binnen 1 jaar na beëindiging van de dienstbetrekking en om na einde dienstverband
met AVS werkzaamheden voor cliënten of relaties van AVS te verrichten.
Zoals u weet houdt Valveco zich net als AVS bezig met het leveren van (onder meer) afsluiters voor de industrie en is het dus een bedrijf dat gelijk, gelijksoortig dan wel aanverwant is aan AVS. AVS is specialist in het leveren van maatoplossingen voor bijvoorbeeld afsluiters in de high-end industrial en offshore markt. Het is de heer [gedaagde sub 1] op grond van zijn non-concurrentiebeding dus verboden bij Valveco in dienst te treden.
Mevrouw [gedaagde sub 2], voorheen werkzaam bij AVS, is eerder dit jaar
bij Valveco in dienst getreden. Zij is eveneens een geheimhoudingsbeding, een non
concurrentiebeding en een relatiebeding overeengekomen met AVS. Het non
concurrentiebeding en het relatiebeding van mevrouw [gedaagde sub 2] zijn
identiek aan het non-concurrentiebeding en het relatiebeding van de heer [gedaagde sub 1].
AVS heeft mevrouw [gedaagde sub 2] [naam 4]temming gegeven om bij Valveco
werkzaam te zijn (ondanks dat haar non-concurrentiebeding haar dit verbiedt), maar uitsluitend ten aanzien van werkzaamheden als medewerker buitendienst in de verkoop van ANSI-kleppen. AVS heeft echter vernomen dat mevrouw [gedaagde sub 2] haar werkzaamheden uit zal breiden naar onder meer het high end industrial en offshore marktsegment.
AVS heeft de heer [gedaagde sub 1] schriftelijk geïnformeerd dat hij zijn contractuele bedingen
door indiensttreding bij Valveco zal overtreden en aangegeven dat zij de heer [gedaagde sub 1]
aan deze bedingen houdt.
Mevrouw [gedaagde sub 2] is schriftelijk geïnformeerd dat genoemde [naam 4]temming van AVS in principe is komen te vervallen en dat AVS haar aan het
geheimhoudingsbeding, het non-concurrentiebeding en het relatiebeding houdt, maar dat AVS bereid is als uitzondering toe te laten dat mevrouw [gedaagde sub 2] werkzaamheden in de buitendienst bij Valveco verricht met betrekking tot een nieuwe standaard lijn ANSI-kleppen. AVS heeft mevrouw [gedaagde sub 2] ook schriftelijk laten weten dat als AVS enige twijfel heeft dat zij met AVS concurrerende werkzaamheden verricht, AVS dan het hele non-concurrentiebeding op haar zal toepassen.
Ik wijs Valveco erop dat het onrechtmatig is om de heer [gedaagde sub 1] in dienst te nemen en
gebruik te maken van de kennis en relaties van de heer [gedaagde sub 1] (waaronder, maar niet
beperkt tot klanten en leveranciers van AVS), terwijl Valveco weet dat de heer [gedaagde sub 1] is gebonden aan een geheimhoudingsbeding, een non-concurrentiebeding en een relatiebeding. Hetzelfde geldt voor mevrouw [gedaagde sub 2] als Valveco haar andere werkzaamheden laat verrichten dan werkzaamheden als medewerker
buitendienst voor de verkoop van ANSI-kleppen.
Daar komt bij dat de expertise van de heer [gedaagde sub 1] in combinatie met de expertise van
mevrouw [gedaagde sub 2] extra schade kan toebrengen aan AVS. Valveco zou
met mevrouw [gedaagde sub 2] en de heer [gedaagde sub 1] kennis en kunde van de highend industrial en offshore markt in huis hebben aan zowel de leverancierskant als aan de verkoopkant (welke kennis en kunde zij hebben opgedaan bij AVS), en zou hiermee een directe concurrent van AVS zijn.
Ik ontvang graag uiterlijk 14 december a.s. de bevestiging van Valveco dat (i) zij de heer [gedaagde sub 1] niet in dienst zal nemen en (ii) mevrouw [gedaagde sub 2] louter
werkzaamheden zal verrichten als medewerker buitendienst met betrekking tot
ANSI-kleppen, bij gebreke waarvan AVS zich genoodzaakt ziet gerechtelijke stappen jegens Valveco, de heer [gedaagde sub 1] en mevrouw [gedaagde sub 2] te ondernemen."
2.16 Valveco heeft de gevraagde bevestiging niet gegeven. Partijen hebben nog wel gepoogd om afspraken met elkaar te maken. De directeuren van beide bedrijven hebben elkaar daartoe op 17 december 2012 gesproken. De heer [naam 4] heeft naar aanleiding van dat gesprek bij e-mail van dezelfde datum aan de heer [naam 1] het volgende bericht:
(...)
Tijdens ons gesprek heb ik u uitgelegd in welk segment wij als Valveco opereren en aan de hand van voorbeelden getracht aan te tonen dat wij geen intentie hebben om in uw marktsegment te opereren. Hoewel u aangaf dat u ook wat lage druk afsluiters levert, om uw projecten compleet te maken, zijn wij het er volgens mij wel over eens dat wij als Valveco in het lage druk segment opereren en u in het hoge druk segment (ik heb veelvuldig naar de Hora poster in uw vergaderruimte verwezen). Wij zijn dus geen concurrenten. Wij zijn in onze optiek twee bedrijven die totaal verschillende afsluiters verkopen.
Tijdens onze ontmoeting van vandaag heb ik concreet het volgende aan u voorgesteld om een overeenstemming te bereiken:
1 ) Valveco blijft met Ingang van 1 januari 2013 voor een periode van 2 jaar weg uit de energie centrale markt voor high end afsluiters. In de volksmond houdt dit in afsluiters vanaf PN 100 en klanten zoals Eneco, Nuon, Eon en Essent.
2 ) Valveco zal eveneens met ingang van 1 januari 2013 niet actief medewerkers van AVS voor haar kantoren in Nederland benaderen. Hoewel ik het u niet verteld heb, wil ik hieraan nu een periode van 1 jaar verbinden.
