ECLI:NL:RBNHO:2014:11271

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2014
Publicatiedatum
28 november 2014
Zaaknummer
C-15-201588 - HA ZA 13-130
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Productaansprakelijkheid en kwaliteitsgebreken in de levering van bamboecomposiet

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen QLABS INDUSTRIES B.V. (hierna: Qlabs) en BAMBOE INFORMATIECENTRUM NEDERLAND B.V. (hierna: BIC) over de levering van bamboecomposiet. Qlabs, die voorheen handelde onder de naam Haasnoot Composieten B.V., vordert betaling van een bedrag van EUR 155.266,07 van BIC, omdat zij stelt dat de geleverde producten gebrekkig zijn en dat de overeenkomst op grond van deze gebreken gedeeltelijk is ontbonden. BIC betwist de aansprakelijkheid en stelt dat zij enkel als tussenpersoon heeft gefungeerd en niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de kwaliteit van de geleverde producten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Qlabs onvoldoende heeft onderbouwd dat er een koopovereenkomst bestaat tussen partijen die BIC aansprakelijk stelt voor de kwaliteit van de producten. Qlabs heeft niet aangetoond dat zij BIC voor de producten heeft betaald en heeft zich in kwaliteitskwesties steeds direct tot de fabrikant gewend. De rechtbank concludeert dat Qlabs niet heeft voldaan aan de stelplicht en wijst de vorderingen van Qlabs af.

In reconventie vordert BIC dat Qlabs rekening en verantwoording aflegt over het rendement van de verkoop van de bamboecomposiet. De rechtbank oordeelt dat BIC onvoldoende heeft aangetoond dat er een overeenkomst bestaat waarin is vastgelegd dat het rendement gedeeld zou worden. De vordering van BIC wordt afgewezen, maar de rechtbank heft de door Qlabs gelegde conservatoire beslagen op, omdat er geen steekhoudende argumenten zijn om deze te handhaven. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 9 juli 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
zaaknummer / rolnummer: C/15/201588 / HA ZA 13-130
Vonnis van 9 juli 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
QLABS INDUSTRIES B.V.,
gevestigd te Rijnsburg,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.E. Veerman te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAMBOE INFORMATIECENTRUM NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Schellinkhout, gemeente Drechterland,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. P.F. Keuchenius te Hoorn.
Partijen zullen hierna Qlabs en BIC genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 september 2013
  • de akte overlegging producties van Qlabs
  • het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2014
  • de akte wijziging eis van Qlabs
  • de akte uitlating wijziging eis van BIC
  • de akte van BIC.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Qlabs heeft voorheen gehandeld onder de naam Haasnoot composieten B.V. en maakt deel uit van een groep vennootschappen, de Haasnoot groep. Haasnoot Beheer B.V. is de enig aandeelhouder en bestuurder van onder andere Qlabs en Panda Products. De heer[A.] is directeur en zelfstandig bevoegd bestuurder van Haasnoot Beheer B.V. De Haasnoot Groep ontwikkelt, ontwerpt, fabriceert, levert en plaatst brugconstructies. Qlabs importeert, exporteert, levert en verhandelt grondstoffen, producten en diensten voor industriële toepassingen en voor consumenten, onder andere bamboecomposiet.
2.2.
BIC houdt zich bezig met de teelt van sierbomen en struiken, het kweken van handel in bamboeplanten en aanverwante artikelen. BIC beschikt over een netwerk van zakelijke contacten, onder andere in China.
2.3.
Sinds 2010 maakt Qlabs voor haar projecten gebruik van bamboecomposiet-delen, te weten brugdekplanken, straatpalen, bankplanken en brugleuningstijlen. Zij kocht deze onder andere bij de fabrikant Yonglin, die deze materialen (hierna: de producten) produceert in China. De bestellingen van Qlabs bij Chinese fabrikanten vonden plaats via BIC. Qlabs had ook rechtstreeks contact met Yonglin, onder andere over de producten en de productie. Vertegenwoordigers van Qlabs en BIC zijn gezamenlijk op werkbezoek geweest bij fabrikanten in China.
