ECLI:NL:RBNHO:2013:CA3367

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
590039 - CV EXPL 13-1447
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Boete wegens te late betaling huurtermijnen en afrekening servicekosten

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Merin B.V. (hierna: Merin) van de besloten vennootschap hkw Engineering B.V. (hierna: hkw Engineering) betaling van een bedrag van € 9.497,06, vermeerderd met wettelijke rente, wegens te late betaling van huurtermijnen en afrekening van servicekosten. De huurtermijnen voor de bedrijfsruimte en parkeerplaatsen waren niet tijdig voldaan, ondanks aanmaningen en sommaties van Merin. De kantonrechter oordeelde dat hkw Engineering in verzuim was door het enkele verloop van de termijn en dat de boete van 2% per maand, zoals opgenomen in de Algemene Bepalingen van de huurovereenkomst, van toepassing was. Merin had de vordering onderbouwd met bewijsstukken, waaronder de huurovereenkomst en facturen. hkw Engineering betwistte de hoogte van de vordering en voerde aan dat Merin haar verplichtingen niet was nagekomen, maar de kantonrechter oordeelde dat hkw Engineering onvoldoende feiten had aangedragen om tot matiging van de boete over te gaan. De kantonrechter wees de vordering van Merin toe en veroordeelde hkw Engineering in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 590039 \ CV EXPL 13-1447
datum uitspraak: 16 mei 2013
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Merin B.V.
te Amsterdam
eisende partij
hierna te noemen Merin
gemachtigde Albertson & Partners c.v.
tegen
de besloten vennootschap hkw Engineering B.V.
te Vaassen
gedaagde partij
hierna te noemen hkw Engineering
gemachtigde A. Satink (manager)
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 januari 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de door de kantonrechter tussen partijen gegeven en op 21 februari 2013 uitgesproken rolbeschikking,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met producties.
hkw Engineering heeft bij conclusie van dupliek nog producties in het geding gebracht. Merin heeft op die producties niet kunnen reageren. Deze producties zijn naar het oordeel van de kantonrechter te laat in het geding gebracht. hkw Engineering had die producties reeds bij antwoord moeten overleggen, opdat Merin daar nog op had kunnen reageren. Deze producties zullen daarom niet bij de beoordeling kunnen worden betrokken. Gelet op het vorenstaande is er geen noodzaak om Merin alsnog in de gelegenheid te stellen om op die producties te reageren; Merin is immers niet geschaad in de verdediging.
De feiten
a. Merin verhuurt aan hkw Engineering bedrijfsruimte aan het adres Jupiterstraat 51-69 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer met negentien nabij gelegen parkeerplaatsen.
b. De huur voor de bedrijfsruimte bedraagt € 39.535,67 per kwartaal en voor de parkeerplaatsen € 5.379,50 per kwartaal.
c. Op de huurovereenkomst tussen partijen zijn mede van toepassing de “Algemene Bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW”, hierna de Algemene Bepalingen.
d. De Algemene Bepalingen bevatten onder meer het volgende:
“Kosten, verzuim
17.1 In alle gevallen waarin verhuurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of tot ontruiming te dwingen, is huurder verplicht alle daarvoor gemaakt kosten, zowel in als buiten rechte (…) aan verhuurder te voldoen. De gemaakte kosten worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat niet lager is dan het gebruikelijke tarief dat door gerechtsdeurwaarders wordt gehanteerd.
17.2 Huurder is in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn
(…)
18.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand.”
e. De factuur van 23 december 2011 voor afrekening servicekosten over 2010 ten bedrage van € 8.455,81 is door hkw Engineering betaald op 19 april 2012.
f. De huur over het 2e, 3e en 4e kwartaal van 2012 en over het 1e kwartaal van 2013 is door hkw Engineering telkens te laat betaald.
De vordering
Merin vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hkw Engineering zal veroordelen om aan Merin tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 9.497,06, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van hkw Engineering in de proceskosten.
Merin heeft het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd:
Ondanks aanmaningen en aangetekend verzonden sommaties is hkw Engineering in gebreke gebleven met tijdige voldoening van de afrekening servicekosten over 2010 en met stipte voldoening van de huurpenningen.
Merin zag zich dus genoodzaakt haar vordering ter incasso uithanden te geven.
Ingevolge artikel 18.2 van de Algemene Bepalingen is hkw Engineering telkens een boete ver-schuldigd van 2% per maand met een minimum van € 300,00 per maand.
Krachtens artikel 17.1 van de Algemene Bepalingen komen tevens voor rekening van hkw Engineering de op de invordering vallende buitengerechtelijke kosten.
Subsidiair maakt Merin aanspraak op de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW.