U heeft zelf opgeschreven dat wij ook bij uw leveranciers wegblijven. Hierop heb ik u tijdens ons gesprek vandaag verteld dat wij dit moeilijk kunnen realiseren. Ik gaf u het voorbeeld van RPV (UK) waar zowel u als wij kopen.
Wij hebben nooit bewust medewerkers van AVS benaderd. Wel hebben wij bewust naar mensen met afsluiter kennis gezocht en blijven wij zoeken. Niet met een short list maar aan de hand van de gele gids, zoals vanmiddag uitgelegd.
(...)
Wij willen graag door te overleggen deze zaak oplossen. Een weg naar de rechter zou op de korte termijn noch op de lange termijn productief zijn.
2.17 De heer [naam 1] heeft op 20 december 2012 als volgt teruggeschreven.
Ook wij vonden het gesprek met u gistermiddag informatief. U beschrijft uw intentie uw leveringsprogramma uit te breiden in de commodity ANSI markt en u noemt concreet enkele klanten zoals BP, Shell, Air Products en de Suiker Unie. U heeft hiertoe een gekwalificeerde buitendienst verkoper aangetrokken, mevrouw [gedaagde sub 2]. U heeft verder aangegeven dat het onmogelijk is personeel aan te trekken uit de omgeving van Barendrecht /Rotterdam en dat u daarom onder andere meerdere mensen van AVS heeft benaderd om een verkoopkantoor in de kop van Noord Holland te gaan opzetten. Ook geeft u aan dat het opleiden van verkopers enkele jaren duurt. U kunt zich voorstellen dat het opleiden van binnendienst mensen om in het topsegment te kunnen opereren nog veel intensiever en langduriger is.
Uw wens om in de industriële en offshore markten actief te worden begrijpen wij.
In uw verhaal en in een aantal waarnemingen zitten een aantal tegenstrijdigheden. Het aantrekken van hoogwaardige mensen, zoals door u benaderd in onze organisatie, zijn veel te duur en veel te hoog opgeleid om standaard ANSI commodity producten uit voorraad te gaan verkopen. Met de kennis die [gedaagde sub 2], vzr) en([gedaagde sub 1], vzr) hebben van de markt aan klant en leverancierszijde, zijn zij in staat om bij onze klanten met producten die soortgelijk zijn aan de producten die AVS verkoopt omzet te genereren. Dat wij geen concurrenten zijn is dan ook onjuist. AVS en Valveco zijn bedrijven die gelijk, soortgelijk of aanverwant zijn aan elkaar. Vast staat dat Rob zijn non-concurrentiebeding en mogelijk zijn relatiebeding overtreedt als hij in dienst treedt bij Valveco, en dat [gedaagde sub 2] in strijd met de
afspraken die zij met AVS heeft gemaakt handelt als zij zich met iets anders bezighoudt dan standaard ANSI-afsluiters uit voorraad.
U sprak de wens uit om een verkoopgroep op te zetten voor sourcing activiteiten voor de afdeling reconditioning, waarbij Valveco zich ook gaat richten op de markten waarin AVS actief is. Het zou hier dan gaan om de inkoop van vervangende producten, waaronder het soort producten dat AVS verkoopt. Hiervoor zou u de kennis en ervaring van Rob en [gedaagde sub 2] nodig hebben. Het ligt erg voor de hand om deze verkoopgroep (eenmaal opgericht) ook in te zetten om het soort producten dat in het kader van de sourcing wordt ingekocht te gaan verkopen. Daar hebt u dan immers gekwalificeerde verkopers zoals Rob en [gedaagde sub 2] voor die als ingewerkt team direct productief kunnen worden. Hiermee wordt Valveco dus een directe concurrent van AVS.
Wij hebben moeten vaststellen dat [gedaagde sub 2] direct een aantal van mijn mensen heeft benaderd. Ik denk niet dat [gedaagde sub 2] daar een gele gids voor nodig heeft gehad. Ik bestrijd derhalve uw visie dat er niet concreet en direct naar AVS mensen is gezocht.
Ondanks uw geuite wens geen concurrent van AVS te willen worden bent u duidelijk bezig een verkoopkanaal op te bouwen waarmee Valveco wel degelijk een concurrent van AVS wordt. AVS heeft geen probleem met concurrentie, maar wel met concurrentie waarbij gebruik wordt gemaakt van door ons gerekruteerde en opgeleide mensen, die vergaande kennis van onze klanten en leveranciers hebben en in dat kader aan restrictieve bedingen gebonden zijn. Het non concurrentiebeding, het relatiebeding en het geheimhoudingsbeding dat AVS met [gedaagde sub 2] en Rob overeen is gekomen zijn juist bedoeld om AVS tegen dit soort activiteiten te beschermen. Uw voorstel om 2 jaar weg te blijven uit het hoge druk power segment en mijn mensen 1 jaar met rust te laten komt dan ook niet serieus over.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie
3.1 AVS vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad als volgt:
Ten aanzien van [gedaagde sub 2]:
(A) [gedaagde sub 2] zal verbieden om andere werkzaamheden voor Valveco, dan wel voor een van de groepsmaatschappijen van Valveco, te verrichten dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad voor de duur van het non-concurrentiebeding van [gedaagde sub 2], op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 2] vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie gerade acht;
(B) [gedaagde sub 2] zal gebieden zich te houden aan haar relatiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 2] vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie gerade acht;
Ten aanzien van [gedaagde sub 1]:
(C) [gedaagde sub 1] zal gebieden zich te houden aan het op hem rustende non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van het in gebreke blijft aan deze veroordelingen te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E,A. in goede justitie geraden acht;
(D) [gedaagde sub 1] zal gebieden zich te houden aan het op hem rustende relatiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordelingen te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(E) [gedaagde sub 1] zal verbieden om voor de duur van het non-concurrentiebeding in dienst te treden bij Valveco dan wel voor een van de groepsmaatschappijen, dan wel, voor zover het dienstverband is aangevangen, [gedaagde sub 1] te gebieden zijn dienstverband met Valveco dan wel een van de groepsmaatschappijen te beëindigen en beëindigd te houden voor de duur van het non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(F) [gedaagde sub 1] zal verbieden om voor de duur van het non-concurrentiebeding in dienst te treden bij een van de groepsmaatschappijen van Valveco op straffe van een dwangsom van [euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van het in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(G) [gedaagde sub 1] zal verbieden om voor de duur van het non-concurrentiebeding op welke wijze dan ook werkzaamheden voor Valveco en/of een van de groepsmaatschappijen van Valveco te verrichten op straffe van een dwangsom van
