ECLI:NL:RBNHO:2014:10305

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 november 2014
Publicatiedatum
4 november 2014
Zaaknummer
2892339 - CV EXPL 14-784
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • P.G. Vroom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recht op extra vergoeding voor werknemer met lang dienstverband naast Sociaal Plan

In deze zaak vorderde de werknemer, die een langdurig dienstverband had bij de besloten vennootschap Morgan Am&T b.v., betaling van een extra uitkering op basis van de Infomap, naast de vergoeding die zij ontving op grond van het Sociaal Plan. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. D.H.J. Roeters van Lennep, stelde dat zij recht had op een extra uitkering van één bruto maandsalaris, omdat zij meer dan 12,5 jaar in dienst was geweest. Morgan, vertegenwoordigd door mr. K. Wiersma, voerde verweer en stelde dat de Infomap slechts een minimumvergoeding bood en dat de werknemer geen recht had op een extra vergoeding bovenop de vergoeding uit het Sociaal Plan.

De kantonrechter oordeelde dat de bepalingen in de Infomap niet leidden tot een recht op een aanvullende vergoeding, maar dat deze slechts een minimumregeling vormden. De rechter overwoog dat de werknemer en de vakbond niet duidelijk hadden gecommuniceerd over de extra vergoedingen die mogelijk uit de Infomap voortvloeiden. De kantonrechter concludeerde dat de regeling in het Sociaal Plan de werknemer voldoende compenseerde en dat er geen recht bestond op een extra uitkering uit de Infomap.

De vordering van de werknemer werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter P.G. Vroom op 5 november 2014.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknummer/rolnummer: 2892339 \ CV EXPL 14-784 (H.K.)
Uitspraakdatum: 5 november 2014
Vonnis in de zaak van:
[naam], wonende te [plaats]
eisende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. D.H.J. Roeters van Lennep, jurist bij FNV Bondgenoten te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap Morgan Am&T b.v., gevestigd en kantoorhoudende te Hoorn aan de Kernweg 32
gedaagde partij
verder ook te noemen: Morgan
gemachtigde: mr. K. Wiersma, advocaat te Amsterdam.

1.Het procesverloop

Voor het procesverloop verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken:
- de dagvaarding van 21 februari 2014 met producties en het herstelexploot d.d.
27 februari 2014;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van de kantonrechter van 19 mei 2014 waarin een comparitie van
partijen is gelast;
- de met het oog op de comparitiezitting overgelegde stukken;
- de aantekeningen van hetgeen is besproken tijdens de comparitiezitting op 8 oktober
2014, waaruit blijkt dat [werknemer] in persoon is verschenen en Morgan bij haar directeur
[a]; beide partijen werden bijgestaan door hun gemachtigde;
- de ter terechtzitting overgelegde pleitaantekeningen van beide partijen.
Vervolgens is op vandaag uitspraak bepaald.

2.De feiten

2.1
[werknemer], geboren op [datum], is op 1 september 1998 een dienstbetrekking met Morgan aangegaan voor 40 uur per week.
Laatstelijk werkte zij in de functie van productiemedewerker tegen een salaris van € 2.390,20 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. Zij verrichtte haar werkzaamheden in de vestiging van Morgan te Hoorn.
2.2
In verband met bedrijfseconomische omstandigheden heeft Morgan besloten om de vestiging in Hoorn te sluiten en de werkzaamheden te verplaatsen naar Hongarije. In verband met de sluiting is in overleg met de ondernemingsraad [OR] en FNV Bondgenoten een Sociaal Plan overeengekomen om de gevolgen voortkomend uit de reorganisatie voor de medewerkers te verzachten.
2.3
Door middel van een vaststellingsovereenkomst d.d. 14 december 2012 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 april 2013 beëindigd, onder toekenning van een vergoeding aan [werknemer] overeenkomstig het Sociaal Plan.
2.4
In het Sociaal Plan is vermeld dat de werknemer bij beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst recht heeft op een ontslagvergoeding conform de kantonrechters-formule waarbij de A-factor anders is bepaald; namelijk dienstjaren voor het bereiken van de leeftijd van 45 jaar tellen voor 1, tussen de leeftijd van 45 en 55 voor 1,5 en vanaf het bereiken van de leeftijd van 55 jaar voor 2. De correctiefactor C wordt op 1,2 gesteld.
2.5
Onder 4.3 staat onder “Eindafrekening” in het Sociaal Plan het volgende vermeld.
“Per de Einddatum stelt de Werkgever een eindafrekening op en zal de Werkgever (pro rata) uitbetaling doen van vakantiegeld en opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen. De pensioenopbouw, levensloopregeling en/of overige verzekeringen van de Werknemer via Werkgever eindigen per de Einddatum. dit zal door de Werkgever in de Schriftelijke Mededeling aan de Werknemer kenbaar gemaakt worden. Bij de eindafrekening worden de op de Werkgever toepasselijke CAO en Infomap gevolgd.”
2.6
In de Infomap staat onder meer het volgende vermeld.
EXTRA UITKERINGEN
(…)
Bij 12½-jarig dienstverband : ¼ maandsalaris bruto
Bij 25-jarig dienstverband : 1 maandsalaris bruto/netto + bloemstuk
Bij 40-jarig dienstverband : 1 maandsalaris bruto + 1 maandsalaris netto + bloemstuk
(…)
Bij pensionering, VUT of 100% afkeuring en bij beëindiging dienstverband met wederzijds goedvinden:
bij 12½ - 30 jarig dienstverband : 1 maand salaris bruto
Bij 30 en meerjarig dienstverband : 2 maanden salaris bruto
De berekening en uitkering hiervan vindt plaats via de salarisstrook bij de laatste afrekening na uitdiensttreding.
De afdeling personeelszaken en salarisadministratie zorgen voor de afhandeling van deze punten.”

