1 RaS is een uitzendorganisatie die zich richt op het tewerk stellen van studenten.
2 [eiser] is (als vriendendienst op verzoek van zijn schoonzoon) op 7 juni 2010 voor bepaalde tijd van een week in dienst getreden bij RaS. Deze overeenkomst is steeds met een week verlengd.
3 [eiser] heeft sinds zijn eerste arbeidsovereenkomst met RaS werkzaamheden bij Avis Autoverhuur B.V. te Schiphol verricht.
4 Op 27 december 2010 is tussen partijen een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten naar aanleiding van een wijziging van de NBBU-cao. Deze arbeidsovereenkomst eindigde op 2 januari 2011.
5 Bij mail van 5 januari 2011 heeft [XXX] van RaS aan [eiser] het volgende geschreven: ‘Zolang de contracten met Avis doorlopen kunnen wij je een werkgarantie bieden van minimaal 32 uur per week.’
6 Op 31 januari 2011 is op verzoek van [eiser] de arbeidsovereenkomst gewijzigd.
7 Boven de overeenkomst die inging op 31 januari 2011 staat het volgende: ‘ARBEIDSOVEREENKOMST FASE 1 & 2 (zonder uitzendbeding en uitsluiting loondoorbetaling loon doorbetaling).
In deze overeenkomst staat onder meer het volgende:
Art. 1 (…) Op deze overeenkomst is de NBBU-CAO voor uitzendkrachten van toepassing (…). In afwijking van NBBU-CAO is het uitzendbeding in deze uitzendovereenkomst niet van toepassing en geldt er een uitsluiting van de loondoorbetaling (NBBU-CAO). Dit betekent dat er geen loon verschuldigd is als het werk is weggevallen en er daardoor geen werkzaamheden zijn verricht.
Art. 2 (…) De gemiddelde arbeidsduur bedraagt 32 uur per week. De uitzendovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van het project. De uitzendovereenkomst gaat in op 31-1-2011 en zal van rechtswege eindigen op 6-2-2011 of indien het project is afgerond.(…)
Art. 4 (…) De overeengekomen arbeidstijd bedraagt 32 uur per week.
8 Vanaf 2 januari 2012 heeft RaS [eiser] niet meer ingeroosterd voor werkzaamheden bij Avis. De werkzaamheden bij Avis worden verricht door andere uitzendkrachten.
9 Bij mail van 3 januari 2012 heeft RaS aan [eiser] het volgende geschreven: ‘Beste [voornaam eiser], Bij deze willen we je laten weten dat je contract per 08-01-2012 niet wordt verlengd.’
10 Bij mail van 15 februari 2012 heeft Avis aan RaS het volgende geschreven: ‘Helaas kunnen wij de heer [eiser] niet meer inzetten voor onze werkzaamheden op Schiphol. De resultaten voor Avis Nederland b.v. zijn al geruime tijd onder de maat, en helaas zijn wij genoodzaakt om op onze flexibele krachten te besparen’.
11 In artikel 12 van de NBBU-CAO staat het volgende:
12 Het fasensysteem onderscheidt vier fasen, zoals omschreven in artikel 13 tot en met 15. De rechtspositie van de uitzendkracht is afhankelijk van de fase waarin hij zich bevindt.
Als nog niet in meer dan 26 weken werkzaamheden zijn verricht, wordt een uitzendovereenkomst geacht te zijn aangegaan op basis van fase 1. Indien na 26 weken de werkzaamheden worden voortgezet, worden deze geacht te zijn voortgezet op basis van fase 2.
13 Uiterlijk tot fase 2 intreedt, kan ook uitdrukkelijk voor het periode- en ketensysteem als bedoeld in artikel 7: 668a BW (zie bijlage 8 van deze cao) gekozen worden. (…)
14 De uitzendonderneming en de uitzendkracht hebben de mogelijkheid om in een eerder stadium dan is voorzien in het fasensysteem uitzendovereenkomsten voor bepaalde of onbepaalde tijd aan te gaan. Onder uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd wordt hier verstaan: een fase 1 of 2 uitzendovereenkomst, waarbij het uitzendbeding als bedoeld in artikel 13 lid 2 sub b, uitdrukkelijk is uitgesloten. In afwijking van artikel 7:628 lid 5 BW geldt gedurende de looptijd van deze uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd een uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting betekent dat er geen loon verschuldigd is, als het werk is weggevallen en daardoor geen werkzaamheden zijn verricht. (…)’
15 In artikel 13 van de NBBU-CAO staat het volgende:
a. Gedurende de eerste periode van gewerkte weken, week 1 tot en met week 26 (26 weken), werkt de uitzendkracht in fase 1.
b. Gedurende de tweede periode van gewerkte weken, week 27 tot en met week 130 (104 weken) werkt de uitzendkracht in fase 2.
16 In artikel 14 van de NBBU-CAO staat het volgende:
1.Fase 3 duurt 52 kalenderweken. Gedurende deze periode kunnen maximaal 4 uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangegaan. (…)
2.Bij het aangaan van de fase 3 uitzendovereenkomst geldt:
a. De uitzendovereenkomst kan worden aangegaan voor een bepaalde kalenderperiode of voor de duur van een project dat objectief bepaalbaar moet zijn.
b. Werkgever en werknemer zijn bij het aangaan van elke fase 3 uitzendovereenkomst opnieuw vrij om te bepalen wat de duur is van de uitzendovereenkomst.
c. Gedurende de fase 3 uitzendovereenkomst kan het uitzendbeding niet worden toegepast en heeft de werkgever een loondoorbetalingsverplichting.
3.Bij het einde van de fase 3 uitzendovereenkomst geldt:
a. de uitzendovereenkomst eindigt van rechtswege op de vastgestelde datum of bij het einde project.(…)
d. In afwijking van artikel 7: 668a BW lid 1 tot en met 4 worden opeenvolgende fase 3 uitzendovereenkomsten niet van rechtswege omgezet in uitzendovereenkomsten voor onbepaalde tijd totdat aan de in fase 4 opgenomen voorwaarden is voldaan.
17 In artikel 15 van de NBBU-CAO staat het volgende:
(…) Als fase 3 is voltooid en de werkzaamheden binnen 13 weken worden voortgezet of een nieuwe uitzendovereenkomst wordt aangegaan, is de uitzendkracht werkzaam in fase 4. De uitzendkracht heeft nu een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd.
18 Bij vonnis van 21 mei 2012 heeft de kantonrechter de door [eiser] ingestelde voorlopige voorziening geweigerd.
19 Bij brief van 20 juni 2012 schrijft RaS aan [eiser] onder meer het volgende. “(…)In bijgaande Excelsheet heb ik uitgewerkt wat de juiste beloning is over 2010, inclusief de toeslagen, en op grond daarvan komt U nog een bedrag van 2160,28 bruto te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, toe.