[euro] 10.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van het in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
Ten aanzien van Valveco:
(H) Valveco zal verbieden en haar te gebieden om een zelfde gebod aan haar
groepsmaatschappijen op te leggen om voor de duur van het non-concurrentiebeding [gedaagde sub 1] in dienst te nemen, dan wel, als het dienstverband met [gedaagde sub 1] is aangevangen, Valveco te gebieden het dienstverband met [gedaagde sub 1] te beëindigen en beëindigd te houden voor de duur van het non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 50.000,-- voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(I) Valveco zal verbieden en een gelijk verbod op te leggen aan haar groepsmaatschappijen om voor de duur van het non-concurrentiebeding op welke wijze dan ook gebruik te maken van de werkzaamheden van [gedaagde sub 1], op straffe van een dwangsom van [euro] 50.000,-- voor iedere dag dat Valveco dan wel een van haar groepsmaatschappijen vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(J) Valveco zal gebieden ervoor te zorgen dat [gedaagde sub 1] voor de duur van het non
concurrentiebeding niet bij een van de groepsmaatschappijen van Valveco in dienst treedt, op straffe van een dwangsom van [euro] 50.000,-- voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(K) Valveco zal gebieden ervoor te zorgen dat geen van de groepsmaatschappijen van Valveco op welke wijze dan ook gebruik maakt van de werkzaamheden van [gedaagde sub 1] voor de duur van het non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 50.000,-- voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(L) Valveco zal verbieden om voor de duur van het non-concurrentiebeding [gedaagde sub 2] andere werkzaamheden te laten verrichten dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad, op straffe van een dwangsom van [euro] 50.000,-- voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht;
(M) Valveco zal gebieden ervoor te zorgen dat [gedaagde sub 2] bij de groepsmaatschappijen van Valveco geen andere werkzaamheden verricht dan de verkoop van standaard ANSI afsluiters uit voorraad, op straffe van een dwangsom van EUR 50.000 voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over de verbeurde dwangsommen vanaf de datum dat deze verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening, althans een zodanige beslissing te nemen als U E.A. in goede justitie geraden acht.
(N) [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 1] en Valveco hoofdelijk zal veroordelen tot betaling aan AVS van:
(a) de kosten van deze procedure met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis, wettelijke rente is verschuldigd; en
(b) nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv een bedrag van [euro] 131 ,-- zonder
betekening, verhoogd met een bedrag van [euro] 68,-- in geval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd; en
(c) een door U E.A. in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met BTW wegens buitengerechtelijke kosten van eiser, thans geraamd op het hiervoor onder punt 131 genoemde bedrag.
3.2 AVS legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde sub 2] onrechtmatig handelt jegens haar doordat zij haar concurrentie- en relatiebeding overtreedt, dat [gedaagde sub 1] onrechtmatig handelt jegens haar omdat hij voornemens is zijn concurrentie- en relatiebeding te overtreden door bij Valveco in dienst te treden en dat Valveco onrechtmatig handelt jegens haar door misbruik te maken van de onrechtmatige daad van [gedaagde sub 2] en straks ook van de onrechtmatige daad van [gedaagde sub 1].
3.3 Valveco c.s. hebben verweer gevoerd. Voor zover voor de beslissing van belang zal hierna inhoudelijk op de verschillende standpunten van partijen worden ingegaan.
in reconventie
3.4 Valveco c.s. vorderen - verkort weergegeven - primair dat het concurrentiebeding van [gedaagde sub 1] buiten werking wordt gesteld in die zin dat hij per 1 februari 2013 in dienst kan treden van Valveco, Subsidiair vorderen zij dat indien het concurrentiebeding van kracht blijft, AVS wordt veroordeeld voor de duur van de beperking aan [gedaagde sub 1] een vergoeding te betalen. Ten aanzien van [gedaagde sub 2] vorderen zij voorwaardelijk - voor het geval in conventie komt vast te staan dat er afspraken zijn gemaakt bij haar uitdiensttreding bij AVS over de werkzaamheden die zij mag verrichten - primair dat de afspraak dat zij zich uitsluitend met verkoop van standaard ANSI-afsluiters bezig mag houden geheel buiten werking wordt gesteld, dan wel subsidiair dat deze afspraak buiten werking wordt gesteld in die zin dat deze maximaal gedurende één jaar na uitdiensttreding bij AVS van kracht is. Voorts vorderen Valveco c.s. dat bepaald wordt dat de relatiebedingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] uitsluitend geldig zijn ten aanzien van high end afsluiters ten behoeve van de power industrie en voor hoogstens een jaar geldig zijn. Dan wel subsidiair dat de relatiebedingen hoogstens een jaar geldig zijn. Een en ander met veroordeling van AVS in de kosten van dit geding op basis van de werkelijk gemaakte kosten, subsidiair de proceskosten te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten, een en ander vermeerder met wettelijke rente over de proceskosten.
3.5 Valveco c.s. leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat AVS onrechtmatig handelt jegens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] door een beroep te doen op een concurrentiebeding en een relatiebeding. Zij stellen dat deze bedingen niet worden overtreden omdat AVS en Valveco geen gelijksoortige bedrijven zijn en zij zich in andere marktsegmenten begeven. Voorts stellen zij dat de bedingen te ruim geformuleerd zijn.
3.6 AVS heeft verweer gevoerd op de gronden die zij in conventie heeft aangevoerd.
3.7 Voor zover voor de beslissing van belang zal hierna inhoudelijk op de verschillende standpunten worden ingegaan.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie en in reconventie
Plan van behandeling
4.1 Het volgende zal, eerst ten aanzien van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1], en waar nodig van beide afzonderlijk, in de aangegeven volgorde worden besproken:
Concurrentiebeding
* Is het concurrentiebeding geldig?
