Uitspraak
BESLISSING op het schriftelijk verzoek tot wraking van:
[verzoeker],
2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK
niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te worden gesteld.
Bij beslissing van 3 juli 2014 heeft de wrakingskamer, voor zover van belang,
het volgende overwogen: “De rechtbank beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek (…)”.
Door [verzoeker] niet in de gelegenheid te stellen alsnog te reageren op de verweerschriften die door verweerder te laat zijn ingediend , gaat de rechter niet verder met het proces in de stand waarin het zich ten tijde van de vorige zitting bevond. Immers, tijdens die zitting heeft [verzoeker] gezegd dat hij zich niet heeft kunnen voorbereiden.
De wrakingskamer stelt vast dat bij gelegenheid van de vorige zitting door de behandelend rechter is beslist dat eiser, thans verzoeker, desgewenst in de gelegenheid zal worden gesteld om te reageren op eventuele nieuwe zaken in de verweerschriften.
Ter zitting van 16 september j.l. heeft eiser, thans verzoeker, meegedeeld dat hij de verweerschriften niet heeft bestudeerd omdat – naar de rechtbank begrijpt – de stand van de vorige zitting inhield dat hij die verweerschriften toen ook niet had bestudeerd. Hierop heeft de rechter vastgesteld dat eiser sedert de zitting van 16 juni j.l. inmiddels drie maanden de gelegenheid heeft gehad om de verweerschriften te bestuderen, op grond waarvan de rechter een nieuwe termijn niet meer nodig acht.
Verzoeker heeft aan dit vereiste niet voldaan. Immers, de enkele omstandigheid dat verzoeker het niet eens is met een procesbeslissing van de rechter levert geen feiten of omstandigheden op die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Het verzoek mist dan ook iedere onderbouwing, zodat het zich niet leent voor inhoudelijke beoordeling.
Ingevolge artikel 8:18, lid 4, van de Algemene wet bestuursrecht zal de rechtbank bepalen dat een volgend wrakingsverzoekverzoek van verzoeker in de onderhavige zaken niet in behandeling zal worden genomen.
3.BESLISSING
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaken niet in
behandeling zal worden genomen.
mr. W. Delleman, griffier, ter openbare terechtzitting van
19 september 2014.