3.Het geschil

3.1
[werknemer] vordert betaling van Morgan van:
 € 2.653,13 € 2.653,13 bruto, ter zake van de extra uitkering van 1 bruto maandsalaris als bedoeld in de Infomap;
 € 2.653,13 € 390,31 (exclusief btw) ter zake van buitengerechtelijke kosten;
 € 2.653,13 de wettelijke rente over voormelde bedragen vanaf de dag dat deze bedragen verschuldigd zijn;
 € 2.653,13 de proceskosten.
3.2
Ter onderbouwing van haar vordering heeft [werknemer] – zakelijk weergegeven – het volgende gesteld.
In de Infomap van Morgan staat dat werknemers met een dienstverband van meer dan 12,5 jaar bij beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden recht hebben op een extra uitkering. Dit bedrag staat volgens [werknemer] los van de vergoeding waar zij op grond van het Sociaal Plan recht op heeft. Het gaat bij de Infomap om een extra uitkering wegens de lange trouwe dienst van een werknemer en niet om een minimumontslagvergoeding.
Omdat [werknemer] een dienstverband heeft gehad van langer dan 12,5 jaar en korter dan 30 jaar heeft zij op grond van de Infomap recht op een extra uitkering van 1 maandsalaris, hetgeen neerkomt op € 2.653,13 bruto (€ 2.390,20 + 8% vakantietoeslag + 3% gratificatie).
De interpretatie dat de in de Infomap genoemde uitkering een minimumuitkering vormt, volgt geenszins uit de vaststellingsovereenkomst, het Sociaal Plan of de Infomap.
3.3
Morgan heeft verweer gevoerd. Daartoe stelt Morgan – samengevat – dat zij voorafgaand aan het besluit de fabriek in Hoorn te sluiten advies heeft gevraagd aan haar OR en tevens vervolgens overleg gepleegd met de OR en FNV Bondgenoten. Ook heeft zij met de OR en vakbond over de gevolgen gesproken en over een Sociaal Plan.
De Morgan Groep heeft steeds voor ogen gehad een zo goed mogelijke regeling te treffen voor haar werknemers in verband met de gevolgen van de sluiting. In eerste instantie had Morgan een voorziening van € 1.680.000,-- getroffen om de nadelige gevolgen voor de 23 boventallige medewerkers op te vangen. Zij kwam met een openingsbod van C=1 plus een eventuele vergoeding voor de kosten van juridisch advies. Vanaf het eerste gesprek heeft de heer [A] van Morgan aan de FNV en de OR aangegeven dat hij van het management in het Verenigd Koninkrijk een budget had meegekregen voor de vergoeding en dat voor elke gewenste overschrijding van dat budget de goedkeuring is vereist van het management.
Omdat de FNV en de OR het eerste bod hadden afgewezen, heeft de heer [A] opnieuw intern overleg gepleegd met het management. Dit resulteerde in een uitputtende regeling – hetgeen ook aan de OR en de vakbond werd meegedeeld – inhoudende een vergaande aanpassing van de A-factor en een aanvullende vergoeding voor outplacement.
Omdat ook dit tweede bod door de OR en de vakbond werd afgewezen, heeft de heer [A] andermaal intern overleg gepleegd met het management en heeft het totale budget kunnen verhogen naar € 2.090.000,--. Deze verhoging was gebaseerd op een verhoging van de C-factor naar C=1,2 bovenop de kosten van outplacement en/of juridisch advies. De FNV en de OR zijn akkoord gegaan met dit laatste bod.

