ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ6161

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 januari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
414853 \ CV EXPL 12-4800
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.G. Vroom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over kosten van register en drukwerk in uitgeefovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de kosten die voortvloeien uit een uitgeefovereenkomst. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.G.J. Booij, heeft een vordering ingesteld op basis van de artikelen 6 en 7 van de overeenkomst, waarin hij stelt recht te hebben op een provisie van € 1.008,92 voor de verkochte boeken. De gedaagde, die in persoon procedeert, heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.

De kantonrechter heeft op 9 januari 2012 uitspraak gedaan na een comparitie die op 31 oktober 2012 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze comparitie zijn de standpunten van beide partijen besproken. De eiser stelt dat het maken van een register en de kosten voor het opnieuw drukken van het boek voor rekening van de gedaagde moeten komen. De gedaagde betwist dit en voert aan dat de overeenkomst geen verplichting tot het maken van een register bevat.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst niet expliciet vermeldt dat het opmaken van een register onderdeel is van de verplichtingen van de gedaagde. De rechter concludeert dat het niet voor de hand ligt om de gedaagde te belasten met deze taak, aangezien het de schrijver is die verantwoordelijk is voor het opstellen van een register. Het verweer van de gedaagde wordt dan ook gegrond verklaard.

Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eiser in december 2011 akkoord is gegaan met de drukproef van de omslag van het boek, wat betekent dat hij niet kan terugkomen op de gemaakte afspraken. De vordering van de eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten, die voor de gedaagde op nihil worden vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter P.G. Vroom.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 414853 \ CV EXPL 12-4800 WG
Uitspraakdatum: 9 januari 2012
Vonnis in de zaak van:
[eiser] te [plaats]
eiser
gemachtigde: thans mr. R.G.J. Booij, advocaat te De Meern
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. [naam], gevestigd en kantoorhoudende te [plaats]
gedaagde
procederend in persoon.
Het procesverloop
Eiser heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 27 augustus 2012.
Gedaagde heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 31 oktober 2012, in aanwezigheid van partijen en de gemachtigde.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
Partijen hebben een uitgeefovereenkomst gesloten inzake het door eiser geschreven boek [het boek].
De artikelen 6 en 7 van voormelde overeenkomst vermelden:
6. Provisie
Over de exemplaren uit de eerste oplage van 50 ex. van het Boek betaalt de Uitgever aan de Auteur een provisie van 100 procent van de verkoopprijs bij verkoop via de website/flyer/advertorial en van 80 procent bij verkoop via de boekhandel. Indien Auteur besluit verdere oplages niet voor te financieren, bedraagt de provisie 10 procent van de verkoopprijs.
7. Uitbetaling provisie
De Uitgever betaalt eens per halfjaar de provisie uit aan de Auteur. Als de provisie in een halfjaar minder bedraagt dan € 25,00, zal het saldo worden bijgeschreven bij het volgend halfjaar. Betaling vindt pas plaats als het saldo tenminste € 25,00 bedraagt.
Het geschil
Eiser vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag ad € 1.008,92, rente en kosten rechtens.
Eiser stelt hiertoe, zakelijk samengevat, dat hij op grond van artikel 6 en 7 van de uitgeefovereenkomst recht heeft op voormeld bedrag wegens provisie van de tot op heden verkochte boeken, met aftrek van de in redelijkheid gemaakte verzendkosten op grond van art. 11 van voormelde overeenkomst.
Gedaagde heeft verweer gevoerd waarop hierna, voor zover van belang, zal worden ingegaan.
De beoordeling
Partijen verschillen van mening omtrent de vraag voor wiens rekening het maken van een register komt, alsmede de kosten voor het opnieuw drukken van het boek naar aanleiding van een mislukte omslag.
Anders dan eiser stelt blijkt uit de door partijen overgelegde overeenkomst niet dat het opmaken van een register als onderdeel van de uitgeversovereenkomst moet worden beschouwd.
De tekst van de overeenkomst rept daar niet over en het ligt ook niet voor de hand om een ander dan de schrijver (te weten een uitgever) te belasten met het opstellen van een register.
Immers het is de schrijver die via een register en eventuele voetnoten kenbaar maakt waar wat geschreven staat en op welke bronnen dat berust. In die zin mocht eiser er ook niet op vertrouwen dat het opstellen van een register onderdeel vormde van de hiervoor genoemde overeenkomst. Het verrekeningsverweer van gedaagde slaagt op dit punt dan ook.
Dat het recht tot verrekening niet in de overeenkomst van partijen is opgenomen, doet daaraan niet af nu dat recht niet contractueel is uitgesloten.
Daarnaast is, zoals het vorenoverwogene in zich draagt, de juistheid van het verweer eenvoudig vast te stellen en de hoogte van de door gedaagde aangevoerde kosten.
Het verrekeningsverweer aangaande de omslag slaagt evenzeer.
Ter zitting is niet betwist dat eiser in december 2011 in verband met tijdsdruk rechtstreeks de drukproef van de omslag van de drukker ontving en daaraan zijn fiat heeft gegeven jegens gedaagde.
Daarbij heeft hij ingestemd met een omslag waarop de titel en de afbeelding iets naar rechts stond.
De opmaak van die omslag kwam daarmee overeen met de omslag van een eerder boek van eiser.
Niet gemotiveerd betwist is dat de omslag van dat boek (uitgegeven door Calbora) als voorbeeld heeft gediend voor de omslag van het onderhavige boek. Nu de hoogte van de door gedaagde genoemde kosten betreffende het opstellen van een index en het veranderen van de boekomslag niet zijn betwist, zal de vordering van eiser worden afgewezen.
Eiser dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Verwijst eiser in de proceskosten, die tot heden voor gedaagde worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 januari 2012 in het openbaar uitgesproken