* Zijn er specifieke afspraken gemaakt en zo ja, wat zijn de gevolgen daarvan?
* Is Valveco een aanverwant bedrijf en/of is er sprake van concurrentie?
* Is er aanleiding om het beding buiten werking te stellen of in tijd te beperken?
Relatiebeding
* Is het relatiebeding geldig?
* Is het beding overtreden?
* Is er aanleiding om de werking van het beding te beperken?
Daarna komt de vordering tegen Valveco aan de orde.
Ten aanzien van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1]
Is het concurrentiebeding geldig?
4.2 Het meest verstrekkende verweer van Valveco c.s. is dat de concurrentiebedingen die tussen [gedaagde sub 2] en AVS en [gedaagde sub 1] en AVS waren overeengekomen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, niet langer gelding hebben omdat deze niet opnieuw schriftelijk vastgelegd zijn bij het omzetten van de dienstverbanden voor bepaalde tijd naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. Dit standpunt is door AVS gemotiveerd weersproken.
4.3 De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent als volgt. De algemene lijn in de jurisprudentie is dat het bij voortzetting van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet gaat om het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst, aangezien functie, beloning en overige arbeidsvoorwaarden gelijk gebleven zijn. Om die reden hoeft bij een dergelijke omzetting een eenmaal overeengekomen concurrentiebeding niet opnieuw overeengekomen te worden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de uitzondering die de HR vermeldt in de door Valveco aangehaalde overweging uit het arrest Philips Oostendorp, NJ 2008, 503, betrekking op gevallen waarin geen samenval in de tijd is geweest van (mogelijkheid tot) kennisneming van het concurrentiebeding en het door ondertekening geven van uitdrukking van de wil, althans bereidheid, om aan dat beding gebonden te zijn. Een dergelijk geval is hier niet aan de orde. Dit verweer van Valveco c.s. faalt derhalve.
4.4 Valveco c.s. heeft vervolgens betoogd dat het concurrentiebeding met [gedaagde sub 2] opnieuw had moeten worden overeengekomen, nu de functie van [gedaagde sub 2] per 1 april 2012 aanzienlijk is gewijzigd, doordat zij naast de functie accountmanager Power tevens de functie van accountmanager voor het Engineeringsbureau ging bekleden. De voorzieningenrechter acht tegenover betwisting echter niet aannemelijk dat dit een zodanige wijziging betreft dat het concurrentiebeding daardoor veel zwaarder is gaan drukken. Het beding behoefde dan ook niet opnieuw te worden overeengekomen.
Zijn er specifieke afspraken gemaakt en zo ja, wat zijn de gevolgen daarvan?
4.5 Door [gedaagde sub 2] is verder betwist dat met haar specifieke afspraken zijn gemaakt bij haar uitdiensttreding omtrent de werkzaamheden die zij voor Valveco zou mogen verrichten. Zij meent dat haar ongeclausuleerd [naam 4]temming is gegeven, zodat het concurrentiebeding ten aanzien van werk bij Valveco niet meer kan worden ingeroepen.
4.6 De voorzieningenrechter acht voldoende aannemelijk geworden dat er specifieke afspraken zijn gemaakt. [gedaagde sub 2] heeft in haar ontslagbrief aangegeven zich bewust te zijn van haar concurrentiebeding en heeft AVS verzocht haar daaraan niet te houden. [gedaagde sub 2] heeft niet betwist dat [naam 1] haar een e-mail heeft geschreven waarin hij haar ontslag met verwijzing naar het concurrentiebeding onder een beperkende voorwaarde heeft aanvaard (zie 2.9). Zij is vervolgens zonder protest tegen de inhoud van die mail bij Valveco in dienst getreden. Daarmee is voldoende aannemelijk dat partijen een overeenkomst hebben gesloten waarbij zij de specifiek genoemde werkzaamheden met betrekking tot de verkoop van zogenaamde ANSI -afsluiters buiten het bereik van het concurrentiebeding hebben gebracht. Dat impliceert dat het concurrentiebeding voor het overige gelding heeft, ook ten aanzien van werk bij Valveco.
Is Valveco een aanverwant bedrijf?
Ten betoge dat Valveco een aanverwant bedrijf is, heeft AVS het volgende aangevoerd:
* Valveco levert voornamelijk afsluiters aan de scheepvaartindustrie, maar bijvoorbeeld ook (net als AVS) aan FPSO's en zogenaamde tank farms. Valveco en AVS begeven zich dus in dezelfde branche en ook qua klanten is er duidelijk overlap.
* Ook voor wat betreft de producten die Valveco en AVS leveren zijn er overeenkomsten. Valveco heeft een revisiewerkplaats waarin afsluiters worden nagekeken en eventueel hersteld (de afdeling Reconditioning). De zogenaamde revisiemarkt is een andere markt dan de markt van de verkoop van afsluiters. Alleen afsluiters van installaties in het hoogste segment van de markt worden gereviseerd. Met het reviseren van afsluiters begeeft Valveco zich dus net als AVS in het hogere segment van de markt. In het kader van haar revisiewerkzaamheden levert Valveco ook vervangende afsluiters als reparatie niet meer mogelijk is. Dit soort vervangende afsluiters moet eerst worden ingekocht bij een leverancier. Er kan worden teruggevallen op de originele leverancier. Deze heeft echter lange levertijden wat betekent dat de installatie langere tijd uit bedrijf is. Het zoeken van een vervangende afsluiter is dan een optie. Dit heet "sourcing" en vereist vaak kennis van de verschillende stock posities van de leveranciers en creativiteit om een afsluiter eventueel te kunnen aanpassen zodat deze als vervanging kan worden geleverd. Ook voor het leveren van vervangende afsluiters aan het hoogste segment van de markt is het van belang dat de medewerkers die zich hiermee bezig houden hoogwaardige technische kennis hebben. AVS heeft begrepen dat Valveco ook vervangende afsluiters levert aan de high-end industrial en offshore markt, althans voornemens is dit te gaan doen. Valveco levert op dit gebied dus vergelijkbare producten als AVS, of zal dit op korte termijn gaan doen.