2.4.
Op 1 februari 2011 heeft [B.] namens Qlabs aan BIC een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Naar aanleiding van ons gesprek hierbij onze verkoopprijs (prijs Haasnoot = prijs BIC) van de bamboe brugdekplanken. (…)
Verder hebben wij besproken dat we elkaar van alle aanvragen op de hoogte houden. Op deze wijze kunnen we niet door de markt ‘tegen elkaar uitgespeeld worden’.
Het rendement van de verkoop (verschil verkoopprijs – kostprijs) zullen we samen delen.”
2.5.
Op 21 maart 2012 heeft [C.] namens BIC aan [B.] van Qlabs een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Ik wilde je spreken over:
1) een aanvraag die wij uit België hebben gekregen van [D.] van Punto Verde (…). Nu wil zij een prijs voor 500m2 terrasdelen (ze noemt dit een test) omdat het materiaal dat zij zelf in China heeft gekocht niet voldoet. BIC wil graag dat Panda, als onze verdeler in Nederland en Belgie haar een aanbieding doet.”
2.6.
Op 30 mei 2012 heeft Qlabs op briefpapier van Haasnoot Bruggen aan [E.] van Yonglin een brief geschreven waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Attached kindly find the survey of projects Haasnoot Bruggen / Haasnoot Composieten has realized from 2010 on until today. (…)
The total amout of these projects is about Euro 1.100.000,-- (tax not included). The forecasted amount of damage is Euro 505.000,-- (tax not included).
Our questions to the Yonglin Management are:
  • in which way will above mentioned amount of damage be paid back and in which time frame
  • the materials we have in stock now are, as we expect, of insufficient quality. We refer to the bridges in Rotterdam. How do we deal with this problem and how do we deal with the projects we still have to realize?”
2.7.
Op 21 juni 2012 heeft [B.] namens Qlabs aan BIC een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Wat [F.] doet is goed en zal vruchten afwerpen. Wat minder goed werkt is als ik of jullie je mensen in de berichten die tussen [F.] en [E.] heen en weer gaan. Het is begrijpelijk als jullie (en soms ook mijn) handen jeuken om aan de berichten van [F.] iets toe te voegen of kracht bij te zetten. Dit kan leiden tot spraakverwarring en schept daarmee eerder onduidelijkheid dan dat het een bijdrage is om het gezamenlijke einddoel te halen. Mijn verzoek is, om [F.] zijn gang te laten gaan en alle berichten in eerste instantie gewoon ‘ter kennisgeving’ aan te nemen.”
2.8.
Op 2 september 2012 heeft [E.] namens Yongling aan Qlabs een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“As for the coming visit to Holland, we would like to do the following:
Visit as many as projects which were already affected by problems and make photos and take notes;
Make the list of projects and confirm the affected quantities;
Will give our official and final reply on the problems.
As for the bench panels, we have to use special type of material to replace them. (…) If the ball is running, we can solve any kind of problem.”
2.9.
Op 5 september 2012 heeft [G.] namens BIC aan Qlabs een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“in de opgegeven prijzen is het volgende al doorberekend:
  • zeevracht China Nederland (…)
  • transportverzekering China-Nederland (…)
  • havenkosten Rotterdam (…)
  • importbelasting (…)
  • truckingkosten Rotterdam-magazijn BIC/Haasnoot. truckingkosten Rotterdam/magazijn BIC(…)
  • truckingkosten magazijn BIC/Rijnsburg(…)
  • afgesproken containermarge BIC € 4000,-- + kantoorkosten BIC € 500,--
inkoopprijzen composiet materialen:
(…)
inkoopprijzen plaatmaterialen:
(…)
Wij rekenen met een dollar/eurokoers van 1,23.
N.B. zoals al gezegd is de belading van de container deze keer niet helemaal optimaal, dit als gevolg van de verschillende materialen.”
2.10.
