Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de heer [naam verweerder] en zijn echtgenote
[verweerder 2], beiden wonende te [plaats]
1.Het procesverloop
- Ferney bij [A] (directeur) en mw. [B] (HR-adviseur), bijgestaan door haar gemachtigde mr. R.J. van Velzen;
- [X] en [Y] beiden in persoon, bijgestaan door gemachtigde mr. F. Meis namens mr. J.W. Bloem.
2.De uitgangspunten
“werknemer verbindt zich gedurende de loop der dienstbetrekking voor geen
“het is werknemer verboden binnen een tijdvak van twee jaar na beëindiging der dienstbetrekking werkzaam te zijn bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat wat werkgever, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben, tenzij de werknemer daartoe vooraf schriftelijke toestemming van werkgever heeft gekregen, aan welke toestemming werkgever voorwaarden kan verbinden.”
eerstearbeidsovereenkomst van [Y] vermeldt de volgende bepaling:
“behoudens toestemming van Ferney is het medewerk(st)er niet toegestaan tijdens zijn dienstverband al dan niet gehonoreerde nevenactiviteiten te verrichten die voortvloeien uit of direct verband houden met zijn werkzaamheden voor Ferney. Tevens is het medewerk(st)er niet toegestaan werkzaamheden voor derden te verrichten die zijn arbeidskracht en of het aanzien of het belang van Ferney kunnen schaden.