4.De beoordeling

4.1
Vaststaat, dat bij een individuele beëindiging van de arbeidsovereenkomst in onderling overleg, de in de Infomap genoemde vergoeding van toepassing is, naast de andere in de Infomap genoemde punten.
Ook staat vast, dat bij het onderhavige collectief ontslag een Sociaal Plan is overeengekomen en dat in dit Sociaal Plan wordt verwezen naar de Infomap.
4.2
De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of uit de bepalingen in de Infomap volgt dat bepaalde werknemers, waaronder [werknemer], bij einde dienstverband met wederzijds goedvinden recht hebben op een aanvullende vergoeding van 1 of 2 maandsalarissen bovenop de vergoeding van het Sociaal Plan, of dat de Infomap een minimumvergoeding biedt voor het geval een lagere of in het geheel geen vergoeding wordt aangeboden.
4.3
Naar het oordeel van de kantonrechter dient voor de beantwoording van deze vraag de volgende relevante omstandigheden in acht te worden genomen:
 de totstandkoming van de bepaling en de partijbedoeling daarbij,
 de letterlijke tekst van de bepaling daarbij,
 de omstandigheid dat zowel de partijen bij het Sociaal Plan als bij de vaststellingsovereenkomst hebben bedoeld en beoogd een uitputtende regeling te treffen,
 de gedachte achter de bepaling,
 het feit dat de Infomap onderdeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst van de werknemers en
 de toepassing van de bepaling in het verleden.
4.4
Met inachtneming van vorenstaande omstandigheden dient de vraag, of de Infomap een aanvullende regeling inhoudt, naar het oordeel van de kantonrechter ontkennend te worden beantwoord. Er dient daarom van te worden uitgegaan dat de regeling in de Infomap een minimumregeling is, voor zover de regeling in het Sociaal Plan ontoereikend zou zijn. Nu het Sociaal Plan boven deze minimumregeling uitstijgt, komt aan [werknemer] geen extra vergoeding toe. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
4.5
Het feit dat een derde – in casu [werknemer] – aan de hand van haar eindafrekening meent recht te hebben op de extra vergoeding uit de Infomap, doet aan het vorenstaande niet af.
Immers, zulks kan worden toegerekend aan gebrek aan communicatie tussen [werknemer] enerzijds en de vakbond en OR anderzijds. Evenmin doet hieraan af, dat [werknemer] eerst bij ontvangst van haar laatste salarisstrook ontdekte dat haar geen aanvullende vergoeding was toegekend als bedoeld in de Infomap.
De kantonrechter overweegt in dit verband nog, dat het voor een professionele partij als de vakbond duidelijk moet zijn dat de werkgever bij een collectief ontslag binnen het beschikbare budget tot zaken dient te komen. Onbetwist is gesteld dat de OR en de vakbond op de hoogte waren gesteld van het beschikbare budget. Vaststaat voorts dat Morgan tot twee keer toe, in verband met bezwaren van de werknemers, bij het management van de holding het voor elkaar heeft gekregen het budget voor de beschikbare vergoedingen te verhogen. In dat opzicht kan over het algemeen geen sprake zijn van een tweetrapsraket, in die zin dat naast dit beschikbare budget nog een extra vergoeding aan bepaalde werknemers zou kunnen worden uitgekeerd op grond van de Infomap. Hierbij is voorts van belang, dat bij de onderhandelingen over het beschikbare budget door de vakbond en OR niet uitdrukkelijk en ondubbelzinnig is aangegeven dat Morgan hierbij ook rekening moet houden met de extra vergoedingen op grond van de Infomap.
4.6
Terzijde wordt nog het volgende overwogen.
Ter terechtzitting is gebleken dat [werknemer] eerst bij ontvangst van haar laatste salarisstrook ontdekte dat haar geen aanvullende vergoeding was toegekend als bedoeld in de Infomap. Niet gesteld of gebleken is dat bij de terugkoppeling door de vakbond en de OR van de onderhandelingsresultaten naar de werknemers is gewezen op de gunstige aanvullende werking van de Infomap, nu die niet meer als minimum doch als een extraatje zou hebben te gelden. Uit de aard der zaak – het gaat om geld – had, indien dat onderhandelingsresultaat daadwerkelijk was geboekt door de vakbond en de OR, dit meegedeeld dienen te worden aan de betrokken werknemers. Nu zulks niet is gebeurd, kan ook hieruit de conclusie worden getrokken dat geen sprake is van een aanvullende vergoeding bovenop het Sociaal Plan op grond van de Infomap.
4.7
De uitslag van de procedure brengt mee dat de proceskosten voor rekening van
[werknemer] komen, met dien verstande dat zal worden uitgegaan van één salarispunt voor de onderhavige zaak nu deze zaak gelijktijdig is behandeld met de zaak van [X)] tegen Morgan.

5.De beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [werknemer] in de proceskosten, die tot heden voor Morgan worden vastgesteld op een bedrag van € 200,-- voor salaris van de gemachtigde van Morgan.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op datum 5 november 2014 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter