ECLI:NL:RBNHO:2014:13261

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 oktober 2014
Publicatiedatum
20 juli 2015
Zaaknummer
2956905 CV EXPL 14-1391
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak over parkeren in de voortuin en onderhoudsverplichtingen

In deze huurzaak heeft Woningstichting Den Helder een vordering ingesteld tegen [huurder] met betrekking tot het parkeren van voertuigen in de voortuin van de gehuurde woning. De zaak is behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 8 oktober 2014. Woningstichting Den Helder vorderde dat [huurder] zou worden verboden om gemotoriseerde voertuigen in de voortuin te parkeren en dat [huurder] verplicht zou worden om noodzakelijk onderhoud aan de voortuin uit te voeren. De vordering is ingesteld na een dagvaarding op 27 maart 2014, waarbij [huurder] verweer heeft gevoerd. Tijdens een comparitie op 27 augustus 2014 is [huurder] niet verschenen, wat de kantonrechter heeft genoteerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [huurder] de voortuin in strijd met de huurovereenkomst gebruikt en onvoldoende onderhoud heeft gepleegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Woningstichting Den Helder toewijsbaar zijn, met inachtneming van een maximum aan dwangsommen. De kantonrechter heeft [huurder] veroordeeld tot het verbod op parkeren in de voortuin en tot het verrichten van onderhoud aan de voortuin binnen 28 dagen na betekening van het vonnis. Tevens is [huurder] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 410,77, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.W.S. Kiliç, kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 2956905 \ CV EXPL 14-1391 (rvk)
Uitspraakdatum: 8 oktober 2014

Vonnis in de zaak van:

de stichting Woningstichting Den Helder, gevestigd te Den Helder

eisende partij
verder ook te noemen: Woningstichting Den Helder
gemachtigde: mr. J. de Beurs, advocaat te Den Helder
tegen

[naam], wonende te [plaats]

gedaagde partij
verder ook te noemen: [huurder]
in persoon procederend.

Het procesverloop

Woningstichting Den Helder heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 27 maart 2014.
[huurder] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 27 augustus 2014, in aanwezigheid van Woningstichting Den Helder en haar gemachtigde.
[huurder] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de comparitie verschenen.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

De vaststaande feiten

1. [huurder] huurt sinds 25 september 2013 van Woningstichting Den Helder de woning aan het adres [adres].
2. Op de huurovereenkomst is het door Woningstichting Den Helder gehanteerde huurreglement 2007 van toepassing.
3. In dit huurreglement is in artikel 8 het volgende bepaald:
‘1. Woonklimaat huurder
Huurder is verplicht de woning, erven en alle aanhorigheden overeenkomstig de aard en bestemming van het gehuurde te gebruiken. (...)

2. Bescherming woonklimaat

De bewoners dragen verantwoording voor de bescherming van het woonklimaat volgens de regels van goed nabuurschap.
(...)’
4. Artikel 15 van het huurreglement luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘1. Buiten- en binnenonderhoud huurder
Voor rekening en verantwoording van huurder zijn, voor zover van toepassing, de volgende zaken m.b.t. het buiten- en binnenonderhoud:
(...)
l. het onderhoud aan tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen, alsmede het glas van de balkonafscheidingen, zodanig dat deze onroerende aanhorigheden een verzorgde indruk maken, waaronder in elk geval:

(...)

- het (doen) herstellen van bij het gehuurde behorende terrassen, tegelpaden en bestratingen;
(...)
het egaliseren van de tuin en het opbrengen van teelaarde;
het regelmatig verwijderen van onkruid in de tuin (...);
- het regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen.

(…)’