Op 6 september 2012 heeft [H.] namens Qlabs aan [G.] van BIC een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Wat is de ‘containermarge voor BIC en hoe is dit opgebouwd? Zijn de transportkosten R’dam – X apart of gaat eerst alles naar jullie en dan naar ons? Zijn de gemoede prijzen 1-op-1 van [I.]? Ik neem aan dat hij ook in dollars begroot. Waarom nog een omrekenkoers?”
2.11.
Op 6 september 2012 heeft [G.] namens BIC aan [H.] van Qlabs een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Onze containermarge is het bedrag dat wij minimaal moeten verdienen per container. Dit is indertijd zo afgesproken met [J.] en het afgelopen voorjaar tijdens de bespreking met jullie nogmaals aan de orde geweest.
De containers gaan altijd eerst van Rotterdam naar ons magazijn, omdat jullie de containers niet kunnen lossen. Dit is indertijd zo afgesproken met [J.] en [K.]. Hierdoor is er altijd een extra rit benodigd (…). Vervolgens komen de pallets naar jullie toe met onze vaste vervoerder.
De prijzen van [I.] zijn inderdaad 1 op 1 aan jullie doorgegeven. Ik geef een dollarkoers aan omdat de verschillende bedragen in dollars dan wel euro’s zijn vermeld.”
2.12.
In de maand september 2012 is een delegatie van Yonglin naar Nederland gekomen. Die delegatie is door Haasnoot ontvangen.
2.13.
Op 24 september 2012 heeft [L.] namens Haasnoot Bruggen B.V. een brief aan [M.] van BIC gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Op 5 juni 2012 hebben wij een bestelling geplaatst voor materiaal van [I.]/TC Bamboo.
Tot onze spijt en verbazing is de hele bestelling niet aangemeld, noch verwerkt bij de fabriek. Omdat wij geen genoegen konden nemen met uw verklaring in deze, hebben wij geprobeerd de bestelling zelf te plaatsen en het transport zelf te regelen. (…)
Een e-mailkopie van het antwoord van de fabrikant is naar u verzonden. Daaruit maken wij op dat er afspraken zijn gemaakt tussen u en de fabrikant voor exclusieve levering via uw bedrijf. Hiervan waren wij niet op de hoogte.”
2.14.
Op 24 september 2012 heeft [M.] namens BIC een brief aan [L.] van Haasnoot Bruggen B.V. gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Van uw aanvraag van 5 juni j.l. hebben wij in gezamenlijk overleg afgezien, omdat door zowel BIC als door Haasnoot Bruggen een overweging werd gemaakt om het materiaal eventueel voortaalnietbij de gebruikelijke leverancier af te nemen in verband met nog op te lossen kwaliteitsproblemen. Tevens werden de plannen voor een tweede reis naar China met de dag concreter. U heeft op de aanvraag dan ook van ons geen bevestiging van opdracht ontvangen.
BIC en Haasnoot Bruggen zouden een bezoek brengen aan door BIC voorgestelde leveranciers. Tijdens onze reis van 5 t/m 12 juni j.l. hebben wij u vervolgens o.a. aan TC Bamboo voorgesteld, een van de eerste en beste leveranciers van bamboe plaatmateriaal die China kent.
Om onze betrokkenheid met uw aanvraag daadwerkelijk te illustreren, hebben wij al weken voor ons bezoek aan de fabrikant verzocht een voorbeeld te produceren van het door u gewenste materiaal in de door uw klant gewenste maten.
Zelf heeft u tijdens de bespreking die wij in de fabriek ter plekke hadden, de nadruk gelegd op de dringende noodzaak dat het product vooral massief en uit één stuk vervaardigd diende te zijn.
Voor de goede gang van zaken volgt hieronder (…) de procedure die voor iedere klant van BIC geldt en waaraan Haasnoot Bruggen zich volgens onze gegevens tot voor kort correct aan gehouden heeft.
Uw aanvraag komt binnen;
Deze wordt onmiddellijk doorgeleid naar de fabriek, eventueel met gemaatvoerde tekening(en);
De fabriek doet een prijsopgave en een geschatte prodcutietijd;
BIC geeft de betreffende informatie aan u door;
U conformeert en plaatst – altijd schriftelijk – de bestelling;
BIC stuurt u de opdrachtbevestiging en de faktuur voor de aanbetaling;
Zodra het bedrag van de aanbetaling is overgemaakt naar de fabriek, wordt de productie gestart.
De tweede betalingstermijn dient te worden voldaan bij verscheping van de container;
De laatste betalingstermijn volgt bij aankomst van de container in Rotterdam haven.”
2.15.
Op 29 september 2012 heeft Hu Zeping namens Yongling een brief aan Haasnoot Bruggen gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Thanks for your kind recieving Mr.[N.] and Mr. [E.] when they paid recent visit to your company. Unfortunately you brought them to check only 1 place to check the problems in Rotterdam. (…)
We don’t agree with the rough claim you made, we need the following:
The exact and proven damage of the respective projects;
If you don’t dare to use the left stock in your warehouse, we propose the following:
A.
Get the material ready and ship it back to Yongling Factory in China.
B.
We will ship new material to you after receiving the send back material.
3.
We would like to go back to the agreement made during your visit in April 2012: sending Mr. [O.] to Yongling Factory to help improve the quality and fine tuning the end quality control. According to the Yongling Management, this was the main reason that BIC brought the Haasnoot Company to Yongling Factory.”
2.16.
Op 8 oktober 2012 heeft [L.] namens Haasnoot Bruggen B.V. een brief aan [M.] van BIC gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“BIC heeft in meerdere zendingen materialen geleverd die voor ons, als Haasnoot Bruggen en Haasnoot Composieten, in diverse projecten verwerkt zijn. De kwaliteit van de geleverde materialen blijkt onvoldoende te zijn.
In onder andere e-mails, brieven en telefoongesprekken hebben wij BIC op de hoogte gebracht van de problemen die zich reeds voordeden en nog steeds voordoen.
Middels deze brief stellen wij BIC aansprakelijk voor alle directe en indirecte gevolgen als ook de bijkomende consequenties zoals gemaakte kosten voortvloeiende uit de door haar geleverde ondeugdelijke materialen.”
2.17.
Op 12 oktober 2012 heeft [M.] namens BIC een brief aan [L.] van Haasnoot Bruggen B.V. gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Naar gelang het u uitkomt zet u de pet op die u past. Dan weer bent u de specialist in composietmaterialen, die dit jaar twee keer op uw eigen verzoek, met BIC naar China reist om het volgen u bijna uitontwikkelde producten te helpen verbeteren en de fabriek van deskundig, technisch advies te dienen; dan weer bent u de verontwaardigde klant die zware eisen stelt aan een product waarvan u zelf in woord én geschrift beweert dat het zich nog in de tijd moet bewijzen.
Ronduit een foute voorstelling van zaken geeft u wanneer u BIC nu aanspreekt als leverancier, terwijl u met de Chinese producent nog volop in onderhandeling bent betreffende de klachtenafhandeling.
Zowel BIC als de producent in China hebben oplossingen aangedragen, waarop zij beiden tot op heden geen adequate reactie mochten ontvangen.”
2.18.
Op 29 oktober 2012 heeft [L.] namens Haasnoot Bruggen B.V. een brief aan [M.] van BIC gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:
“Voor zover dat in eerder correspondentie nog niet duidelijk is geworden, ontbind ik hierbij alle met u gesloten koopovereenkomsten en verzoek ik u om eerst de koopsommen gelijkwaardig aan de huidige voorraad binnen 10 dagen na dagtekening van deze brief aan ons terug te betalen.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Qlabs vordert na vermindering van eis – samengevat – BIC te veroordelen tot betaling van EUR 155.266,07 te vermeerderen met handelsrente en proceskosten. Qlabs legt aan deze vordering ten grondslag – zo begrijpt de rechtbank – dat de overeenkomst op grond van een kwaliteitsgebrek van de geleverde producten gedeeltelijk is ontbonden, namelijk voor het gedeelte belopende het restant van de producten dat zij nog op voorraad heeft. Verder vordert Qlabs verklaring voor recht dat BIC aansprakelijk is voor de schade voor zover die wordt veroorzaakt door de ondeugdelijke leveranties van BIC. Aan deze vordering legt zij ten grondslag dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde producten gebrekkig zijn.
3.2.
BIC voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
BIC vordert, samengevat:
  • veroordeling van Qlabs tot het afleggen van rekening en verantwoording van het door de Haasnoot Groep gerealiseerde rendement in de verkoop van brugdekdelen van bamboecomposiet, bestaande uit het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs, zulks over de periode van 1 februari 2011 tot en met 5 februari 2013, aan de hand van de door haar bij dagvaarding overgelegde producties 1 en 6;
  • veroordeling van Qlabs tot betaling aan BIC van de helft van het aldus vastgestelde, of naar redelijkheid vast te stellen, rendement, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 5 februari 2013;
  • opheffing van, althans veroordeling van Qlabs tot opheffing van, de door haar ten laste van BIC gelegde conservatoire beslagen binnen twee dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 per dag van in gebreke blijven;
  • veroordeling van Qlabs tot betaling van EUR 100,00 zijnde schade wegens het door haar gelegde derdenbeslag bij de Rabobank;
  • veroordeling van Qlabs in proceskosten.
3.5.
Qlabs voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Partijen twisten over de vraag wat de overeenkomst tussen hen inhoudt. Qlabs stelt dat BIC verkoper/importeur is van de producten. In ieder geval is zij als adviseur van Qlabs verantwoordelijk voor de geleverde producten, aldus Qlabs. BIC betwist die stellingen en voert aan dat zij enkel als tussenpersoon fungeerde tussen Qlabs en de fabrikant. Zij faciliteerde Qlabs ten aanzien van de te kiezen producten en fabrikanten op grond van haar kennis van de Chineese markt en regelde het transport naar en de inklaring in Nederland. Een en ander blijkt uit het feit dat zij de producten niet met winst aan Qlabs verkocht, maar zij de prijzen één-op-één doorzette naar Qlabs, terwijl zij per container een vaste vergoeding betaald kreeg. Zij kan derhalve niet aansprakelijk worden gehouden voor mogelijke gebreken in de producten, aldus BIC.
4.2.
Nu Qlabs zich beroept op een tekortkoming in de nakoming van die overeenkomst wegens levering van een gebrekkig product, rust op haar de stelplicht van het bestaan van een overeenkomst op grond waarvan BIC aansprakelijk kan worden gehouden voor de kwaliteit van de geleverde producten. BIC betwist dat van dergelijke overeenkomst sprake is. Die betwisting van BIC wordt onder meer ondersteund door de e-mail van 6 september 2012 van [G.] aan [H.] (rechtsoverweging 2.11) waarin is beschreven dat de prijzen van de Chinese fabrikant ‘[I.]’ 1-op-1 door BIC aan Qlabs werden doorberekend, terwijl BIC per zending een vaste vergoeding per container in rekening bracht. Dat blijkt ook uit de punten 3 en 4 uit de brief van BIC aan Qlabs van 24 september 2012 (rechtsoverweging 2.14). Die betwisting wordt daarnaast ondersteund door het directe contact dat Qlabs heeft gehad met de fabrikant Yongling ten aanzien van de te verwachten kwaliteit van de producten in de aanloop naar de samenwerking en naderhand bij het oplossen van het geschil ten aanzien van de kwaliteit (rechtsoverwegingen 2.6, 2.8, 2.12 en 2.15). Die directe relatie tussen Qlabs en de fabrikant blijkt ook uit de e-mail van 21 juni 2012 waarin Qlabs BIC heeft verzocht zich buiten dat geschil te houden (rechtsoverweging 2.7). In de brief van BIC aan Qlabs van 24 september 2012 (rechtsoverweging 2.14) valt onder punt 7 verder te lezen dat de aanbetaling direct door Qlabs aan de fabriek gedaan werd (en niet aan BIC).
4.3.
Gelet op het voorgaande heeft Qlabs nagelaten voldoende onderbouwd te stellen dat sprake is van een koopovereenkomst/koopovereenkomsten tussen haar en BIC. Het had dienaangaande op haar weg gelegen onder meer te onderbouwen dat zij BIC voor de producten betaalde, hetgeen zij niet gedaan heeft. Noch heeft zij voldoende onderbouwd gesteld dat de overeenkomst ziet op diensten van BIC ten aanzien van de kwaliteit van de producten. Ten aanzien van kwaliteitsvraagstukken heeft zij zich immers steeds direct tot de fabrikant gewend. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat Qlabs onvoldoende heeft gesteld dat tussen haar en BIC een overeenkomst bestaat op grond waarvan BIC verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde producten, zodat zij de vordering zal afwijzen.
4.4.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat zelfs indien sprake zou zijn van een overeenkomst op grond waarvan BIC verantwoordelijk zou zijn voor de kwaliteit van de producten de vordering zou zijn afgewezen. Op grond van artikel 6:265 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bestaat de bevoegdheid tot ontbinding slechts wanneer de schuldenaar in verzuim is, voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is. Nu het geschil ziet op levering van een soortzaak heeft Qlabs onvoldoende gesteld waarom nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is. Voor verzuim is in dat geval op grond van artikel 6:82 van het BW een ingebrekestelling vereist. Anders dan Qlabs heeft gesteld, voldoen de brieven van 8 en 29 oktober 2012 niet aan de eisen van dat artikel. Daarin is BIC immers geen termijn geboden alsnog na te komen. In het dossier bevindt zich ook verder geen stuk dat aan de eisen van dat artikel voldoet, zodat de rechtbank concludeert dat Qlabs onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat BIC ten tijde van de ontbinding in verzuim was, zodat de overeenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden en de vordering ook om die reden voor afwijzing gereed ligt.
4.5.
Qlabs zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van BIC worden begroot op:
- griffierecht EUR 3.715,00
- salaris advocaat
2.842,00(2,0 punten × tarief EUR 1.421,00)
Totaal EUR 6.557,00
Bij afwijzing van de vordering, zoals in onderhavig geval, komen de gemaakte kosten in vrijwaring voor rekening van BIC.
in reconventie
4.6.
BIC stelt dat de overeenkomst tussen haar en Qlabs onder meer inhoudt dat het rendement van de verkoop van de producten door Qlabs door partijen gedeeld zou worden. Zij heeft die stelling onderbouwd met de e-mail van 1 februari 2011 van [B.] namens Qlabs aan BIC (rechtsoverweging 2.4). Qlabs heeft die stelling betwist. De rechtbank is van oordeel dat BIC – gelet op die betwisting en de beschrijving van de overeenkomst zoals die is gegeven in de e-mail van 6 september 2012 van [G.] aan [H.] (rechtsoverweging 2.11) en de brief van BIC aan Qlabs van 24 september 2012 (rechtsoverweging 2.14) waarin niets over dergelijke verdeling staat vermeld – onvoldoende heeft gesteld dat tussen partijen is overeengekomen dat het rendement van de verkoop van de producten door Qlabs door partijen gedeeld zou worden. Derhalve zal de rechtbank de vordering afwijzen.
4.7.
Met het afwijzen van de conventionele vordering ligt de reconventionele vordering tot opheffing van de beslagen voor toewijzing gereed, omdat geen steekhoudende argumenten zijn aangevoerd om de beslagen te laten voortduren totdat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Ter vermijding van executieperikelen zal de rechtbank, zoals gevorderd, de beslagen zelf opheffen. De beslagkosten zijn niet weersproken, zodat de rechtbank die zal toewijzen.
4.8.
Nu partijen in reconventie over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Qlabs in de proceskosten, aan de zijde van BIC tot op heden begroot op EUR 6.557,00,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt Qlabs om aan BIC te betalen een bedrag van EUR 100,00
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2014. [1]

Voetnoten

1.type: 899