ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8791
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in een civiele zaak
In deze zaak heeft verzoeker op 17 maart 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.T. Hoogland, de rechter die op 14 maart 2013 een einduitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [A]. De wraking is aangevraagd na de zitting waarin de rechter de verzoeken van de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, Zaanstreek-Waterland heeft behandeld. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij apart van de moeder en Bureau Jeugdzorg was gehoord, wat volgens hem leidde tot het onthouden van cruciale informatie. Daarnaast voerde hij aan dat hij tijdens de zitting meermaals door de rechter was afgekapt, waardoor hij niet in staat was zijn standpunt volledig te verwoorden.
De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter na het wijzen van een einduitspraak. Aangezien het wrakingsverzoek is ingediend na de uitspraak van de rechter, is het verzoek te laat gedaan. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek, zonder dat er een inhoudelijke behandeling van het wrakingsverzoek plaatsvond. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 april 2013 door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is vastgelegd door de griffier.