* Valveco heeft in 2012 interesse getoond in een overname van AVS. Reden was dat Valveco (op dat moment) voornemens was om de afdeling Reconditioning uit te breiden naar de high-end industrial en offshore markt, en dat zij haar andere activiteiten wilde uitbreiden naar dit marktsegment. AVS was echter niet geïnteresseerd in een overname.
* Valveco is inmiddels gestart met het opzetten van een nieuwe verkoopgroep die zich moet bezig houden met het inkopen en leveren van afsluiters in (het hogere segment van) de industrial en offshore markt, althans, is zij voornemens dit te gaan doen. AVS heeft ook begrepen dat deze verkoopgroep zal opereren vanuit een op te richten kantoor van Valveco in Zwaag.
4.7 Valveco c.s. heeft betoogd dat Valveco en AVS geen aanverwante bedrijven zijn, omdat zij zich op andere marktsegmenten bewegen. Valveco heeft kort samengevat betoogd dat AVS klantspecifieke, op maat gemaakte ontwerpen verkoopt, speciaal voor de installatie van de klant, en op dat gebied adviseert. Valveco is een echte groothandel die slechts uit voorraad standaard afsluiters levert en met ingang van medio 2012 zich met een nieuwe verkoopgroep/divisie ook is gaan richten op de levering van nieuwe afsluiters in de industrie en offshore. Valveco acht dan ook helemaal niet van belang in welke markt of branche beide bedrijven opereren; doordat zij volstrekt verschillende afsluiters verkopen zouden zij elkaar zelfs bij eenzelfde industriële klant niet tegen het lijf lopen.
4.8 De voorzieningenrechter volgt niet het betoog van Valveco c.s. dat Valveco niet kan worden aangemerkt als een gelijk, gelijksoortig of aanverwant bedrijf aan AVS, omdat zij zich voornamelijk bezig houdt met verkoop van standaard afsluiters en zich niet voornamelijk richt op het midden- en bovensegment van de markt. Op grond van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is voldoende aannemelijk geworden dat Valveco in ieder geval te beschouwen is als een gelijksoortig bedrijf. Evenals AVS is zij op de markt van de afsluiters actief en, hoewel zij het leeuwendeel van haar omzet genereert uit de verkoop van standaard afsluiters, is voldoende aannemelijk geworden dat zij bezig is haar activiteiten uit te breiden naar een of meer marktsegmenten waarop AVS haar voornaamste activiteiten heeft. De sub 2.16 weergegeven uiteenzetting in de e-mails van de beide directeuren is wat dit betreft illustratief, en dat te meer indien in aanmerking wordt genomen dat er interesse in overname van AVS is geweest. Er is bij Valveco een duidelijke interesse waarneembaar in het terrein waarop de bedrijfsactiviteiten van AVS zich afspelen.
4.9 Bij een en ander is mede van belang dat Valveco (onder 30 van haar pleitnota) het weliswaar heeft doen voorkomen dat de verkoopgroep over de oprichting waarvan tussen partijen is gesproken en waarin ook [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] zouden worden ingezet bedoeld is om zich toe te leggen op de verkoop van "eenvoudige uit voorraad te leveren standaard afsluiters, geschikt voor lage drukken en normale temperaturen", maar niet bereid is gebleken om zich voor een tijdsbestek van enkele jaren vast te leggen op beperking van de inzet van de beide medewerkers tot die activiteiten. Door de heer [naam 4] is ter zitting overigens ook bevestigd dat het nieuwe verkoopkanaal (mede) bedoeld is om op de markt van sourcing activiteiten actief te worden. De voorzieningenrechter acht op de door AVS betoogde gronden aannemelijk dat daarmee een springplank wordt gecreëerd waarmee in ieder geval de mogelijkheid in het leven wordt geroepen dat AVS op haar markten directe concurrentie wordt aangedaan.
4.10 Een en ander is voldoende om Valveco binnen de scope van het concurrentiebeding te brengen. Een concurrentiebeding is immers niet alleen bedoeld om het faciliteren van bestaande concurrentie tegen te gaan, maar ook om een voor de ex-werkgever schadelijke inzet van voormalig werknemers bij voorgenomen concurrentie te verhinderen.
Is er aanleiding om het beding buiten werking te stellen of in tijd te beperken?
4.11 Valveco c.s. heeft gevorderd het concurrentiebeding van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] voorlopig geheel of gedeeltelijk buiten werking te stellen. Ten aanzien van [gedaagde sub 1] zou dit ertoe moeten leiden dat hij vanaf 1 februari 2013 in dienst kan treden van Valveco, ten aanzien van [gedaagde sub 2] zou het ertoe moeten leiden dat zij niet gebonden is aan de afspraak om zich uitsluitend bezig te houden met de verkoop van standaard ANSI-kleppen.
4.12 Namens [gedaagde sub 1] is betoogd dat hij onredelijk zwaar in zijn belangen getroffen wordt indien hij aan het concurrentiebeding wordt gehouden en dientengevolge niet in dienst mag treden van Valveco, omdat hij zijn dienstbetrekking bij AVS al heeft opgezegd zodat hij geen inkomsten meer zou hebben nu hij als gevolg van het door hemzelf beëindigen van het dienstverband ook geen aanspraak kan maken op een WW-uitkering.
4.13 Door AVS is tegen toewijzing van deze vorderingen gemotiveerd verweer gevoerd onder verwijzing naar haar belang bij handhaving van de concurrentiebedingen. AVS heeft erop gewezen dat zij nog altijd bereid is om [gedaagde sub 1] in dienst te houden dan wel opnieuw in dienst te nemen.
