ECLI:NL:RBNHO:2014:10012

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 oktober 2014
Publicatiedatum
28 oktober 2014
Zaaknummer
AWB - 14 _ 3733 en 14_3768
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om preventieve handhaving van de Wegenwet door ProRail

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 oktober 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De Vereniging de Fietsersbond en Stichting Wandelnet, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben een verzoek ingediend om ProRail te sommeren de openbare onbewaakte spoorwegovergang ter hoogte van het Laantje van Alverna in Heemstede toegankelijk te houden voor fietsers en voetgangers. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede, dat op 8 oktober 2013 het verzoek om handhaving van de Wegenwet had afgewezen. Het bestreden besluit van 5 maart 2014 verklaarde het bezwaar van de verzoeksters ongegrond.

Tijdens de zitting is de voorzieningenrechter ingelicht over de situatie en de argumenten van de betrokken partijen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een spoedeisend belang, aangezien de derde-partij, ProRail, heeft verklaard in afwachting van de bodemzaken geen gebruik te maken van de omgevingsvergunning en voorlopig geen watergang zal aanleggen. Hierdoor is er geen onomkeerbare situatie die een voorlopige voorziening rechtvaardigt.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen onverwijlde spoed vereist is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 14/3733 en HAA 14/3768
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 oktober 2014 in de zaak tussen

Vereniging de Fietsersbond, te Utrecht,

(gemachtigde: J. Kamminga),
en
Stichting Wandelnet, te Amersfoort,
(gemachtigde: P.O. Mars),
verzoeksters,
en
het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede, verweerder
(gemachtigden: mr. I.A. Oudendijk en mr. drs. A. Borg).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
ProRail B.V., te Utrecht, gemachtigde: mr. A.C. Clerx en E.H.C. Schuurmans.

Procesverloop

Bij besluit van 8 oktober 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van verzoeksters om preventief tot handhaving van de Wegenwet over te gaan en ProRail te sommeren de openbare onbewaakte spoorwegovergang ter hoogte van het Laantje van Alverna openbaar en voor fietsers en voetgangers toegankelijk te houden afgewezen.
Bij besluit van 5 maart 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeksters ongegrond verklaard.
Verzoeksters hebben afzonderlijk tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben beiden de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verzoeksters vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
Verweerder is verschenen bij gemachtigden.
Derde-partij is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. Als er geen onomkeerbare situatie dreigt neemt de voorzieningenrechter aan dat spoedeisend belang ontbreekt, zodat hij alleen al daarom geen voorlopige voorziening treft.
3. Derde-partij heeft ter zitting verklaard dat hij in afwachting van de bodemzaken geen gebruik zal maken van de omgevingsvergunning en voorlopig geen watergang gaat aanleggen. De conclusie is dat er geen enkel spoedeisend belang is. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken daarom af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2014.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.