Merin maakt aanspraak op voldoening van:
- contractueel verschuldigde boete € 8.797,06
- buitengerechtelijke incassokosten conform rapport Voorwerk II € 700,00
in totaal € 9.497,06
Het verweer
hkw Engineering betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
De door Merin in rekening gebrachte post van € 9.497,06 is buitensporig hoog en in strijd met de filosofie van Merin om als verhuurder van kantoorpanden huurders bij hun bedrijfsactiviteiten optimaal te faciliteren. Merin heeft in het feitelijke faciliteren de nodige fouten gemaakt. Ondanks de terechte irritatie over deze zaken heeft hkw Engineering steeds geprobeerd in goed overleg de storende mankementen in de dienstverlening te helpen oplossen. Nooit heeft hkw Engineering daarvoor een rekening gepresenteerd. Des te onredelijker is deze vordering.
hkw Engineering heeft grote twijfels waarom de exhorbitant hoge incassokosten nu gerechtvaardigd zouden zijn en zouden kunnen worden opgelegd.
In de vordering is ten onrechte een schadebedrag van € 900,00 over 2011 opgenomen.
hkw Engineering heeft steeds geprobeerd de huurtermijnen op tijd te voldoen. De vertragingen in de betalingen zijn minimaal geweest. Alle financiële verplichtingen over 2012 zijn voldaan.
De beoordeling
1. hkw Engineering heeft nagelaten het bij de dagvaarding gevoegde overzicht van de verschuldigde bedragen en de gedane betalingen te betwisten. Daarom moet de kantonrechter uitgaan van de juistheid van dat overzicht. Dit geldt temeer omdat hkw Engineering heeft erkend betalingen te laat te hebben verricht.
2. Uit dat overzicht blijkt dat huurtermijnen te laat zijn betaald en dat dit ook geldt voor de afrekening servicekosten over 2010.
3. Op grond van artikel 17.2 van de Algemene Bepalingen is hkw Engineering in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn.
4. Artikel 18.2 van de Algemene Bepalingen vermeldt vervolgens welke boete wordt verbeurd bij te late betaling.
5. De kantonrechter begrijpt het verweer van hkw Engineering aldus dat een beroep wordt gedaan op matiging van de gevorderde bedragen.
6. De kantonrechter stelt het volgende voorop. De maatstaf van artikel 6:94 BW brengt met zich dat de kantonrechter pas van zijn bevoegdheid tot matiging gebruik kan maken als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal de kantonrechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen.
7. De kantonrechter is van oordeel dat matiging niet aan de orde kan komen, aangezien niet aan de genoemde maatstaf van artikel 6:94 BW is voldaan. Het is een alleszins gebruikelijk beding, terwijl de omstandigheden van deze zaak geen aanknopingspunten bieden om tot het oordeel te kunnen komen dat toepassing van het boetebeding buitensporig en daarom onaanvaardbaar zou zijn. hkw Engineering heeft in het bijzonder te weinig feiten en/of omstandigheden gesteld die ertoe zouden kunnen leiden dat wel tot matiging wordt overgegaan. Ook indien moet worden aangenomen dat Merin als verhuurder hkw Engineering moet faciliteren dan ontslaat dit hkw Engineering niet van haar verplichting om verschuldigde bedragen tijdig te betalen, zoals door Merin terecht tegen het standpunt van hkw Engineering is aangevoerd.
8. Voor zover hkw Engineering bij dupliek heeft betoogd dat Merin verplichtingen niet zou zij nagekomen, kan haar dat in het kader van de bedoelde matiging niet baten. Zij heeft er in het verleden zelf voor gekozen daarover geen stappen jegens Merin te nemen, terwijl dit betoog onvoldoende concreet is onderbouwd.
9. Het bedrag van € 900,00 dat volgens hkw Engineering ten onrechte wordt gevorderd heeft blijkens het meergenoemde overzicht betrekking op de te late betaling van de afrekening servicekosten over het jaar 2010. Dit bedrag is daarom, gelet op wat hierboven onder 1 is overwogen, ook terecht gevorderd.
10. Ook ten aanzien van de gevorderde contractueel overeengekomen incassokosten kan de kantonrechter, gelet op de bovengenoemde maatstaf, niet tot matiging overgaan. Voldoende gesteld en gebleken is dat de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, terwijl het gevorderde bedrag is berekend conform het rapport Voorwerk II.
11. Op grond van het vorenstaande wordt de vordering toegewezen.
12. hkw Engineering zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt hkw Engineering om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Merin te betalen
€ 9.497,06, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt hkw Engineering in de proceskosten, aan de zijde van Merin tot op heden vastgesteld op de volgende bedragen:
dagvaarding € 83,71
griffierecht € 448,00
salaris gemachtigde € 500,00.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde uitspraakdatum.
Coll.