4.14 De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Een concurrentiebeding is een instrument waarmee een onderneming haar bedrijfsbelangen kan beschermen door te voorkomen dat (ex-)werknemers met de binnen het bedrijf opgedane kennis de onderneming concurrentie kunnen aandoen of een concurrent kunnen helpen bij het beconcurreren van die onderneming. Het zou weinig zinvol zijn een dergelijk beding op te nemen in bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst als dit op eerste vordering van de werknemer die van een dergelijk beding bij zijn verdere carrière hinder ondervindt, opzij gezet zou worden. Onder omstandigheden kan er sprake zijn van een situatie waarin een persoon onredelijk zwaar in zijn belangen geschaad wordt indien een overeengekomen concurrentiebeding onverkort gehandhaafd blijft. In een dergelijke situatie kan een beding dan in omvang of in tijd beperkt worden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doet een dergelijke situatie zich hier echter niet voor. [gedaagde sub 1] wist dat hij gebonden is aan een concurrentiebeding bij AVS. [gedaagde sub 2] moet zich ervan bewust zijn geweest dat zij wat betreft andere activiteiten dan de verkoop van ANSI-afsluiters voor Valveco nog gebonden was aan het concurrentiebeding. [gedaagde sub 2]'s concurrentiebeding loopt over een half jaar af en zij heeft gedurende die tijd inkomen uit haar dienstverband bij Valveco. [gedaagde sub 1] kan opnieuw bij AVS in dienst treden wanneer het concurrentiebeding hem zou verhinderen bij Valveco aan de slag te gaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er onder die omstandigheden onvoldoende aanleiding om de belangen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] bij opheffing van het concurrentiebeding zwaarder te laten wegen dan het (duidelijke) belang van AVS bij handhaving van het beding.
4.15 De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat er geen grond bestaat om de concurrentiebedingen geheel of gedeeltelijk buiten werking te stellen. Deze primaire vorderingen worden derhalve afgewezen.
4.16 Subsidiair is door Valveco c.s. gevorderd dat AVS wordt veroordeeld om gedurende de periode van de beperking aan [gedaagde sub 1] een vergoeding ex artikel 7:653 lid 4 BW te betalen dan wel een voorschot op een dergelijke vergoeding.
4.17 Door AVS is hiertegen bezwaar gemaakt, onder verwijzing naar de mogelijkheid van [gedaagde sub 1] om zijn dienstverband met AVS voort te zetten.
4.18 De voorzieningenrechter is van oordeel dat er geen grond bestaat om de gevorderde vergoeding toe te wijzen. Door [gedaagde sub 1] is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het voor hem niet mogelijk is om elders (bij een niet gelijk, gelijksoortig of aanverwant bedrijf van AVS) werkzaamheden uit te voeren. Dit deel van de vordering wordt eveneens afgewezen.
4.19 [gedaagde sub 2] heeft subsidiair gevorderd dat de afspraak dat zij zich uitsluitend zou mogen bezig houden met verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad wordt beperkt tot een periode van één jaar. Gegeven de hiervoor gegeven uitleg van de afspraak is de voorzieningenrechter van oordeel dat [gedaagde sub 2] daarbij geen belang heeft. Het concurrentiebeding bindt haar immers niet langer dan een jaar.
4.20 Uit het vorenstaande volgt dat de vordering van AVS jegens [gedaagde sub 2] om haar te verbieden voor de duur van het concurrentiebeding andere werkzaamheden voor Valveco of een van haar groepsmaatschappijen te verrichten dan de verkoop van standaard ANSI afsluiters uit voorraad kan worden toegewezen, op de wijze als hierna te vermelden.
4.21 De gevorderde dwangsom is eveneens toewijsbaar, zij het dat deze zal worden gematigd en gemaximeerd.
4.22 De gevorderde wettelijke rente over verbeurde dwangsommen wordt, gelet op de beslissing om de dwangsommen te maximeren, afgewezen
4.23 De vordering van AVS om [gedaagde sub 1] te gebieden zich aan zijn concurrentiebeding te houden is eveneens toewijsbaar op de wijze als na te melden. Ook de gevorderde dwangsommen zijn toewijsbaar, zij het dat deze zullen worden gematigd en gemaximeerd.
4.24 Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde sub 1] wordt gehouden aan zijn concurrentiebeding en dus gedurende de looptijd van dat beding niet in dienst mag treden van Valveco dan wel op enigerlei wijze werkzaamheden mag verrichten voor Valveco en/of een van haar groepsmaatschappijen. De tot verbod daarvan strekkende vordering van AVS is derhalve eveneens toewijsbaar.
Relatiebeding
Is het relatiebeding geldig?
4.25 Ten aanzien van de relatiebedingen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] is door Valveco c.s betoogd dat deze geen gelding meer hebben op dezelfde gronden als door hen zijn aangevoerd ten aanzien van de concurrentiebedingen. De verwerping is gestoeld op hetgeen sub 4.3 en 4.4 is overwogen.
4.26 Valveco c.s. hebben verder aangevoerd dat de relatiebedingen te ruim geformuleerd zijn waardoor onduidelijk is op welke cliënten en relaties de bedingen zien en deze bedingen ten onrechte niet in duur beperkt zijn. In verband met dit laatste punt hebben zij opgemerkt dat in de jurisprudentie is uitgemaakt dat een concurrentiebeding in het algemeen maximaal een jaar geldig mag zijn. Verder heeft Valveco c.s. t.a.v. Rosemaan betoogd dat bij indiensttreding van [gedaagde sub 2] uitvoerig is stilgestaan bij de tekst van het relatiebeding en dat [naam 1] toen aan [gedaagde sub 2] heeft aangegeven dat het beding ziet op het verbod om vertegenwoordigingen van een fabrikant mee te nemen.
4.27 Door AVS is betwist dat de bedingen te ruim geformuleerd zouden zijn en iets anders zouden behelzen dan er staat. Zij hebben betoogd dat gelet op de specifieke kennis van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1], die direct toepasbaar is voor hun (beoogde) werkzaamheden voor Valveco, AVS belang heeft bij een relatiebeding dat tenminste twee jaar van kracht is, aangezien deze kennis pas na die periode verouderd zal zijn en AVS niet langer schade toegebracht kan worden door oneerlijke concurrentie.
4.28 De voorzieningenrechter meent dat er onvoldoende aanleiding is om niet aan te knopen bij de duidelijke tekst van het beding. Die bevat geen beperking in tijdsduur en is in ieder geval in zoverre inderdaad te ruim geformuleerd. Op dat laatste wordt verderop nog teruggekomen.
Is het beding overtreden c.q. dreigt overtreding daarvan?
