Uitspraak
Rechtbank NOORD-HOLLAND
H.M. Zonneveld, griffier,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 december 2014 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek om opheffing van een tijdelijk huisverbod. Het huisverbod was opgelegd aan de man, die op 29 november 2014 betrokken was bij een incident waarbij zijn partner, verzoekster, ernstig gewond raakte. De man had meerdere botbreuken in het gezicht van verzoekster veroorzaakt tijdens een ruzie in een café. De burgemeester van Hoorn had het huisverbod opgelegd op basis van de Wet tijdelijk huisverbod, omdat er een dreiging van gevaar voor de veiligheid van verzoekster en hun kinderen bestond.
Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om het huisverbod op te heffen, zodat de man met Kerst thuis kon zijn. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er op het beoordelingsmoment nog steeds sprake was van een dreiging van gevaar. Er waren geen nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding gaven om het huisverbod op te heffen. De voorzieningenrechter benadrukte dat er een veiligheidsplan moest worden opgesteld voordat de man weer bij zijn gezin kon komen, gezien de ernst van de situatie en de impact op de kinderen.
De voorzieningenrechter verklaarde het beroep van verzoekster ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afweging van de betrokken belangen in zaken van huiselijk geweld en de bescherming van de veiligheid van slachtoffers en kinderen.