Het geschil

5. Woningstichting Den Helder vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[huurder] te verbieden om vanaf 7 dagen na betekening van het vonnis gemotoriseerde voertuigen, waaronder ook auto’s, te parkeren dan wel te stallen in de voortuin van het woonhuis, met voor- en achtertuin, aan het adres [adres], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor elke dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat [huurder] nalaat te voldoen aan deze veroordeling;
[huurder] te veroordelen tot het verrichten van noodzakelijk onderhoud aan de voortuin, behorend bij het woonhuis aan het adres [adres], welke werkzaamheden in elk geval bestaan uit het aanleggen van een dubbel tegelpad vanaf de voordeur naar de openbare weg, het egaliseren van de voortuin met teelaarde, het planten van gras dan wel andere jonge planten of struiken, het verwijderen van onkruid, rommel en overige overbodige beplanting en het snoeien van de aanwezige bomen en struiken, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Woningstichting, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor elke dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat [huurder] nalaat te voldoen aan deze veroordeling;
[huurder] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
6. Woningstichting Den Helder stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
[huurder] gebruikt de bij het woonhuis behorende voortuin – in strijd met de wet en de reglementen – als parkeerplaats voor een of meerdere auto’s. Voorts laat [huurder] na de voortuin fatsoenlijk te snoeien en te onderhouden.
7. [huurder] concludeert tot afwijzing van de vordering van Woningstichting Den Helder en voert hiertoe, zakelijk samengevat, aan dat haar bij het aangaan van de huurovereenkomst niet verteld is dat het alleen mogelijk is om in de straat te parkeren met een parkeervergunning. Voor een vergunning komt zij niet in aanmerking omdat de betreffende auto op naam van haar schoonmoeder staat. In de buurt zijn verder geen parkeerplaatsen beschikbaar. Omdat [huurder] moeder is van een jong kind is dat een groot probleem. Op aanraden van de parkeerwacht parkeert zij haar auto in de voortuin. [huurder] is bereid te verhuizen naar een woning in een buurt waar wel in de straat geparkeerd kan worden.

De beoordeling

8. Op de comparitie is Woningstichting Den Helder gemotiveerd op de verweren van [huurder] ingegaan. Zo heeft zij betwist dat er meerdere mensen in de straat zijn die hun auto in de voortuin parkeren. Voorts heeft Woningstichting Den Helder gesteld dat er wel degelijk genoeg parkeergelegenheid in de directe omgeving van de woning is. Woningstichting Den Helder heeft er daarnaast op gewezen dat het erg onwaarschijnlijk is dat een parkeerwacht [huurder] heeft aangeraden om haar auto in de voortuin te parkeren. Los daarvan stelt Woningstichting Den Helder dat dit [huurder] niet kan baten omdat een parkeerwacht geen zeggenschap heeft over de eigendommen van Woningstichting Den Helder. Wat betreft de voortuin heeft Woningstichting Den Helder betwist dat deze bij aanvang in een slechte staat van onderhoud verkeerde. Tevens heeft Woningstichting Den Helder ter onderbouwing van haar standpunt recente foto’s van de voortuin van de woning overgelegd.
9. [huurder] is niet op de comparitie verschenen. [huurder] heeft daarmee nagelaten haar verweer zoals bij antwoord geformuleerd, nader toe te lichten. De kantonrechter is van oordeel dat het verweer van [huurder] in het licht van de uiteenzetting die Woningstichting Den Helder bij dagvaarding en ter comparitie heeft gegeven, onvoldoende gemotiveerd en feitelijk onderbouwd is, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan.
10. Het voorgaande betekent dat de vorderingen van Woningstichting Den Helder toewijsbaar zijn nu deze de kantonrechter ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en dat daaraan een maximum zal worden verbonden zoals na te melden.
11. [huurder] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
Verbiedt [huurder] om vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis gemotoriseerde voertuigen, waaronder ook auto’s, te parkeren dan wel te stallen in de voortuin van het woonhuis, met voor- en achtertuin, aan het adres [adres], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- voor elke dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat [huurder] nalaat te voldoen aan deze veroordeling, met een maximum van € 10.000,-.
Veroordeelt [huurder] om binnen 28 dagen na betekening van het vonnis het noodzakelijk onderhoud aan de voortuin, behorend bij het woonhuis aan het adres [adres] te verrichten, welke werkzaamheden in elk geval bestaan uit het aanleggen van een dubbel tegelpad vanaf de voordeur naar de openbare weg, het egaliseren van de voortuin met teelaarde, het planten van gras dan wel andere jonge planten of struiken, het verwijderen van onkruid, rommel en overige overbodige beplanting en het snoeien van de aanwezige bomen en struiken, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Woningstichting Den Helder, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- voor elke dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat [huurder] nalaat te voldoen aan deze veroordeling, met een maximum van € 10.000,-.
Veroordeelt [huurder] in de proceskosten, die tot heden voor Woningstichting Den Helder worden vastgesteld op een bedrag van € 410,77 (€ 95,77 aan dagvaardingskosten, € 115,- aan griffierecht en een bedrag van € 200,- voor salaris van de gemachtigde van Woningstichting Den Helder), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot de dag van de betaling indien aan de proceskostenveroordeling binnen veertien na betekening dagen niet is voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 8 oktober 2014 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter