ECLI:NL:RBNHO:2013:CA2359
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie voor vertraging van vlucht door Transavia
In deze zaak vorderden twee passagiers compensatie van Transavia Airlines C.V. wegens langdurige vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Barcelona op 16 juni 2009. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met Transavia en eisten een schadevergoeding van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vlucht, met vluchtnummer HV 5133, had een geplande aankomsttijd van 20:45 uur, maar het toestel kwam pas om 23:35 uur 'on blocks' aan in Barcelona. Transavia weigerde de compensatie te betalen en voerde aan dat de passagiers niet ontvankelijk waren omdat zij hun aanspraken aan EU Claim hadden overgedragen. Daarnaast stelde Transavia dat de vertraging minder dan 3 uur was en dat er sprake was van een buitengewone omstandigheid die de vertraging had veroorzaakt.
De kantonrechter oordeelde dat de passagiers de vordering zelf konden instellen, omdat er geen akte van cessie was overgelegd. De rechter bevestigde dat de vordering binnen de vervaltermijn van twee jaar was ingediend. Wat betreft de compensatie, oordeelde de kantonrechter dat de vertraging minder dan 3 uur was, waardoor de passagiers geen recht hadden op compensatie volgens de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De rechter wees de vordering van de passagiers af en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten aan Transavia, inclusief een nasalaris voor eventuele nakosten.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. W. Aardenburg op 11 juni 2013 in de Rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton, locatie Haarlem.