Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
€ 62.350 aan rente betaald.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
Beslissing
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vennootschap, en de inspecteur van de Belastingdienst over de aftrekbaarheid van rente. Eiseres had voor het jaar 2011 een aanslag vennootschapsbelasting ontvangen, waarbij een verlies van € 161.552 was vastgesteld. De inspecteur handhaafde deze aanslag en de beschikking bij uitspraak op bezwaar. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de vraag centraal stond of de door haar betaalde rente van € 62.350 aftrekbaar was van de winst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres en een andere vennootschap een fiscale eenheid vormen. De relevante wetgeving, artikel 10d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, bepaalt dat rente niet aftrekbaar is indien er sprake is van een teveel aan vreemd vermogen. Eiseres stelde dat zij niet onder de aftrekbeperking viel, omdat zij slechts met één andere vennootschap verbonden was. De rechtbank oordeelde echter dat de renteaftrekbeperking ook van toepassing is in het geval van een groep met slechts twee vennootschappen.
De rechtbank concludeerde dat eiseres niet in aanmerking kwam voor de gevraagde renteaftrek en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de wetgeving omtrent renteaftrek binnen fiscale eenheden en de noodzaak voor vennootschappen om zich bewust te zijn van hun fiscale positie binnen een groep.