Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Procesverloop
Overwegingen
Zoals uit het dossier en het verhandelde ter zitting blijkt, heeft verweerder in onderhavige situatie diverse factoren tegen elkaar afgewogen.Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat uit feiten en omstandigheden blijkt dat eiser iets meer dan een half jaar nadat hij in Nederland is gekomen een aanvraag om voorzieningen op grond van de Remigratiewet heeft gedaan. Niet kan dan ook worden gesteld, volgens verweerder, dat eiser de intentie heeft zich blijvend in Nederland te vestigen. Die intentie speelt een belangrijke rol in het bepalen of verzoeker het hoofdverblijf in Nederland had op de datum van de aanvraag. Ook uit de overige feiten en omstandigheden blijkt volgens verweerder niet dat eiser geacht kan worden hoofdverblijf in Nederland te hebben op de datum van de aanvraag. Gelet de periode die is verstreken tussen vertrek uit Nederland (2006) en terugkomst in Nederland (2013) kan ook uit het eerdere verblijf niet de conclusie getrokken worden dat eiser het hoofdverblijf in Nederland had.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.