ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ6720
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Bewijsopdracht en opzegging van de arbeidsovereenkomst door werknemer met geschil over uren en salaris
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2013, heeft eiser, een werknemer, een vordering ingesteld tegen gedaagde, zijn werkgever, met betrekking tot de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst en het achterstallig salaris. Eiser was in dienst getreden op 9 juni 2011 voor 50 uren per maand, maar stelde dat zijn arbeidsovereenkomst in oktober 2011 was gewijzigd naar 40 uren per week. Eiser vorderde betaling van achterstallig salaris, vakantietoeslag en wettelijke verhogingen, omdat hij stelde dat gedaagde hem geen salaris meer had betaald sinds januari 2012 en dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door gedaagde niet rechtsgeldig was.
Gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat eiser zijn dienstverband op 2 januari 2012 zelf had opgezegd. De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat gedaagde moet bewijzen dat eiser zijn dienstverband daadwerkelijk heeft opgezegd. Tevens moet gedaagde de urenstaten van eiser overleggen om vast te stellen voor hoeveel uren eiser daadwerkelijk heeft gewerkt. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering en verdere behandeling, waarbij gedaagde de gelegenheid kreeg om getuigen voor te brengen en de benodigde documenten in te dienen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in arbeidszaken, vooral wanneer er geschillen zijn over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de betaling van salaris. De rechter heeft de partijen geïnformeerd over de procedure voor het indienen van verzoeken om uitstel en het aanleveren van getuigen, en heeft de zaak naar de rolzitting verwezen voor verdere behandeling.