4.29 In het midden kan blijven of het relatiebeding door [gedaagde sub 2] al is overtreden. Voldoende is dat kan worden vastgesteld dat de kans dat het beding met de voorgenomen wijziging van positie van [gedaagde sub 2] binnen het bedrijf van Valveco en de indienstrreding van [gedaagde sub 1] zal worden overtreden aanzienlijk is toegenomen. Daarbij is hetgeen over de voorgenomen activiteiten van Valveco in dit vonnis is overwogen mede van belang.
Is er aanleiding om het beding buiten werking te stellen of te beperken?
4.30 Valveco c.s. heeft gevorderd de relatiebedingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voorlopig gedeeltelijk buiten werking te stellen door de werking ervan te beperken, primair in die zin dat de bedingen alleen gelden ten aanzien van high end afsluiters ten behoeve van de power industrie en subsidiair dat zij alleen gelden voor ten hoogste voor een jaar na uitdiensttreding.
4.31 Door AVS is gemotiveerd uiteengezet waarom op deze wijze onvoldoende aan haar belangen tegemoet gekomen wordt.
4.32 Zoals hiervoor reeds is overwogen heeft AVS een in rechte te respecteren belang bij het gehandhaafd blijven van de bedingen, derhalve ook de relatiebedingen. Immers, indien deze bedingen buiten werking gesteld zouden worden, zou het Valveco vrij staan AVS met behulp van de kennis van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te beconcurreren door de bij hen bekende relaties van AVS te benaderen. Hiermee zou het relatiebeding een lege huls worden. Voor buitenwerkinstelling is dan ook geen aanleiding.
4.33 Ook voor een beperking van de gelding van de bedingen tot een bepaald marktsegment of tot een periode van één jaar ziet de voorzieningenrechter hier geen reden. Aannemelijk is dat de specifieke kennis van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] ook bruikbaar is om AVS concurrentie aan te doen buiten het power industrie segment. AVS heeft dan ook belang bij bescherming uit hoofde van het relatiebeding voor een wat ruimere periode dan een jaar. De looptijd zal worden beperkt tot twee jaar na uitdiensttreding. De voorzieningenrechter laat zich hierbij leiden door de inschatting dat de specifieke kennis waardoor [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van bijzondere waarde zijn voor (potentiële) concurrenten van AVS na een jaar nog niet zo gedateerd is dat die waarde op dat moment al goeddeels teloor is gegaan.
4.34 De slotsom is dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] beide gebonden zijn aan de met AVS overeengekomen relatiebedingen. Nu op overtreding van die bedingen geen boete is gesteld heeft AVS, gegeven hetgeen sub 4.29 is overwogen, voldoende belang bij versterking van het te geven verbod van overtreding daarvan met een dwangsom. De hierop betrekking hebbende vorderingen van AVS kunnen worden toegewezen, met dien verstande dat de op te leggen dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd. De gevorderde wettelijke rente over verbeurde dwangsommen wordt afgewezen, nu het uit een oogpunt van rechtszekerheid zinvol is dat de wettelijke rente in de dwangsomaanzegging wordt aangezegd.
4.35 Nu uit het vorenstaande volgt dat de reconventionele vorderingen worden afgewezen, zullen Valveco c.s. worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
Ten aanzien van Valveco
4.36 Door AVS is gesteld dat Valveco onrechtmatig handelt jegens haar omdat zij
- zeker na de brief van 7 december 2012 (hiervoor weergegeven onder 2.15) -, wetende dat een geheimhoudings- concurrentie-, relatiebeding geldt, niet heeft willen bevestigen dat zij gedurende de gelding van de concurrentiebedingen [gedaagde sub 1] niet in dienst zal nemen, en evenmin bereid was te bevestigen dat [gedaagde sub 2] geen andere dan de afgesproken werkzaamheden ten aanzien van standaard ANSI-kleppen zal verrichten. AVS stelt dat zij verwacht dat Valveco met behulp van de kennis en kunde die [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bij AVS hebben opgedaan de concurrentie met AVS op korte termijn verder zal uitbreiden en AVS daarmee aanzienlijke schade zal toebrengen.
4.37 Door [gedaagde sub 1] in dienst te nemen en [gedaagde sub 2] in te zetten voor andere werkzaamheden dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad bedient Valveco zich bewust van de wanprestatie van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. Dit is, ook vanwege de genoemde bijkomende omstandigheden (zoals het feit dat Valveco via [gedaagde sub 2] verschillende werknemers van AVS heeft benaderd met het aanbod bij Valveco in dienst te treden en [gedaagde sub 2] reeds contact heeft gehad met Zwick, een van de leveranciers van AVS), onrechtmatig.
4.38 Door Valveco is de stelling van AVS dat zij een onrechtmatige daad heeft gepleegd ten opzichte van AVS betwist op gronden die ook ten grondslag zijn gelegd aan het verweer tegen de tegen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] ingestelde vorderingen.
4.39 De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Hiervoor is reeds overwogen dat de concurrentiebedingen en relatiebedingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van kracht zijn en dat voldoende aannemelijk is geworden dat aan de aan [gedaagde sub 2] verleende [naam 4]temming om bij Valveco in dienst te treden de door AVS gestelde voorwaarden waren verbonden. Valveco was daarmee in ieder geval na ontvangst van de brief van 7 december 2012 voldoende bekend. Niettegenstaande deze bekendheid is Valveco voornemens om [gedaagde sub 2] buiten het haar door AVS toegestane terrein in te zetten en om [gedaagde sub 1] in dienst te nemen. Voor de beantwoording van de vraag of dit jegens AVS onrechtmatig is , is het volgende van belang.
4.40 Naar vaste jurisprudentie geldt dat het handelen met iemand van wie men weet dat deze door dat handelen een door hem met een derde gesloten overeenkomst schendt, op zichzelf niet onrechtmatig is jegens die derde. Van onrechtmatigheid is pas sprake als er naast dit weten sprake is van bijkomende omstandigheden.
4.41 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doen die zich in deze situatie voor. Valveco heeft in de zomer van 2012 [gedaagde sub 2] in dienst genomen. Kort daarna heeft zij getracht AVS over te nemen om langs die weg toegang te krijgen tot de markt van de niet standaard en op maat gemaakte afsluiters. AVS heeft te kennen gegeven niet in een overname geïnteresseerd te zijn. Vervolgens heeft [gedaagde sub 2] tenminste een tweetal medewerkers van AVS benaderd om ze te bewegen eveneens de overstap te maken naar Valveco voor een nieuw op te zetten afdeling. Door Valveco is betwist dat deze nieuwe afdeling wordt opgericht om zich te richten op het middensegment van de markt, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter is uit het overige verhandelde ter zitting voldoende aannemelijk geworden dat het wel de bedoeling is van Valveco om haar activiteiten naar dat deel van de markt uit te breiden. Daarmee beconcurreert zij AVS rechtstreeks. Op zichzelf is er aan concurrentie tussen ondernemingen niets onrechtmatigs. Dat wordt evenwel anders als bij die concurrentie gebruik gemaakt wordt van kennis waarmee een onderneming zichzelf ten opzichte van anderen in dezelfde markt in een bevoorrechte positie brengt. Door gebruik te maken van de kennis die werknemers van AVS tijdens hun dienstverband bij AVS hebben opgedaan, kan Valveco zich in een dergelijke bevoorrechte positie manoeuvreren. Dit is onrechtmatig jegens AVS. Om die reden zijn de vorderingen van AVS om Valveco te verbieden gedurende de tijd van de concurrentiebedingen gebruik te maken van de werkzaamheden van [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] toewijsbaar op de wijze als hierna te vermelden.
4.42 De gevorderde dwangsommen zijn toewijsbaar op de wijze als hierna te vermelden., zij het dat deze zullen worden gematigd en gemaximeerd.
4.43 De gevorderde wettelijke rente over verbeurde dwangsommen wordt, gelet op de beslissing om de dwangsommen te maximeren, afgewezen.
Kosten
4.44 Valveco c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. De gevorderde wettelijke rente over deze kosten is eveneens toewijsbaar. De hoofdelijke veroordeling wordt afgewezen nu niet uit wet, overeenkomst of gewoonte voortkomt dat Valveco c.s. hoofdelijk verbonden zijn.
4.45 De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat AVS haar vorderingen niet op een schadeactie heeft gebaseerd. Bovendien is voor toewijzing van deze geldvordering geen afzonderlijk spoedeisend belang gesteld.
4.46 De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen als na te melden.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
in conventie en in reconventie
- verbiedt [gedaagde sub 2] om voor de duur van het op haar rustende non-concurrentiebeding andere werkzaamheden voor Valveco, dan wel voor een van de groepsmaatschappijen van Valveco, te verrichten dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad, op straffe van een dwangsom van [euro] 250,-- per dag dat [gedaagde sub 2] vanaf de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;
- gebiedt [gedaagde sub 2] om zich gedurende twee jaar na haar uitdiensttreding bij AVS te houden aan het op haar rustende relatiebeding, op straffe van een dwangsom van
[euro] 250,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagde sub 2] na de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;
- gebiedt [gedaagde sub 1] zich te houden aan het op hem rustende non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 250,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;
- gebiedt [gedaagde sub 1] zich gedurende twee jaar na zijn uitdiensttreding bij AVS te houden aan het op hem rustende relatiebeding op straffe van verbeurte van een dwangsom van [euro] 250,-- voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] na de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 50.000,--;
- verbiedt [gedaagde sub 1] om voor de duur van het op hem rustende non-concurrentiebeding in dienst te treden bij Valveco dan wel bij een van de groepsmaatschappijen, dan wel, voor zover het dienstverband is aangevangen, gebiedt [gedaagde sub 1] zijn dienstverband met Valveco dan wel een van de groepsmaatschappijen te beëindigen en beëindigd te houden voor de duur van het non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 250,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] vanaf de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 50.000,--;
- verbiedt [gedaagde sub 1] om voor de duur van het op hem rustende non-concurrentiebeding op welke wijze dan ook werkzaamheden voor Valveco en/of een van haar groepsmaatschappijen te verrichten op straffe van een dwangsom van [euro] 250,-- per dag voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] na de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 25.000,--;
- verbiedt Valveco voor de duur van het op [gedaagde sub 1] rustende non-concurrentiebeding [gedaagde sub 1] in dienst te nemen en gebiedt haar een zelfde verbod aan haar groepsmaatschappijen op te leggen, dan wel gebiedt Valveco, indien het dienstverband met [gedaagde sub 1] is aangevangen, het dienstverband met [gedaagde sub 1] te beëindigen en beëindigd te houden voor de duur van het non-concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom van [euro] 2.500,-- voor iedere dag dat Valveco vanaf de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 100.000,--;
- verbiedt Valveco en gebiedt haar een zelfde verbod op te leggen aan haar groepsmaatschappijen om voor de duur van het op [gedaagde sub 1] rustende non-concurrentiebeding op welke wijze dan ook gebruik te maken van de werkzaamheden van [gedaagde sub 1], op straffe van een dwangsom van [euro] 2.500,-- per dag dat Valveco dan wel een van haar groepsmaatschappijen vanaf de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 100.000,--;
- verbiedt Valveco om voor de duur van het op haar rustende non-concurrentiebeding [gedaagde sub 2] andere werkzaamheden te laten verrichten dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad, op straffe van een dwangsom van [euro] 2.500,-- voor iedere dag dat Valveco na de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 50.000,--;
- gebiedt Valveco ervoor te zorgen dat [gedaagde sub 2] voor de duur van het op haar rusntende non-concurrentiebeding bij de groepsmaatschappijen van Valveco geen andere werkzaamheden verricht dan de verkoop van standaard ANSI-afsluiters uit voorraad, op straffe van een dwangsom van [euro] 2.500,-- voor iedere dag dat Valveco na de datum van betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van [euro] 50.000,--;
- veroordeelt Valveco c.s. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van AVS begroot op [euro] 833,13 aan verschotten en op [euro] 816,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt Valveco c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- [euro] 131,-- aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met een bedrag van [euro] 68,-- aan salaris advocaat, indien betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan;
- weigert de meer of anders gevorderde voorziening;
in reconventie
- weigert de gevorderde voorzieningen;
- veroordeelt Valveco c.s. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van AVS begroot op nihil aan verschotten en op [euro] 408,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. A.H. Schotman, voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 februari 2013 in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.