RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 539183 / CV EXPL 11-16820
datum uitspraak: 28 mei 2013
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[passagier]
te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen [de passagier]
gemachtigde E.S.A. Wiggers
de rechtspersoon naar buitenlands recht
TAP AIR PORTUGAL
te Lissabon en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen Tap Air
gemachtigde mr. E.C. Douma
De procedure
[de passagier] heeft Tap Air gedagvaard op 15 september 2011. Tap Air heeft schriftelijk geantwoord. [de passagier] heeft daarop schriftelijk gereageerd, waarna Tap Air nog een schriftelijke reactie heeft gegeven. Daarbij heeft Tap Air nog producties overgelegd. Op verzoek van [de passagier] is daarop datum bepaald voor pleidooi, dat heeft plaatsgevonden op 20 november 2012 en waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Zowel [de passagier] als Tap Air hebben pleitnotities overgelegd.
De feiten
a. [de passagier] heeft met Tap Air een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Tap Air [de passagier] per luchtvaartuig op 25 september 2009 diende te vervoeren van Fortaleza (Brazilië) naar Lissabon, met als vertrektijd 20:00 uur (lokale tijd) en aankomst op 26 september 2009 om 7:00 uur (lokale tijd) en vluchtnummer TP 164, hierna de vlucht.
b. Krachtens deze overeenkomst diende Tap Air op 26 september 2009 [de passagier] om 7:55 uur met vlucht TP 668 van Lissabon naar Amsterdam te vliegen.
c. Vlucht TP 164 van Fortaleza naar Lissabon is geannuleerd, waarna [de passagier] op 26 september 2009 met een vervangende vlucht met een vertraging van bijna 5 uren te Lissabon is aangekomen.
d. Vanaf 23 december 2009 heeft [de passagier] Tap Air aangeschreven tot betaling van een gestandaardiseerde compensatie op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening.
e. Tap Air heeft geweigerd dit bedrag te betalen.
De vordering
[de passagier] vordert dat Tap Air bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 december 2009, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 24 december 2009, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
[de passagier] voert primair aan dat Tap Air op grond van de Verordening verplicht is tot betaling van compensatie wegens langdurige vertraging, zoals door het Hof is beslist in het Sturgeonarrest van 19 november 2009. Omdat [de passagier] de eindbestemming Lissabon met meer dan 3 uren vertraging heeft bereikt en gelet op de afstand van de vlucht is Tap Air verplicht [de passagier] te compenseren tot een bedrag van € 600,00.
Bij repliek heeft [de passagier] gesteld zij een vlucht had geboekt vanuit Brazilië, met als eindbestemming Amsterdam. Na aankomst van de vlucht te Lissabon op 26 september 2009 om 7:00 uur, zou zij diezelfde dag om 7:55 uur met vlucht TP 668 naar Amsterdam vliegen. Met verwijzing naar het Rehder-arrest voert [de passagier] aan dat de kantonrechter te Haarlem bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, omdat de luchthaven Schiphol binnen het rechtsgebied van de rechtbank Noord Holland ligt.
Subsidiair verzoekt [de passagier] de zaak aan te houden in afwachting van de beantwoording door het Hof van een prejudicieel verzoek omtrent de vraag of – kort gezegd – bij het bepalen van het recht op compensatie in het geval van een uit verschillende onderdelen bestaande vlucht rekening moet worden gehouden met de afzonderlijke delen daarvan, dan wel met de afstand tot de eindbestemming.
Het verweer
Tap Air betwist de vordering.
Zij beroept zich primair op nietigheid van de dagvaarding aangezien daarin niet de juiste woonplaats van [de passagier] is vermeldt. Tap Air vordert voorts op grond van artikel 224 Rv [de passagier] te bevelen zekerheid te stellen voor haar proceskosten, aangezien zij vermoedt dat [de passagier] in Brazilië, althans niet in een EU-lidstaat woont.
Subsidiair betwist Tap Air dat de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. Op grond van Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de ten uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX) is bevoegd de rechter van de woonplaats van Tap Air, Lissabon. De omstandigheid dat [de passagier] een aansluitende vlucht naar Amsterdam had geboekt, kan bij de beoordeling van de bevoegdheid van de rechtbank Noord-Holland geen rol spelen. [de passagier] heeft dit deel van de boeking pas bij repliek bij haar vordering betrokken, en Tap Air verzet zich tegen deze uitbreiding van de gronden van de vordering.
Meer subsidiair voert Tap Air aan dat de annulering van de vlucht het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Ter onderbouwing van heeft Tap Air aangevoerd dat de vlucht vanwege een staking van haar piloten is geannuleerd. Hoewel de staking 10 dagen tevoren is aangekondigd, blijft het doorgaan daarvan onvoorspelbaar. Het Portugese recht biedt Tap Air niet de ruimte om alle redelijke maatregelen te treffen om een staking voorkomen. Een staking is in juridisch en economisch opzicht het resultaat van externe omstandigheden waarop Tap Air geen invloed heeft. Tap Air moet afwachten welke piloot staakt en welke niet. Slechts de vluchten waarop een piloot staat ingedeeld die niet aan de staking deelneemt, kunnen doorgang vinden. Tap Air kan niet kiezen welke vlucht door kan gaan en welke ten gevolge van de staking geannuleerd moet worden. Gelet hierop zijn de door de staking getroffen vluchten niet als bedrijfsinherent te kwalificeren, zodat in dit geval sprake van een annulering wegens buitengewone omstandigheden. Tap Air is derhalve niet verplicht [de passagier] wegens de annulering te compenseren. Tap Air betwist de buitengerechtelijke incassokosten.
De beoordeling
1. Op grond van artikel 111 Rv juncto artikel 45 Rv dient de dagvaarding de woonplaats van de eisende partij te vermelden. Aangezien in de dagvaarding een woonplaats van [de passagier] staat vermeld, is de kantonrechter van oordeel dat aan dit voorschrift is voldaan. Dat mogelijk een verkeerde woonplaats is vermeld, is niet met nietigheid bedreigt, zodat het beroep van Tap Air op een nietige dagvaarding wordt verworpen.
2. De gemachtigde van [de passagier] bij repliek heeft gesteld dat zij de proceskosten zal voldoen indien [de passagier] daartoe wordt veroordeeld, zodat Tap Air geen belang meer heeft bij haar vordering tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten door [de passagier].
3. Ten aanzien van de bevoegdheidsverweer overweegt de kantonrechter als volgt. Dat [de passagier] eerst bij repliek heeft gesteld dat zij van Brazilië via Lissabon naar Amsterdam zou vliegen en mitsdien Amsterdam als eindbestemming had, betekent, anders dan Tap Air heeft aangevoerd niet dat dit feit niet bij de beoordeling kan worden betrokken.
4. Gelet op het bepaalde in artikel 1 EEX valt de vordering van [de passagier] onder het bereik deze verordening, zodat de kantonrechter haar bevoegdheid aan de hand van deze verordening dient te beoordelen. Bevoegd is de rechter van de woonplaats van de verweerder. Krachtens artikel 60 EEX heeft daarbij als woonplaats van TAP Air te gelden haar statutaire zetel, de plaats waar het hoofdbestuur is gevestigd of haar hoofdvestiging. Gelet op de inschrijving in het handelsregister is Lissabon de statutaire zetel van TAP Air, zodat in beginsel het gerecht aldaar bevoegd is van de vordering kennis te nemen.
5. [de passagier] heeft aangevoerd dat de kantonrechter te Haarlem bevoegd is van de vordering kennis te nemen, omdat TAP Air op Schiphol kantoor houdt en Schiphol tot het rechtsgebied van de kantonrechter te Haarlem hoort. De kantonrechter oordeelt dat het enkele feit dat Tap Air mede kantoor houdt op Schiphol geen bevoegdheid voor de kantonrechter te Haarlem schept, omdat de woonplaats van een rechtspersoon een autonoom begrip is.
6. De kantonrechter komt evenwel tot het oordeel dat de rechtbank te Haarlem op grond van het Rehder-arrest bevoegd is, aangezien de vlucht vanuit Lissabon luchthaven Schiphol als eindbestemming had, welke plaats is gelegen in het arrondissement van de rechtbank Noord-Holland en het Hof bij arrest van 26 februari 2013 in de zaak Air France / Folkerts (C 11/11) heeft geoordeeld dat voor de toepassing van de in artikel 7 van de Verordening voorziene compensatie, in geval van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen, enkel de vertraging van belang is die is vastgesteld ten opzichte van de oorspronkelijk geplande aankomsttijd op de eindbestemming, omdat het ongemak bij vertraagde vluchten zich voordoet op die eindbestemming. In het geval van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen wordt onder eindbestemming verstaan de bestemming van de laatste vlucht die de betrokken passagier heeft genomen, aldus het Hof.
7. Ten aanzien van het beroep van Tap Air op buitengewone omstandigheden overweegt de kantonrechter als volgt. In de considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich met name kunnen voordoen in geval van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening is de luchtvaartmaatschappij niet verplicht compensatie als bedoeld in artikel 7 te betalen, indien zij kan aantonen dat de annulering of vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
8. Het Europese Hof heeft in zijn arrest Wallentin-Hermann van 22 december 2008 in rechtsoverweging 40 overwogen dat, aangezien niet alle buitengewone omstandigheden aanleiding geven tot vrijstelling, de luchtvaartmaatschappij die zich op dergelijke omstandigheden beroept bovendien moet aantonen dat de genoemde omstandigheden hoe dan ook niet voorkomen hadden kunnen worden door het treffen van aan de situatie aangepaste maatregelen, dat wil zeggen maatregelen die op het tijdstip van de buitengewone omstandigheden met name voldoen aan voor de betrokken luchtvaartmaatschappij aanvaardbare technische en economische voorwaarden. In rechtsoverweging 41 heeft het Hof overwogen dat de vervoerder dient aan te tonen dat hij zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd tot annulering – en na het Sturgeonarrest – tot langdurige vertraging van de vlucht leidden.
9. Het beroep op buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening faalt. Een staking van het eigen personeel valt naar het oordeel van de kantonrechter binnen de invloedsfeer van de bedrijfsvoering van een luchtvaartmaatschappij en kan daarom niet als buitengewoon worden beschouwd. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de vraag of Tap Air voldoende maatregelen heeft getroffen om de staking te voorkomen.
10. Omdat de verweren van Tap Air falen zal de vordering tot veroordeling van Tap Air tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging en de afstand van de vlucht, worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
11. [de passagier] heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Tap Air heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. Niet gesteld of gebleken is dat de door [de passagier] verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
12. Tap Air zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde rente over de toe te wijzen proceskosten is niet toewijsbaar met ingang van de vonnisdatum, nu Tap Air ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat aan de eisen van art. 6:119 BW niet is voldaan. De gevorderde rente over de proceskosten zal evenwel worden toegewezen met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Tap Air tot betaling aan [de passagier] van € 600,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 600,00 vanaf 24 december 2009, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
- veroordeelt Tap Air tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [de passagier] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd,
dagvaarding € 90,64
griffierecht € 202,00
salaris gemachtigde € 300,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.